Scherpenzeels gezin ziek na isoleren woning met pur
Het hele gezin ziek na het isoleren van de vloer van hun huis met gespoten purschuim. Dat gebeurde Erik en Coby Klaassen uit Scherpenzeel. En ze zijn niet de enigen.
De Gezondheidsraad is begin oktober gestart met een onderzoek naar het verband tussen gebruik van gespoten polyurethaanschuim (pur) voor woningisolatie en op vergiftiging lijkende gezondheidsklachten. Een niet eenvoudige taak voor de onderzoekers.
„Wat ons is gebeurd, gunnen we niemand. Daarom vertellen we dit”, begint moeder Klaassen (39) haar relaas. Het is juni. Ze bewoont met haar man (43) en vier kinderen van tussen de 6 en de 17 jaar oud inmiddels weer haar eigen huis in het Gelderse dorp. Dat huis is van boven tot onder grondig schoongemaakt. Het afgelopen jaar verbleef het gezin op vier verschillende tijdelijke woonadressen, omdat de gezinsleden telkens weer last kregen van allergische reacties als ze in hun eigen woning terugkeerden.
Die klachten beginnen medio juli 2018. Omdat het huis te vochtig is, laten de Klaassens hun vloer isoleren. Op een woensdagmiddag, bij een zomerse temperatuur van ruim 26 graden, gaan medewerkers van een gekwalificeerd isolatiebedrijf –de familie noemt geen naam– aan de slag. In de kruipruimte van het huis spuiten de isolateurs een flinke laag pur tegen de vloer van de begane grond. De gezinsleden zijn niet thuis.
Voordat het bedrijf met de werkzaamheden begint, heeft moeder met het Duitssprekend personeel contact. Uit hun woorden maakt ze op dat ze over twee uur terug kan komen om papieren te ondertekenen. Dit blijkt achteraf miscommunicatie te zijn als Coby met haar zoontje om 14.30 uur arriveert. Dan kan ze in de tussentijd, totdat het personeel klaar is en de papieren ondertekend worden, er nog even met de hond op uit, denkt ze. Ze opent de deur van de schuur waar de hond zit. Een chemische walm komt moeder en zoon tegemoet. De openingen tussen de kruipruimten van woning en schuur zijn tijdens de isolatiewerkzaamheden niet afgedekt. Direct sluit moeder weer de deur en wacht buiten in de tuin totdat het werk af is.
Aan het eind van de middag keren alle gezinsleden huiswaarts voor het avondeten. De klus is dan geklaard. ’s Nachts beginnen vader, moeder en de kinderen zich niet lekker te voelen. „We voelden ons beroerd, maar we konden er de vinger niet op leggen. Het zal wel door het warme weer komen, dachten we.” Al snel krijgen ze last van irritatie aan mond, neus en ogen, en begint de jongste telg te hoesten. Daarom verblijven ze donderdags zo veel mogelijk buiten en ventileren ze het huis flink.
Bedwelmd
Zaterdags beginnen de klachten pas „echt goed.” Een van de jongens staat ’s morgens duizelig op. Dat verergert in de loop van de dag. Iedereen hoest dan, heeft hoofdpijn en is misselijk en moe. „We konden ons niet meer goed concentreren.” Alsof ze bedwelmd waren, blikt moeder Klaassen terug. De hond, die de bewuste middag in de schuur was gebleven, is inmiddels „doodziek.”
Op de slaapkamers is de lucht ook niet te verdragen. Het gezin besluit om het huis in de nacht van zaterdag op zondag te verlaten en krijgt een logeeradres bij familie.
Het echtpaar Klaassen trekt bij de isoleerder aan de bel. Het bedrijf, bekend in de isolatiebranche en gecertificeerd voor het aanbrengen van purisolatie, verwijst naar de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD).
Alle GGD-diensten hebben namelijk een purprotocol. Het stappenplan kwam er omdat tientallen vergelijkbare verhalen als dat van familie Klaassen sinds 2011 verschijnen in de media. Bij verschillende bedrijven lijkt het aanbrengen van de vloerisolatie in een aantal gevallen op een soortgelijk drama te zijn uitgelopen. Maar het gezin Klaassen wordt niet medisch onderzocht door een arts. De GGD laat weten dat de familie te kort in de woning heeft gezeten om een verband met de pur te kunnen leggen.
