Geluk: We zien hoopvolle bewegingen
Waar moet het met het land naartoe? Een team CDA’ers schetst donderdag een idyllisch beeld van een zij-aan-zij-samenleving. Vijf vragen aan Leonard Geluk van de denkgroep en partijvoorzitter Rutger Ploum.
Geen polarisatie, geen ikke-ikke en geen geschreeuw. Het Nederland van 2030 is als het aan het CDA ligt een land om van te dromen. In de zij-aan-zij maatschappij die we dan met elkaar vormen zijn saamhorigheid en menselijke maat weer belangrijke waarden. Én, zo schrijft de commissie Beraad Perspectief 2030 van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA in haar donderdag verschenen discussiestuk hoopvol, „is rekening met elkaar houden de norm.”
Over ruim een jaar zijn er weer Tweede Kamerverkiezingen. Daarvoor moet alle partijen een verkiezingsprogramma schrijven. Is het risico niet heel groot dat dit discussiestuk tegen die tijd in een la is beland.
Ploum: „Wij vinden het ontzettend belangrijk om niet alleen een op de korte termijn gericht verkiezingsprogramma op te schrijven, met daarin allerlei topics die dan kunnen worden gerealiseerd. We willen ook met een narratief komen, met een veel breder verhaal. Daarom hebben wij ons WI gevraagd om een commissie samen te stellen en dat verhaal voor de middellange termijn tot 2030 voor ons papier te zetten. Let wel, het betreft een discussiestuk. We willen erover in gesprek. Met leden, niet-leden, met ouderenbonden en landbouworganisaties, kortom met iedereen.”
In Nederland is momenteel sprake van een wending in het politiek en geestelijk klimaat, stelt het stuk onomwonden. Waar baseert u dat op?
Geluk: „Dat is wat we voelen als beraadgroep en daarmee als onderdeel van de samenleving. Het is ook wat we halen uit analyses van bijvoorbeeld het SCP. De grootste zorg van Nederland gaat over waarden en normen. We zijn te ik-gericht. Dat zie je duidelijk terug.”
Nederland wil gewoon naar een zij-aan-zij-samenleving?
Geluk: „Het anti-revolutionaire denken heeft oude papieren binnen het CDA. Het past in onze traditie om van tijd tot tijd stevig te reflecteren op de tijdgeest, in de lijn van Isaäc da Costa en Groen van Prinsterer. Dat leidt nu tot een afwijzing van het neo-liberale denken. Ons uitgangspunt is niet: je bent zelf als mens verantwoordelijk voor je eigen geluk, geluk is maakbaar en als je niet gelukkig bent heb je gefaald. Wij zeggen: nee, verdriet is onderdeel van het leven. Je hebt elkaar te helpen om verder te komen. En wat die zij-aan-zij-samenleving betreft; daar zijn we hoopvol over. Wij zien een aantal hoopvolle bewegingen die de goede kant op gaan.”
Het rapport schetst een toekomstvisie op de landbouw, waarbij een deel van de boeren in coöperatievorm uitsluitend nog gaat produceren voor een regionale markt. Kan zo’n voorstel ook al in het komende verkiezingsprogramma belanden?
Geluk: „Wij zien de roep van de boeren vooral als een roep om zij aan zij keuzes te maken over de vraag: Waar moet het naartoe? Wij willen van winst naar waarde denken. Het systeem van productiemaximalisatie, waarbij de verdiensten niet bij de boer terechtkomen, is niet houdbaar meer. We moeten een balans vinden tussen het inkomen van de boer, de duurzaamheidseffecten van ons beleid en het dierenwelzijn. Of dat uiteindelijk betekent: minder bedrijven, of: minder areaal per bedrijf, ja, dat zijn keuzes die je gezamenlijk zou moeten maken. En dat is echt de oproep in dit stuk.”
Stel, het CDA raakt na de verkiezingen weer betrokken bij de kabinetsformatie. Sluit u samenwerking met partijen die dit visiestuk afwijzen op voorhand uit?
Ploum: „Volgend voorjaar gaat de commissie die het verkiezingsprogramma moet samenstellen aan de gang en dan komt er ook een lijsttrekker. Het is uiteindelijk aan de politiek leider om na de verkiezingen te besluiten wat we doen. Maar voor nu vind ik dat allemaal nog veel te vroeg. Ik hoop oprecht dat we voorlopig nog geen verkiezingen hebben, zodat we echt met de inhoud aan de gang kunnen. Want daarover praten, vinden onze leden ongelooflijk belangrijk en leuk.”