Column: Leg als overheid uit waar je mee bezig bent
Je kon de afgelopen weken niet om het Malieveld heen. Het nieuws werd gedomineerd door deze plek in Den Haag. Tractoren. Shovels. Kiepwagens. De grasmat van het Malieveld kreeg veel te verduren. Maar misschien is het beter om te schrijven dat we de afgelopen weken niet om de boeren en de bouwers heen konden. Beide sectoren lieten zien wat het is om te protesteren. Protest tegen de overheid. Protest over PAS en PFAS. Protest voor het behoud van werk en banen. Het waren eigenlijk niet-Nederlandse beelden. Een Malieveld vol voertuigen. Dat zijn beelden die over 50 jaar in de geschiedenisles nog gebruikt zullen worden.
Als je de verhalen bij de protesten hoort, staat door PAS de toekomst van boeren op het spel. Voor de bouwsector zijn er straks geen projecten meer en lopende bouwprojecten komen stil te liggen. Maar waar gaat het PAS nu precies over? Het past nooit binnen dit stukje tekst om dat helemaal uit te leggen. En je kunt je zo langzamerhand afvragen wie nu precies weet waar het over gaat en hoe het (juridisch) allemaal zit. PAS is de afkorting voor Programma Aanpak Stikstof. Dit programma is door de overheid in 2015 gestart om de uitstoot van stikstof terug te dringen. Maar – en dat klinkt wat apart misschien – het PAS werd ook gebruikt als manier om wél vergunningen te geven aan bedrijven die stikstof veroorzaken in de buurt van kwetsbare natuurgebieden.
Heel kort door de bocht werd door de overheid vooraf vast toestemming gegeven voor bepaalde bouwprojecten die mogelijk wel schadelijk zijn voor de natuur (door stikstofuitstoot) vanuit de gedachte dat er in de toekomst wel positieve gevolgen zouden zijn voor de natuur. Eigenlijk ging het PAS uit van veel vertrouwen in de toekomst. Als je nu weet dat iets niet goed is, geef je toch toestemming omdat je erop vertrouwt dat het later beter wordt. Eind mei dit jaar kwam dan die beroemde of beruchte ”PAS-uitspraak” van de Raad van State. Die oordeelde dat het PAS niet meer gebruikt mag worden als basis voor toestemming bij vergunningen. Het PAS is te onzeker voor de toekomst, dus je mag de beslissingen van nu daar niet op baseren.
Nu startte men afgelopen maand ook met werkzaamheden op en rond het circuit van Zandvoort. In mei 2020 moet daar de Formule 1 gereden worden. Al langere tijd maken milieuorganisaties bezwaar tegen die werkzaamheden. De organisatie verwacht dat de stikstofuitstoot echt minder is dan de maximaal toegestane hoeveelheid stikstof in de bestaande natuurvergunning van het circuit die is afgegeven in 2011. Omdat de werkzaamheden al wel begonnen zijn, stapten sommige organisaties met spoed naar de rechter. Zij wilden de (graaf)werkzaamheden laten stilleggen. Op 29 oktober 2019 wees de rechter de verzoeken van de natuurorganisaties af. Op 1 november 2019 volgde nog een uitspraak waarbij natuurorganisaties geen gelijk kregen. Het werk kan dus doorgaan.
In een van die uitspraken verwees de rechter naar de statuur van de Formule 1 en de grote maatschappelijke belangstelling daarvoor. Dit punt kwam vervolgens terug in de media. En dan gaat het om beeldvorming. Want welk gevoel ontstaat er bij de lezer of kijker van dit nieuws? Dat kan het gevoel zijn dat de Formule 1 kennelijk simpelweg moet doorgaan omdat het een prestigeproject is. Of het gevoel dat de Formule 1 belangrijker is dan alle boeren en bouwers op het Malieveld bij elkaar.
Zijn die gevoelens terecht? Feit is dat in de twee procedures eigenlijk geen aandacht aan het PAS werd geschonken. Dus het is niet één-op-één in de stikstofdiscussie te betrekken. Maar het hangt er wel nauw mee samen. Feit is dat je deze beeldvorming niet moet willen. Van de overheid wordt actie gevraagd. En snel. Als je vanaf september 2019 beslissingen kunt nemen voor een project in mei 2020, dan kan dat ook voor allerlei lopende bouwprojecten en vergunningaanvragen. Handel in het belang van de boeren, de bouwsector, de natuur en de toekomst. Leg als overheid uit waar je mee bezig bent. Zorg voor draagvlak. Dat is misschien lastig, maar iedereen heeft op het werk wel eens te maken met lastige dingen.
De auteur is advocaat bij Post & Bouter Advocaten in Barneveld.