Cultuur & boeken

Hoop op God

Titel:

Dr. T. M. Hofman
25 August 2004 10:29Gewijzigd op 14 November 2020 01:33

”Hoop op God. Eschatologische verwachting”
Auteur: dr. Jan Hoek
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2004
ISBN 90 239 1525 9
Pagina’s: € 24,90. Dr. Hoek heeft met ”Hoop op God” ons een mooi en breed opgezet boek geleverd en bewijst daarmee de gereformeerde gezindte een belangrijke dienst. Een sterke kant van het boek is dat Hoek de bijbelse gegevens over de hoop op God laat doorklinken en zo het eigensoortige karakter ervan belicht. Daarbij krijgt het gesprek met de vragen van onze tijd uitdrukkelijk een plaats.

De auteur laat in hoofdstuk 1 zien dat de bijbelse hoop diep verankerd is in wie God is. Hierbij trekt hij fundamentele lijnen en geeft zeven kenmerken van bijbelse hoop.

Het tweede hoofdstuk is gewijd aan de hoop voor Israël en de volken. Opnieuw blijkt dat Hoek in gesprek gaat met de hedendaagse opvattingen over hoop voor Israël en de verhouding tot de kerk. Hier komen diepborende vragen aan de orde, die in feite de grondstructuren van de christelijke theologie raken. De auteur ziet de lijnen van Jeremía 31 en Genesis 12 in het Nieuwe Testament doorlopen, waarbij hij de eenheid van het verbond benadrukt. Daarmee zijn ook voor hem niet alle vragen rond Gods plan met Israël opgelost. De auteur maakt op bladzijde 51 duidelijk dat hij de verbondsverhouding van Israël niet buiten Christus, maar juist in en door Christus wil zien. Voor de volken heeft de komst van Christus verregaande gevolgen, zoals uit Efeze 2 en 3 blijkt. De omstreden vraag van de discipelen in Handelingen 1:6 wordt door Christus wel gecorrigeerd, maar geenszins categorisch afgewezen. Deze hartstocht van de verwachting voor Israël vindt bij Hoek aansluiting. Ook geeft hij karakteristieken van het dispensationalisme en gaat het gesprek aan. Helder tekent Hoek de bijbels-gereformeerde lijn. God heeft slechts één volk en Christus heeft maar één bruid. Dit hoofdstuk wordt besloten met zeven bakens die zeker van belang zijn bij voortgaande bezinning.

Het derde hoofdstuk wil leren hoe we dienen om te gaan met de Bijbel als leerboek van de hoop. Allereerst volgt hier een paragraaf over de hermeneutiek met een zevental leesregels. De openbaring van de levende God doorloopt een geschiedenis, dat mogen we niet veronachtzamen. Vooral de profetie en de duiding ervan wordt in deze paragraaf doorlicht. Vervolgens geeft deze studie een aantal voorbeelden van oudere en nieuwere leeswijzen en tevens enige leesoefeningen rond Zacharía 14 en Jesaja 65, uitlopend op vijf evaluerende opmerkingen. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met zeven leesregels waarbij het met name gaat over wezen en duiding van de bijbelse profetie.

Hoofdstuk 4 stelt de hoop aan de orde in het kader van het sterven en het hemelleven. De moderne ambivalente doodsbeleving en de bijbelse gegevens krijgen de aandacht. Zo vindt er bezinning plaats op ”de onsterfelijkheid van de ziel” en het verlangen naar de hemel. Dit verlangen en het uitzien naar Gods grote toekomst horen er in de Schrift beide bij. Wezenlijke vragen rond leven en dood, de ziel en het hemelleven worden vanuit de Bijbel aan de orde gesteld. Ze zijn relevant voor ieder mens. Dit hoofdstuk loopt uit op de ernst en ruimte van de verkondiging van het Evangelie. Ingaan in de hemel is geen vanzelfsprekendheid. Alleen in Christus is er vrije toegang, vanwege de verzoening. In navolging van Ryle wordt Christus als de poort naar de hemel getekend.

Positief is ook het feit dat de schrijver in hoofdstuk 5 expliciet aandacht besteedt aan hoop voor de geschiedenis. Juist binnen de gereformeerde gezindte lijkt me hier een voortgaande bezinning geboden. Zo worden we bijbels gewapend tegen enerzijds vervluchtiging en vergeestelijking van de heilsgeschiedenis, anderzijds evenzeer tegen het lezen van Openbaring als een journalistiek verslag, dat gevangen zou kunnen worden in allerlei schemata. Het accent valt voor Hoek terecht op het nu reeds ten volle rechtdoen aan het koningschap van Jezus -geheel in lijn met Matthéüs 28:18 en Efeze 1:22 en 23- en het nog uitstaan van Zijn wederkomst. Op een evenwichtige wijze geeft Hoek in de discussies stem en tegenstem weer.

Hoofdstuk 6 vormt een kernhoofdstuk van grote omvang en inhoud. Het draagt als titel ”Hoop wordt aanschouwen”. De wederkomst, het laatste oordeel, de opstanding der doden en de realiteit van de hel komen uitgebreid aan de orde. Ook hier gaat de auteur in op oude en nieuwe vragen en opvattingen. Bijzonder waardevol is de bijbelse bezinning op de plaats van Gods schepping in de grote toekomst.

Dit boek wil ik van harte aanbevelen. Het is boeiend geschreven, vertolkt een gereformeerde schriftvisie, biedt veel en wil ons aan het denken zetten over een belangrijk theologisch en praktisch thema. Moge het onder Gods zegen een aanzet vormen voor verdere bezinning op de heilsgeschiedenis in alle facetten. In de titel ”Hoop op God” kan ”hoop” gelezen worden als een zelfstandig naamwoord, maar ook als een imperatief, een aansporing!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer