Extra geld voor leerling met ernstige meervoudige beperking
Vanaf 2020 stelt de Tweede Kamer 5 miljoen euro extra beschikbaar voor de zorg voor en ondersteuning van kinderen op school met een ernstige meervoudige beperking. Dat maakten minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en minister Slob (Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media) vorige week in een brief aan de Tweede Kamer bekend. Met dit bedrag wordt de financiering vanuit de Regeling bijzondere bekostiging voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking (emb-regeling) verdubbeld.
In de Kamerbrief geven de beide bewindspersonen aan dat de huidige organisatie van de zorg in onderwijstijd voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking complex is. De ondersteuningsbehoefte van deze groep leerlingen valt namelijk onder de Jeugdwet, de Wet langdurige zorg (WLZ), de Zorgverzekeringswet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Dit betekent dat het geld voor de bekostiging van de zorg uit meerdere potjes afkomstig is. Het kabinet wil dat deze verschillende zorgbudgetten gebundeld worden en gaat regionale pilots opzetten om de collectieve financiering in de praktijk te testen. In de proef krijgen gemeenten de verantwoordelijkheid om met het gebundelde budget alle zorg die een leerling met een meervoudige beperking tijdens onderwijstijd nodig heeft, in te kopen. Totdat de collectieve financiering is geregeld, moet het bedrag van 5 miljoen helpen om de afstemmingsproblemen en de administratieve rompslomp voor scholen en ouders te verminderen.
De uitbreiding van de emb-regeling maakt deel uit van een breder pakket om door betere samenwerking tussen onderwijs- en zorginstellingen de ontwikkelingskansen van kinderen met een ernstige meervoudige beperking te vergroten.