Opinie

Nederland heeft Europa nodig voor ICT-inhaalslag

Naast forse investeringen kan alleen samenwerking voorkomen dat de Nederlandse Artificiële Intelligentie-sector nog verder achteropraakt.

Wouter Bronsgeest
7 October 2019 15:29Gewijzigd op 16 November 2020 17:10
Op zeer uiteenlopende terreinen (onder meer zelfrijdende auto’s) is de impact van Arti-ficiële Intelligentie merkbaar. Foto: in Brabant experimenteert men met een zelfrijdend shuttlebusje. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Op zeer uiteenlopende terreinen (onder meer zelfrijdende auto’s) is de impact van Arti-ficiële Intelligentie merkbaar. Foto: in Brabant experimenteert men met een zelfrijdend shuttlebusje. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Nederlandse regeringen willen al jaren dat ons land vooroploopt op ICT-gebied. Maar de realiteit is dat er na de eeuwwisseling sprake is van een alsmaar oplopend tekort aan goed opgeleide ICT’ers, terwijl de samenleving in rap tempo digitaliseert.

Met de hooggespannen verwachtingen rond Artificiële Intelligentie (AI) is het al niet anders gesteld. Het kabinet-Rutte III heeft aangekondigd na de zomer met een nationale AI-visie te komen, maar als dat beleid niet gericht is op samenwerking binnen én buiten Europa, zal Nederland nog verder achter gaan lopen.

De komst van AI in onze samenleving is niet meer te stoppen. Op zeer uiteenlopende terreinen is de impact merkbaar, van gezichtsherkenning en zelfrijdende auto’s tot het voorkomen van financiële crises en het versnellen van medisch onderzoek. De overheid onderkent het belang van dit soort ontwikkelingen. „Van alle nieuwe digitale technologieën wordt van Artificiële Intelligentie (AI) de komende tien jaar de grootste impact verwacht op de economie en maatschappij”, stelt onze regering in de Digitaliseringsstrategie 2.0 van juli 2019.

Nationaal fonds

Half juli pleitte de Nederlandse AI-Coalitie, een samenwerking van onder meer werkgeversorganisatie VNO-NCW, MKB Nederland en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, voor concrete maatregelen rond AI. Ze stelde voor een nationaal fonds in te richten voor bedrijven die zich hiermee bezighouden. Dit alles om bedrijven, wetenschappers en onderzoek voor Nederland te behouden of zelfs ertoe over te halen hiernaartoe te komen. Natuurlijk zijn dit allemaal stappen in de goede richting, maar wil het overheidsbeleid echt zoden aan de dijk zetten, dan is het zaak de realiteit in ogenschouw te nemen.

Het optimisme van VNO-NCW, dat zegt dat Nederland het nog „best aardig” doet in vergelijking met andere Europese landen, wordt volledig tenietgedaan als je bedenkt dat Europa nu al volledig achterloopt ten opzichte van China en de VS. De Europese private sector investeerde in 2016 namelijk 2,4 tot 3,2 miljard euro in AI. Dat is aanzienlijk minder dan China (5,6 tot 9,7 miljard euro) of de VS (12,1 tot 18,6 miljard euro), zo blijkt uit cijfers van het Europees Parlement.

Nederland beschikt weliswaar over goed onderzoek als het gaat om AI, door wetenschappers die hoog gerankt staan, maar we worden ingehaald door landen die zich veel eerder op ICT hebben toegelegd. Niet alleen ten opzichte van China (de Chinese overheid verklaarde eerder al dat het in 2030 wereldleider in AI wil zijn) of de VS, maar ook ten opzichte van de ons omringende Europese landen. Waar Duitsland en Frankrijk in 2017 hun strategisch actieplan al klaar hadden, wachten we er hier in Nederland nog steeds op.

Klein land

Naast een tekort aan goed opgeleide ICT’ers en een gebrek aan de juiste opleidingen speelt ook mee dat de in Nederland aanwezige ICT-talenten vaak vertrekken om voor grote buitenlandse techbedrijven of universiteiten te werken.

Ook blinken de Nederlandse raden van commissarissen (rvc’s) nog niet bepaald uit in digitale kennis. Een topman van een groot ICT-bedrijf omschreef de rvc’s treffend als drenkelingen op een houten vlot in een digitale oceaan. Hier komt nog bij dat Nederland qua bevolkingsaantal maar een klein land is. We hebben per definitie dus minder studenten die een ICT-opleiding volgen dan China of de VS.

De Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals (KNVI) is dan ook van mening dat een nationale strategie alleen kans van slagen heeft als er mede breed wordt ingezet op Europese samenwerking. Oost-Europese landen zijn aantrekkelijk omdat hier van oudsher veel ICT-kennis en kunde aanwezig zijn.

Verder kijken dan Nederland is dan ook een logische stap, maar het is te hopen dat het kabinet dat ook ziet. Strategische samenwerkingsverbanden zijn bittere noodzaak, wil Nederland niet nog verder achteropraken.

De auteur is duovoorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals (KNVI). De KNVI houdt op 8 oktober een nationaal ”AI Debat” in Dauphine in Amsterdam. Op deze dag presenteert staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat in Den Haag de Nationale AI Strategie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer