Armoede VS opnieuw gestegen
De armoede in de Verenigde Staten is opnieuw toegenomen. Het aantal Amerikanen dat in armoede leeft, is in 2003 met 1,3 miljoen gestegen, ondanks het economisch herstel. Kinderen en Afro–Amerikanen zijn er het slechtst aan toe. Dat heeft het Amerikaanse Census Bureau, een bureau voor statistiek, donderdag bekendgemaakt.
Het aantal arme Amerikanen bedraagt nu 35,9 miljoen, oftewel 12,5 procent van de bevolking. In 2002 was dat 12,1 procent, in 2001 11,7 procent. Het percentage behoeftigen is nog niet zo hoog als in de jaren tachtig, toen ongeveer 15 procent van de bevolking in armoede leefde. Volgens de statistieken van het Census Bureau is een gezin van vier personen arm als het van 18.810 dollar (15.570 euro) of minder per jaar leeft.
Het armoedecijfer onder zwarte Amerikanen is volgens het rapport twee keer zo hoog als het gemiddelde. Bijna een kwart van de Afro–Amerikanen leeft onder de armoedegrens. Verder signaleert het Census Bureau een stijging van het aantal Amerikanen zonder ziektekostenverzekering en een stagnatie van de lonen over de gehele linie.
Het rapport van het Census Bureau is nuttige munitie voor de Democratische Partij in de strijd om de presidentsverkiezingen. De Democratische kandidaat John Kerry uit al lange tijd de kritiek dat er onder het bewind van president George Bush te weinig banen zijn bijgekomen.
Ook vinden de Democraten dat het sociaal–economisch beleid van de regering–Bush, met drie belastingverlagingen in drie jaar tijd, vooral de rijken heeft bevoordeeld. De middenklasse en de allerarmsten zijn er nauwelijks op vooruit gegaan.
Het campagneteam van Kerry bekritiseerde donderdag het besluit van de regering om het verslag al in augustus naar buiten te brengen, midden in de vakantieperiode. Daarmee probeert Bush de aandacht in de media voor de slechte cijfers tot een minimum te beperken, aldus de Democraten. Doorgaans verschijnt het jaarlijkse armoederapport pas in september.