Elsbeth Visser: Vorming jongere gebeurt niet via leerlijnen
Een christelijke docent zou jongeren niet alleen geloofsovertuigingen moeten bijbrengen, maar hen ook leren zélf keuzes te maken in deze wereld. Dat betoogt Elsbeth Visser-Vogel aan de vooravond van de Dag van de leraar op 5 oktober.
Het was de dag na de terroristische aanslagen in Parijs. „Wie heeft er vanochtend aandacht aan besteed in de klas?” vroeg Visser aan de docenten uit het voortgezet onderwijs die een cursus bij haar volgden. „Ik verwachtte dat ze daar met leerlingen over zouden praten, dat ze het een plek zouden geven in de dagopening, dat ze zouden bespreken wat vrijheid van meningsuiting is.” Maar niemand stak z’n hand op.
„Dat zou nou precies een moment zijn om te laten zien hoe je in de wereld staat”, zegt Visser. „Een moment om de leerlingen aan het denken te zetten. Wat vind je ervan? Hoe kijken wij aan tegen mensen die anders denken? Dat is beter dan wachten op het moment tot in het boekje het hoofdstuk over vrijheid van meningsuiting aan de beurt is.”
Persoonsvorming moet niet alleen aandacht hebben bij burgerschap of maatschappijleer. Want het komt niet tot stand door het volgen van voorbedachte leerlijnen en leerdoelen, betoogt Visser, tegenwoordig docent op de Christelijke Hogeschool Ede. Samen met haar oud-collega Bram de Muynck van Driestar educatief bracht ze vorige week een boekje uit onder de titel ”Hier ben ik. Een christelijk perspectief op persoonsvorming in het onderwijs”.
De twee noemen persoonsvorming „een pedagogische opdracht die voortdurend gestalte krijgt in het onderwijs van iedere dag.” En dat draait volgens de auteurs niet alleen om het aanleren van kennis en gedrag. Het betekent meer: een leerling moet zich de achterliggende waarden eigen maken. Niet als doel, maar als ideaal. „Een doel kun je bereiken, een ideaal is iets waar je naar reikt”, legt Visser het verschil uit.
Schudden
Veel reformatorische scholen zijn bezig om leerlingen weerbaar te maken. „Ze leren wat jongeren zouden moeten zeggen als het gaat over IVF-behandeling of voor het huwelijk met elkaar naar bed gaan. Maar zit die overtuiging ook van binnen? Is hun hart gevormd? Leren jongeren de mening van een docent of de traditie of leren ze zelf keuzes maken in deze wereld?”
Dat kan bijvoorbeeld door als docent te vragen naar iemands mening en het waarom. Of opdrachten te geven waarbij leerlingen zelf gaan nadenken, zich in een situatie verplaatsen. „Een docent zou een open blik bij leerlingen moeten stimuleren. Wat ook van de leraar zelf vraagt dat hij over grenzen heen kan kijken.”
Laat een leraar ook maar ‘schudden’ aan zijn leerlingen, betoogt het boekje. Leerlingen zijn soms erg stellig en daarom is het de kunst om hun vragen en twijfels boven tafel te krijgen. Om vervolgens op zoek te gaan naar antwoorden, hen aan het denken te zetten. „Dat versterkt hun identiteit. Als de leerling van jongs af aan al leert dat er verschillende opvattingen zijn, dan zal dat hem op latere leeftijd helpen om niet verstrikt te raken in vragen en twijfels.”
Antwoordend persoon
Eigen keuzes leren maken, is niet iets individualistisch als dat draait om verantwoordelijkheid dragen, legt Visser uit. „Het gaat erom dat jongeren keuzes leren maken die niet per se goed zijn voor zichzelf, maar voor het grotere geheel. Je kunt wel weten wat jij leuk vindt en hoe je hoger op de maatschappelijke ladder komt. Maar weet je ook wat wenselijk is voor anderen en welke rol je hier op aarde hebt?”
Een goede persoonsvorming moet ertoe leiden dat kinderen „een antwoordend persoon worden ten opzichte van de ander en de Ander.” Dat gaat dus verder dan weten waar je vandaan komt en wat je kunt. „Hun verlangen moet zo getriggerd worden dat hun verlangen een antwoord wordt op hun roeping om het goede te doen.”