Column: Verantwoord racen
De achterliggende weken was Den Haag druk bezig met gelijke en ongelijke behandeling. Het gelijkheidsbeginsel werd vaak van stal gehaald. De ene keer meer terecht dan de andere keer. En soms hoor je ineens niets over (on)gelijke behandeling terwijl je dat wel zou verwachten. Een korte terugblik.
PvdA en D66 startten een pleidooi dat mbo’ers evenveel stagevergoeding moeten krijgen als hbo’ers. Volgens deze partijen werken mbo’ers net zo hard als hbo’ers en maken zij net zoveel uren. En dus verdienen zij een gelijke behandeling en beloning. Minister Van Engelshoven was er als de kippen bij om te zeggen dat een gelijke stagevergoeding het uitgangspunt moet zijn. Dit wordt vervolgd.
De Sociaal-Economische Raad (SER) kwam met het advies dat er een vrouwenquotum moet komen aan de top van het bedrijfsleven. Harde regels zijn nodig. Via de ‘zachte’ weg komt er onvoldoende terecht van gelijkheid aan de top. Dit advies roept veel weerstand op. Niet alleen bij mannen. De SER wil dat er bij beursgenoteerde bedrijven een ”ingroeiquotum” komt. Dit betekent dat in ieder geval 30 procent van de leden van de raad van commissarissen vrouw moet zijn. Haalt het bedrijf dat percentage niet? Dan mag je een of meer zetels binnen de raad van commissarissen niet vervullen. Dat wordt nog een interessante voor de praktijk. Gaan alle grote bedrijven hun statuten en bestuursdocumenten hierop aanpassen? En heeft de SER wel nagedacht over genderneutralen? Ook dit wordt vervolgd.
Meer in het klein kwam minister Wiebes in het nieuws. Hij had in een filmpje verteld dat hij meestal zijn gordel niet omdoet. Wiebes was daar – zo zei hij zelf – een beetje „stout” in. Het regende berichten van verontwaardiging. Wie denkt de minister wel niet wie hij is? Een dag later maakte Wiebes zijn excuses. De manier waarop hij dat deed, wekte vooral de indruk dat het Wiebes eigenlijk niets kon schelen. Veilig Verkeer Nederland zal wel blij zijn. Die hebben 149 euro op hun rekening bijgeschreven gekregen van Wiebes. En later ook van premier Rutte, die erkende ook wel eens geen gordel om te doen. Fijn. Dan is iedereen weer gelijk.
Wat uiteindelijk echt verraste, was een uitspraak van minister Bruins over de Formule 1 in Zandvoort. In een tv-programma werd aan Bruins gevraagd of de Formule 1 in 2020 wel doorgang kan vinden, gelet op de stikstofuitspraak van de Raad van State. In die uitspraak werd geoordeeld dat het Nederlandse programma om stikstof terug te dringen niet voldoet. Als gevolg van deze uitspraak is er veel onzekerheid bij boeren en in de bouw. Voor boeren is het de vraag of ze wel door kunnen met hun bedrijf. Van beoogde bouwprojecten is het de vraag of er vergunningen zullen worden verleend.
Minister Bruins vertelde in het programma dat de Formule 1 niet de dupe mag worden van het stikstofbesluit. Het kabinet gaat er „alles” aan doen om ervoor te zorgen dat dit evenement door kan gaan. Volgens Bruins zou het fantastisch zijn als we volgend jaar op 3 mei (dan is de Formule 1) ”vroem” horen. Ondertussen verscheen er een eerste adviesrapport van oud-minister Remkes met maatregelen om de hoeveelheid stikstof te verminderen. Belangrijk advies is zo snel mogelijk de maximumsnelheid in Nederland te verlagen.
De uitlating van Bruins is op z’n zachtst gezegd bijzonder. Je kunt het project van de Formule 1 niet bevoordelen ten opzichte van allerlei andere bouwprojecten. Alle benodigde vergunningen moeten worden beoordeeld volgens dezelfde regels en kaders. Inclusief het element rond stikstof. Er is geen voorkeursbehandeling voor de Formule 1. Dan blijven er twee mogelijkheden over. Of de vergunningaanvragen voor de Formule 1 worden behandeld zoals alle andere aanvragen. Of het kabinet zorgt dat de Formule 1 het evenement wordt voor verantwoord racen. Alle coureurs moeten hun gordel om. De maximumsnelheid op het circuit is beperkt tot 120 km/h. Alle coureurs starten vanaf ”poleposition” (de beste startplaats). Mannen én vrouwen achter het stuur. Gelijke kansen voor iedereen. Vroem.
De auteur is advocaat bij Post & Bouter Advocaten in Barneveld.