‘Hoger beroep moord Endstra niet voor 2021’
Het hoger beroep in de strafzaak over de moord op de Amsterdamse vastgoedbaron Willem Endstra in 2004 wordt niet voor 2021 inhoudelijk gevoerd. Die verwachting spraken de raadslieden van de drie verdachten donderdag uit na een inleidende zitting bij het hof in Amsterdam.
Het hof besliste dat het OM tot het einde van dit jaar krijgt om het onderzoeksdossier af te ronden, waarna komend voorjaar wordt besloten over verder onderzoek en eventuele getuigenverhoren. Ook ging het sein op groen voor het inbrengen van stukken uit de strafzaak tegen Willem Holleeder.
Holleeder (61) kreeg in juli van dit jaar levenslang als (mede-)opdrachtgever voor een reeks moorden, waaronder die op Endstra. Diens liquidatie zou zijn georganiseerd door drie Alkmaarders van Turkse origine. Zij werden in 2016 door de rechtbank bij gebrek aan bewijs vrijgesproken. Justitie ging daarop in beroep.
In het vonnis maakte de rechtbank destijds met name korte metten met de belastende verklaringen van de beschermde getuige Hidr Korkmaz. Hij kwam eind 2017 in het buitenland om het leven bij een visongeval. Naar het waarheidsgehalte van zijn verklaringen is en wordt nog altijd extra onderzoek gedaan, zei de aanklager donderdag.
De stukken uit de Holleeder-zaak die justitie wil inzetten hebben vooral betrekking op het criminele driemanschap dat Holleeder zou hebben gevormd met Dino Soerel en Stanley Hillis en de ‘modus operandi’ van hun organisatie. De ‘Groep Alkmaar’ zou een van de moordcommando’s zijn geweest en zijn ingezet bij meerdere liquidaties, waaronder ook die van crimineel John Mieremet in Thailand (2005).
Geen van de drie verdachten, Ziya G., Ali N. en Özgür C., was donderdag aanwezig. G. verblijft voor zover bekend in Turkije. Ali N. woont volgens zijn raadslieden in België. C. zou als enige nog in Alkmaar vertoeven.
De zaak gaat in april verder.