Misja het mandenverkopertje
Titel:
”Misja het mandenverkopertje”
Auteur: Gerbrand Fenijn, illustraties Irene Goede
ISBN 90 266 1228 1
Pagina’s: 64
Prijs: € 7,95; Titel: ”Christa en de verdwenen kandelaar”
Auteur: Anne M. van Westen, illustraties Roel Ottow
ISBN 90 266 1266 5
Pagina’s: 79
Prijs: € 8,95;
Titel: ”De frikadellenbende”
Auteur: Corien Oranje, illustraties Roelof van der Schans
ISBN 90 266 1227 3
Pagina’s: 109
Prijs: € 8,90.
De drie boekjes zijn uitgegeven bij Callenbach, Nijkerk.
Drie jeugdboeken van de christelijke uitgeverij Callenbach: natuurlijk valt het christelijke bij inhoudelijke kennismaking duidelijk -wat het derde boek betreft wat minder duidelijk- te bespeuren. Het eerste, het charmante boekje ”Misja het mandenverkopertje” van Gerbrand Fenijn, neemt jonge lezers mee naar de tijd van Jezus’ omwandeling op aarde.
”Misja het mandenverkopertje” is eigenlijk een paasverhaal, al heeft Misja de schokkende en vreugdevolle gebeurtenissen niet van het zien met eigen ogen maar telkens weer van horen-zeggen. Maar zijn verwondering, zijn verdriet en zijn oprechte vreugde zijn er niet minder om.
Het Joodse knulletje woont bij zijn oom, die manden maakt, en heeft tot taak die manden te verkopen. Hij doet daar met zijn ezeltje Haddid erg z’n best voor, op de markt in zijn woonplaats Jericho en in de naaste omgeving. Maar veel geluk heeft hij daarbij niet. De mensen moeten zijn manden niet, en wat nog erger is, ook hemzelf niet. Gelukkig voor hem is daar die blinde bedelaar in de poort, tegen wie hij af en toe zijn hart kan uitstorten. Bartimeüs heet hij. Als dit goed luisterende oor op een dag echter zomaar verdwenen blijkt te zijn, moet hij ook die steun missen.
Op dat moment beseft hij nog niet dat deze ’verdrietige’ gebeurtenis een keer ten goede brengt in zijn leventje. Er volgt namelijk een reeks van wonderbare en onbegrijpelijke dingen. Bijvoorbeeld als blijkt dat Bartimeüs niet blind meer is, maar genezen door een rondreizende profeet uit Galilea. Misja en Bartimeüs vinden elkaar terug en dan is hun vriendschap blijvend. De jongen ontmoet trouwens nog meer bekende bijbelse figuren, zoals de hoofdman Jaïrus, die voor de royale som van 7 zilverlingen kleden van hem koopt. Over Zacheüs’ bekering in de vijgenboom hóórt hij. En, o schrik en woede, ook over de arrestatie en kruisiging van Jezus, nadat hijzelf die onbegrijpelijke plotselinge duisternis op Goede Vrijdag heeft meegemaakt.
Vol verdriet loopt Misja met zijn handeltje door Bethanië, als Jedidja het dochtertje van de huisknecht van Lazarus hem binnennodigt. Plotseling verschijnt ook Lazarus zelf, samen met zijn zusters, en roept vol vreugde uit dat er een wonder is gebeurd; de Heere is opgestaan, het graf was leeg. Misja haast zich naar Jericho om dit grote nieuws aan iedereen, maar vooral aan Bartimeüs te gaan vertellen.
Ik noemde dit nieuwe boek van Fenijn een charmant verhaal. En dat is het ook: een warmbloedige vertelling, waarin de verbinding tussen het argeloze Joodse jongetje Misja en zijn beleving van de bijbelse werkelijkheid eerder verrassend dan, zoals je op het eerste gezicht zou denken, gekunsteld overkomt. De fijnzinnige illustraties van Irene Goede versterken de harmonieuze indruk.
Joodse gebruiken
Anne M. van Westen wil christelijke lezertjes van 8 à 10 jaar vertellen over Joodse feesten, gebruiken en voorwerpen. Ze heeft daartoe die wetenswaardigheden gekoppeld aan een verhaal over een zoektocht naar een chanoekia -negenarmige luchter- in ”Christa en de verdwenen kandelaar”.
De oer-Hollandse Christa -let op de naam!- maakt kennis met het Joodse meisje Tirza. Het klikt meteen tussen die twee. Tirza vertrouwt haar nieuwe vriendin een geheim toe: in de oorlog is de kostbare chanoekia van haar overgrootmoeder zoekgeraakt. Gestolen? Verloren? Verborgen? Dat laatste zou best wel eens het geval kunnen zijn! In de bezettingstijd waren Joodse bezittingen bepaald niet veilig, en overgrootmoeder kan het voorwerp best wel eens in haar tuin begraven hebben, zoals in die tijd meer gebeurde. Overgrootmoeders huis en tuin zijn er nog steeds, alleen woont er tegenwoordig een oude meneer in. Maar die gaat verhuizen, weet Tirza, dus wat let hen om samen te gaan graven in de tuin?
Zo eenvoudig gaat het allemaal echter niet. Er is een boze buurman. De oude meneer is moeilijk te vinden, en Christa zoekt daarom hulp bij een tante en bij haar vriendin, tegen de afspraak van de geheimhouding in. En dat terwijl de naam van de oude man al genoemd is en het gewoon een kwestie blijkt te zijn van het telefoonboek pakken.
Om kort te gaan: de kandelaar wordt niet gevonden, maar wel een ander Joods gebruiksvoorwerp van Tirza’s overoma: een mezoeza, zo’n kokertje dat Joodse gelovigen tegen hun deurpost aan schroeven en waarin op kosjer papier de bekende tekst uit Deuteronomium 6 vers 4 en 5 gestopt wordt.
De auteur heeft duidelijk gestreefd naar eenvoudig taalgebruik: korte zinnen, weinig moeilijke woorden, behalve die noodzakelijk zijn. Ik mis echter het sprankelende dat het verhaal boven het niveau van een eindexamenopstel uittilt. En dat geldt mijns inziens ook voor de illustraties, die weinig verrassends bieden.
Haargroeipillen
Deel 3 uit de serie ”Top Secret” van Corien van Oranje, getiteld ”De frikadellenbende”, biedt heel wat meer verrassingen, maar daar is het dan ook een jeugddetective voor. Uit de voorafgaande deeltjes kennen we al de vrienden en vriendinnenkring rondom domineeszoon Nathan, samen vormend de club van ”De misdaadmonsters”.
Als Nathan en zijn vrienden bij oom Bob gaan logeren om van deze oud-rechercheur uit de Warmoesstraat het vak van boevenvangen te leren, verdwijnt de goede man plotseling op geheimzinnige wijze. Heeft die verdwijning wellicht te maken met de twee misdadigers (geen bende dus), die zo verzot zijn op frikadellen en die, zoals in de loop van het verhaal blijkt, zich bezighouden met het oplichten van kale mannen, aan wie ze peperdure Chinese haargroeipillen trachten te verkopen?
Alles wijst in die richting, vinden de jongelui, ook bijvoorbeeld de beschadigingen aan Bobs Volvo, de inbraak in een warenhuis enzovoort. Toch lost alles zich vanzelf op, dankzij de komst en de hulp van de ’meiden’. Aan wie Nathan en zijn vrienden zelfs geen bijrolletjes hadden toegedacht!