Kansloze poging om Blair af te zetten
Elf leden van het Britse Lagerhuis hebben een eeuwenoude regeling van stal gehaald die het mogelijk maakt een premier af te zetten. Zij willen dat Tony Blair opstapt wegens misleiding over de oorlog in Irak.
De actie vindt plaats onder aanvoering van Adam Price van de Plaid Cymru-partij uit Wales. Betrokkene wordt gesteund door zijn partijgenoten, de Schotse nationalisten en twee Conservatieven. De door hem gestarte parlementaire procedure is meer dan 150 jaar geleden voor het laatst gebruikt.
De volksvertegenwoordiger meent dat er „dwingend bewijs” is dat Blair het Britse volk heeft voorgelogen, met name over de dreiging van het Iraakse wapenarsenaal. Die vormde de directe aanleiding voor de militaire inval in het Arabische land. Tot dusver zijn er echter geen massavernietigingswapens gevonden.
Price baseert zich op een rapport van twee academici, Glen Rangwala van Newham College in Cambridge en Dan Plesch van Birkbeck College aan de University of London, dat naar zijn zeggen aantoont dat Blair zich schuldig heeft gemaakt aan „moedwillige, herhaalde verdraaiing, ernstig misleidende verklaringen en verwijtbare nalatigheid.”
Aanhangers van Blair doen de stap van Price af als een politieke stunt die gedoemd is te mislukken. Ook de media geven Price geen enkele kans. Om Blair daadwerkelijk afgezet te krijgen, moet een motie van die strekking aangenomen worden door het Lagerhuis, waar de Labour-partij van de premier een ruime meerderheid heeft. Price zegt dat hij en zijn medestanders hun „historische poging” ondernemen met „een groeiend gevoel van vastbeslotenheid.”
„Wij laten ons leiden door de oudste van de parlementaire doctrines: het beginsel van ministeriële verantwoordelijkheid, dat degenen die ons leiden ons niet kunnen misleiden en in functie blijven”, aldus Price. „Het is eenvoudigweg ongekend dat een minister in het licht van zo dwingend bewijs weigert af te treden.”
Volgens het rapport van Rangwala en Plesch kan Blair op vier gronden worden afgezet: misleiding van het parlement en het land en verzuim om daarom af te treden, nalatigheid en incompetentie, ondermijning van de grondwet en het maken van geheime afspraken met de Amerikaanse president George Bush aangaande de omverwerping van het regime van de Iraakse president Saddam Hussein.
„Het lijkt misschien bizar om Victoriaanse constitutionele geschiedenissen af te stoffen en precedenten uit de tijd van Charles I en Chaucer te bestuderen, maar het gedrag van de premier laat het volk en het parlement geen andere keus als wij de basis van onze democratie willen behouden”, meent Price. „Wij zijn gewend aan ontwijken, gedraai en loopjes met de waarheid. Maar om misleidend gedrag van de hoogste minister bij zoveel gelegenheden over een oorlog die nog tientallen jaren in wereldaangelegenheden door zal werken ongehinderd te laten passeren, zou hetzelfde zijn als het loslaten van de zaak van de vrijheid waar generaties lang met zoveel pijn voor is gevochten.”
Het Britse parlement keert op 7 september terug van reces.