Kamer vol vragen na deal van VS en Turkije
Partijen in de Tweede Kamer zijn blij met het tijdelijke staakt-het-vuren in het noorden van Syrië. Maar ze vragen zich af hoe het verder moet. De Turkse president Recep Erdogan en de Amerikaanse vicepresident Mike Pence kwamen de rustperiode donderdag overeen.
Het Turkse leger viel het noorden van het buurland vorige week binnen. Het wil de Koerdische YPG-militie uit het grensgebied verdrijven en daarna een bufferzone van zo’n 30 kilometer opzetten. De Turken gaan hun militaire operatie vijf dagen opschorten zodat de YPG zich kan terugtrekken.
De verklaring van Pence en Erdogan geeft „hoop”, aldus Sven Koopmans (VVD). „Maar het is makkelijker een eenzijdige wapenstilstand af te kondigen dan te implementeren”, twitterde hij. Hij vraagt zich daarbij af „hoe je een wapenstilstand kan afspreken zonder de tegenpartij” erbij te betrekken.
Het bestand is goed, stelt Martijn van Helvert (CDA). Hij denkt dat Turken hun posities in Noord-Syrië gaan versterken en na vijf dagen niet zullen vertrekken.
Zijn collega Joël Voordewind (ChristenUnie) vindt het goed dat het vechten stopt, maar ook „wrang en zuur” dat de weg wordt vrijgemaakt voor de Turken om „20 kilometer Syrisch-Koerdisch grondgebied in bezit te nemen”. Hij spreekt van een „slag in het gezicht van de Koerden en christenen”.
Volgens Sadet Karabulut van de SP is een pauze in de strijd „het minste wat moet gebeuren”. Turkije moet zich volgens haar volledig terugtrekken uit het noorden van Syrië.
De Kamer pleitte de afgelopen dagen voor harde sancties tegen Turkije. Het kabinet heeft de wapenexport opgeschort en de inval veroordeeld. Meer strafmaatregelen zitten er voorlopig niet in, al lobbyt premier Rutte Rutte daar wel voor bij de EU-top in Brussel.