De huisarts en diens collega’s zien en erkennen de gezondheidsklachten wel. Zij hebben echter geen idee wat de oorzaak is van de verschijnselen, waardoor ze ook geen behandeling of geneesmiddel kunnen voorschrijven.
De klantenservice van het isolatiebedrijf raadt aan om de woning extra te luchten. Het echtpaar wil de lucht laten onderzoeken. Niet nodig, krijgt het paar te horen. Maar de Klaassens blijven bellen. Daarop stuurt het bedrijf een medewerker voor een inspectie en laat –na herhaaldelijk aandringen– een productonderzoek uitvoeren. Zonder resultaat kaart het echtpaar de problemen telkens bij het bedrijf aan.
In de daaropvolgende maanden verergeren de klachten. Zeker als het gezin –voorheen gezond, voor zover het zelf weet– telkens weer probeert om terug te keren, in de hoop dat de dampen inmiddels zijn verdwenen. De oudste zoon krijgt bloedneuzen. De jongste zoon krijgt koorts en braakt op een keer hevig. Als vader een keer een paar uur klust in het huis, begint hij zich daarna niet goed te voelen met het gevoel van een zware griep. Moeder blijft last houden van opgezette lymfeklieren. Ook op onder andere lijm, uitlaatgassen van auto’s en gas van een haarlakspray krijgen de gezinsleden allergische reacties. Herhaaldelijk melden ze zich ziek op school en werk. „De impact op onze gezondheid en gezinsleven is vele malen erger dan de materiële gevolgen”, zegt ze. „We weten nog niet eens wat het voor onze gezondheid in de toekomst betekent.”
In december 2018 laten de Klaassens zelf verschillende onderzoeken doen. Dan blijkt echter dat de concentratie stoffen niet meer te meten is. Terwijl er nog steeds een vieze geur en bedwelmende lucht hing in de woning, zegt vader Klaassen. „Volgens de keurende instantie zou alleen in de eerste week een meting mogelijk zijn geweest. Maar het isolatiebedrijf had dat destijds afgewezen omdat een meting niet nodig zou zijn. Het adviseerde slechts nog meer te ventileren.”
Het echtpaar blijft tot in de zomer van 2019 bezig om het huis van boven tot onder schoon te krijgen. Bankstel, matrassen en gordijnen verdwijnen naar het grof vuil. Het tapijt laten ze chemisch reinigen, maar zonder resultaat. Ze vervangen zelfs de hele vloer van de begane grond. Omdat veel spullen in huis ook zijn aangetast brengen de Klaassens twee derde van het huisraad naar de vuilstort.
Ondanks juridische aansporingen erkent het isolatiebedrijf geen aansprakelijkheid. De totale kosten van schoonmaak, onderzoeken en nieuw huisraad zijn inmiddels „hoog opgelopen.” Na enig aandringen noemt het echtpaar de hoogte van de schadepost: ruim 80.000 euro.
Maar het gaat hen niet om het geld, benadrukt Coby Klaassen. „Het heeft ons niets opgeleverd dan ellende op lichamelijk, sociaal, emotioneel en financieel gebied. Daarbij komt dat we net ons hele huis verbouwd hadden, op de badkamer na.”
Bewijzen
Dat de isoleerder en de GGD niet thuis geven, trekt hen „psychisch” leeg. „In die vier uur dat het bedrijf bezig is geweest, is ons eigenlijk alles ontnomen.” Zuur is dat Erik Klaassen, zelf werkzaam in de bouwbranche, vooraf heeft geïnformeerd bij het isolatiebedrijf naar de toepassing van purisolatie en hoe ze handelen bij eventuele gezondheidsklachten. Dat er weleens wat fout gaat, is niet te voorkomen, zegt het paar. „Maar neem dan de juiste verantwoordelijkheid. Het hangt er nu allemaal van af of wij de oorzaak kunnen bewijzen.”
„Enorm hartverwarmend” noemt de familie de hulp van kerk en omgeving. „Ook die hebben massaal de schouders eronder gezet om ons op allerlei vlak te helpen. Dat heeft ons nog hogere kosten gescheeld.”
