O ja, Encarta: even terug naar de jaren negentig
Achter het najaar ligt 2020. In de herfstmode zien we veel trends terug van voor 2000. Uit de jaren negentig, tachtig en zeventig. Toen je wel gebleekte spijkerbroeken, brede schouders en dunne brilmonturen had, maar geen smartphones en nog amper internet. Een minder opgefokte tijd.
Het zijn verwarrende en onzekere tijden. Alles verandert. Bestaat je baan over een paar jaar nog? Of heeft de nieuwe, digitale tijd je dan ingehaald? We leven op te grote voet, maar er zijn altijd nog ergere vervuilers. We schamen ons, of niet. We liggen met elkaar overhoop. Voor het wereldgebeuren zou je graag de luiken sluiten, als je ze had. Konden we maar even terug in de tijd.
Herfst, eind jaren negentig. In een doorsnee winkelstraat kun je over de hoofden lopen. Je past je aan aan de trage tred van het winkelend publiek, dat plastic tassen draagt. Voor het gele pand van Intertoys speelt een draaiorgel zijn vertrouwde riedeltjes. Guldens, stuivers en kwartjes met beeltenissen van Beatrix en Juliana rinkelen in het koperen blikje van de draaiorgelman. Hij schudt het op de maat van de muziek. Het nieuwe Intertoysboek is net uitgekomen. Elk najaar valt het met een ferme plof op de mat. Bestuurbare auto’s, lego, cowboyspullen: er gaat een onweerstaanbare aantrekkingskracht van uit.
De deuren van Dixons staan wijd open. Hier verkopen ze de elektronica die in vijftien jaar tijd de wereld zo zal veranderen dat de winkelketen er zelf aan onderdoor zal gaan. Computers zijn lompe kasten met logge schermen, maar wat kun je er veel mee. Vroeger had je de Winkler Prins in twintig delen, nu past een hele encyclopedie op twee cd’tjes: Encarta. Niet iedereen heeft een computer. Maar áls je er een hebt, kun je A2 Racer spelen, of SimCity.
De boekhandel op de straathoek heeft aan klandizie geen gebrek. Een goedgevuld rek met dagbladen, bij de ingang, telt ook de nodige buitenlandse titels. Aan het eind van de winkelstraat staat een loempiakraam. Tijdens een herfstbui is er geen betere schuilplek denkbaar dan de luifel van de kraam, achter het klapperende zeil. De loempiasaus is om je vingers bij af te likken, als je je mond niet brandt. Zomers is er ook een ijskar, met schepijs voor een gulden en kraaltjes voor een duppie.
Daar is de openbare bibliotheek. Het is er druk. Mensen met tassen vol boeken wachten in rijen voor de balie, hun pasje bij de hand. Er is altijd wel een hoekje waar het folie loslaat, tenzij je net een nieuwe hebt. Ogen dwalen rond of staren naar het grijze systeemplafond. Er wordt ingeleverd en gehaald. In een hoekje van de zaal is jong grut verdiept in de Donald Duck. Stilte hangt als een deken boven de tapijttegels.
Bij de uitgang van de bibliotheek staan de winkelwagentjes van Aldi. Verderop zit de concurrent, Basismarkt. Je kunt ook naar Konmar gaan, of A&P – voorheen Jac Hermans, weet u nog? Albert Heijn heeft net een noviteit geïntroduceerd: de bonuskaart. In de wijk vind je kleine supers zoals MeerMarkt. Het grootwinkelbedrijf floreert. Er zijn winkels met vrolijke, bijna lievige namen. Kien. Giraffe. Die laatste is een variant op Blokker en Xenos. De caissière stopt je huishoudelijke aankopen in krakende plastic tassen met Giraffe-logo. Kien is een kledingzaak met doorgaans grote winkelpanden. Op een zaterdagochtend sta je vaak wel even te wachten tot er een pashokje vrij is.
Onder een kastanjeboom zijn kinderen druk in de weer. Ze vullen tassen tot de rand met glimmende kastanjes. Er klinkt geritsel uit het gebladerte, geraas. Het regent stekelige bolsters. Thuis zullen de kinderen herfsttafels maken en bouwwerken van kastanjes en satéprikkers. Vanaf de onderste tak van de verkleurende boom valt een blond jochie met een smak op de grond. Ach. De kastanjeboom zal het niet vaak meer meemaken. Dit is de laatste generatie kinderen die na schooltijd nog uren buiten speelt, tot het avondeten –een hinderlijke onderbreking– en daarna tot het donker wordt. Skeeleren, spinnen met een lichtgevende jojo. Maar ook: zorgen voor je Tamagotchi, de voorloper van een nieuwe tijd. De beeldschermtijd.
Straks komt de sint. En de sneeuw. Het leven gaat zijn trage gang. Een man fietst voorbij, de tassen volgeladen met boodschappen van A&P. Chips met flippo’s, van Smiths. En hagelslag met funnies. Nog even, dan wordt de klok verzet. Valt de schemer voor het avondeten.
Alles verandert. Behalve het verzetten van de klok. O nee, dat ook.