Chrysantenteler Van Tuijl: Hogere stroomtarief remt innovatie
Tuinders die hun gewas belichten, moeten in 2020 fors meer betalen voor netstroom. Belangenorganisatie Glastuinbouw Nederland trok woensdag aan de noodrem, „De overheid is onvoorspelbaar”, vindt chrysantenkweker David van Tuijl.
Van Tuijl (45) heeft samen met zijn broer Rochus (50) in Brakel een bedrijf met drie vestigingen en een gezamenlijke oppervlakte van 15 hectare. Daarmee horen ze bij de grotere ondernemingen in de bloementeelt. Maar ook zij gaan de tariefsverhoging voelen. „Ik schat dat het ons 130.000 euro per jaar kost”, zegt hij.
De zogeheten opslag duurzame energie op elektriciteit gaat vanaf 1 januari voor het hele bedrijfsleven omhoog. Verreweg de sterkste tariefsverhoging, 177 procent, geldt voor bedrijven met een stroomafname tussen 50.000 en 10 miljoen kilowattuur (kWh). In die categorie vallen drie- tot vierhonderd tuinbouwbedrijven.
Dat heeft alles te maken met belichting. Veel bloemen en ook sommige groenten in Nederlandse kassen krijgen in de donkere maanden van het jaar kunstmatig licht om de groei te bevorderen. De mate van belichting, en daarmee het stroomverbruik, verschilt per gewas.
Van Tuijl: „Wij belichten van 1 oktober tot half maart, maximaal twaalf uur per dag. Dat is relatief beperkt. Een chrysant moet per etmaal twaalf uur donker hebben, anders gaat hij niet bloeien. Andere bloemen, zoals roos en lisianthus, en ook tomaat worden intensiever belicht.”
De stroom voor de ‘groeilampen’ komt voor het grootste deel van warmtekrachtkoppeling (wkk). Dit is een installatie die de kas verwarmt door het verstoken van aardgas en tegelijk stroom produceert. Als bij zacht weer weinig warmte nodig is, betrekken de broers Van Tuijl stroom van het net. Zo voorkomen ze onnodig stoken.
Het is een voorbeeld van verduurzaming, waar veel tuinders mee bezig zijn. „We leren steeds efficiënter met warmte omgaan”, zegt Van Tuijl. Warmte is niet alleen nodig om de kas op temperatuur te houden –bij chrysanten minimaal 18 graden– maar ook om te voorkomen dat het te vochtig wordt. Dat laatste is belangrijk om aantasting van het gewas door schimmelziekten tegen te gaan.
Van Tuijl: „Het is een kwestie van stoken met de ramen een beetje open. Daar spelen we steeds slimmer mee, bijvoorbeeld door droge lucht boven het energiedoek (scherm dat ’s nachts uitstraling van warmte voorkomt, TR) te mengen met vochtigere lucht eronder. Er zijn ook collega’s die installaties aanschaffen waarmee ze de kaslucht mechanisch ontvochtigen. Maar in zulke innovaties steken we geen geld meer als die tariefsverhoging doorgaat.”
Dat noemt de teler „het wrange in het verhaal”: als ingekochte stroom duurder wordt, is het op een gegeven moment aantrekkelijk om de wkk-installaties maar weer extra te laten draaien. „Terwijl wij juist van het gas af willen. Wij hebben als sector niet voor niets in juni onze handtekening onder het klimaatakkoord gezet. Toen is er met geen woord gerept over verhoging van die opslag. Maar nu blijkt dat de overheid onvoorspelbaar is.”
De broers nemen met hun drie kassen ruim 10 miljoen kWh stroom van het net af. Ze betalen dit jaar ongeveer 8 cent per kWh. Met de tariefsverhoging komt daar ruim 1,3 cent bij, in totaal dus zeker 130.000 euro. Dat is een fors bedrag, ook voor hun bedrijf met een jaaromzet van meer dan 10 miljoen euro. Van Tuijl: „Het gaat direct van het bedrijfsresultaat af.”
Tuinbouwbedrijven zullen niet morgen omvallen, denkt de teler, maar de risico’s nemen wel toe. „Prijzen schommelen. Momenteel gaat het in de sierteelt best aardig maar we hebben ook hele moeilijke jaren gehad. Om die door te komen, moet je vet op de botten hebben.”
De opslag is bedoeld om de opwekking van duurzame energie te stimuleren via de zogeheten SDE-subsidie. Ook de broers Van Tuijl profiteren daarvan. „Drie jaar geleden hebben we zonnepanelen op onze loodsen gelegd, een investering van 250.000 euro. We ontvangen een exploitatiesubsidie van zo’n 15.000 euro per jaar. Veel minder dus dan de verhoging van de opslag die nu dreigt.”