Bij vochtig weer keert er telkens een zware, vreemde geur in het huis terug. Coby: „Dan word je nog beroerder.” Alle gezinsleden zijn, in meer of mindere mate, overgevoelig gebleven voor isocyanaten, de stof die in pur zit. „Ook in nieuwe matrassen zitten die isocyanaten. Onze zoon kreeg heftige koortsaanvallen toen hij op zijn splinternieuwe matras lag.” De hond heeft een ernstige beschadiging van de longen opgelopen.
Zeker nu de overheid huiseigenaren oproept om te gaan isoleren om energie te besparen, vinden ze het belangrijk om hun verhaal te delen. De Klaassens hopen op een doorbraak in het onderzoek. Ze vinden dat de methode van purisolatie verboden moet worden. Of het moet duidelijker zijn wat de risico’s zijn. „Als wij dit hadden geweten, hadden we dit nooit gedaan.”
Bij veel huizen gaat het pur spuiten gewoon goed, zeggen ze. „Het schuim kan als product goed zijn, maar de toepassing was bij ons waarschijnlijk de boosdoener. Het pur kan gereageerd hebben op het warme weer.”
Hoge temperaturen beïnvloeden namelijk de reactie van de chemische stoffen in het purschuim. De buitentemperatuur moet minimaal 15 en maximaal 25 graden Celsius bedragen. Isoleren op hete zomerse dagen wordt ontraden, staat er in de wettelijke richtlijn voor het aanbrengen van de pur. Het Meldpunt PURslachtoffers maakt vader daarop attent.
Klachten
Bij die organisatie zijn, sinds de oprichting in 2013, 350 meldingen binnengekomen over klachten na isoleren met gespoten pur. Het meldpunt hanteert het voorzichtige cijfer van ruim 1000 slachtoffers. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger, vermoedt de organisatie.
„Mensen leggen vaak niet de relatie tussen gezondheidsklachten en gespoten purisolatie”, aldus een woordvoerder. „Na media-aandacht zien wij en anderen altijd weer een piek in het aantal meldingen.”
De problematiek kreeg de aandacht van de Tweede Kamer. Onlangs paste minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) het Bouwbesluit aan en stelde een aantal veiligheidsmaatregelen verplicht. Tegenwoordig mogen bewoners minimaal twee uur niet in hun huis verblijven na het aanbrengen van het purschuim.
Onderzoek van de diverse organisaties heeft tot dusver weinig concreet gemaakt over mogelijke oorzaak en gevolg. Aan de experts van de Gezondheidsraad de taak om daar een vinger achter te krijgen.
Reactie
„Wij betreuren het dat de familie Klaassen met problemen te kampen heeft. Wij kunnen ons voorstellen dat de situatie veel impact op de gezinsleden heeft”, reageert een woordvoerder van het Kennisplatform Gespoten PURschuim. In het platform hebben de purspuitende bedrijven zich verenigd. Gezamenlijk zetten ze zich in voor duidelijkheid over de veiligheid van purschuim in kruipruimtes.
„De GGD is inderdaad het eerste contactpunt voor bewoners die gezondheidsklachten hebben”, meldt het platform aan het Reformatorisch Dagblad. „Terecht noemt het artikel het purprotocol. In dit stappenplan staat hoe om te gaan met klachten die mogelijk een verband hebben met gespoten pur. Het is ontwikkeld door medisch deskundigen, mede op initiatief van het Kennisplatform en Binnenlandse Zaken. De GGD moet aan dit protocol toetsen.”
Gespoten purschuim is een veilig product wanneer het als vloerisolatie volgens de geldende regels wordt aangebracht, zegt het platform. Daarbij verwijst de organisatie naar een rapport van TNO uit 2013 en een rapport van onderzoeksbureau RPS uit 2014. Conclusies: de blootstelling aan de bestanddelen voor korte of langere tijd vormt geen of nauwelijks een risico voor de gezondheid van bewoners. Dat kan anders zijn als ze al overgevoelig zijn voor een van de chemische stoffen die vrijkomen bij het spuiten.
Verder onderstreept het platform het belang van het inschakelen van een gecertificeerd bedrijf. „Verwerkers van purschuim die in dienst zijn van gecertificeerde bedrijven, zijn adequaat opgeleid. Deze bedrijven hebben pas na een toelatingsonderzoek een certificaat gekregen. Door inspecties zien certificeringsinstellingen toe op correct gebruik van pur.”