Christelijke Kinderboekenmaand bestaat 25 jaar: reden tot een feestje
De Christelijke Kinderboekenmaand heeft iets te vieren: 25 jaar geleden was de eerste editie een feit. Het alternatief voor de Kinderboekenweek werd uit de nood geboren. Dat wil niet zeggen dat er geen reden is voor feest, vindt Coen Verboom, directeur van organisator BCB. „Dat is me te kort door de bocht.”
Het was bepaald geen drukke boel op maandagavond 3 oktober 1994, bij de start van de eerste „alternatieve kinderboekenweek”, zoals een journaliste van het Nederlands Dagblad de bijeenkomst noemde. Ongeveer dertig mensen waren er, op de Koningin Beatrixschool in Den Haag. Schrijver Joke Verweerd en Frans van Houwelingen mochten iets zeggen over christelijke kinderboeken.
Anne Nijburg, destijds directeur van de Beatrixschool en voorzitter van de vereniging Bijbel & Onderwijs, was mede-initiatiefnemer van de bijeenkomst. Hij maakte zich al langer zorgen over kwalijke tendensen in het kinderboek – en de keus van de CPNB om ”In het holst van de nacht” tot thema van de Kinderboekenweek te maken, was voor hem de druppel.
Zijn uitlatingen konden rekenen op kritiek in de media. „Het was ons wel bekend dat bepaalde groepen in de samenleving overal satan in zien”, reageerde CPNB-directeur H. Kraima een tikje vilein in De Volkskrant. „Maar satan in de Kinderboekenweek… Nee.” Tegen een journalist van het Reformatorisch Dagblad merkte hij later op dat Bijbel & Onderwijs helemaal geen contact had gezocht met de CPNB – wat hem uiteraard stak.
Gematigder toon
„De Kinderboekenweek is op zo’n manier georganiseerd dat iedereen er op zijn eigen manier aan kan meedoen”, zei Kraima rond diezelfde tijd in De Volkskrant. Maar die gematigder toon hield de in gang gezette ontwikkeling niet tegen. Samen met de Stichting Samenwerkende Christelijke Boekhandels –de voorloper van de huidige Brancheorganisatie voor het Christelijke Boeken- en Muziekvak (BCB)– werd de eerste aanzet gegeven tot wat later de Christelijke Kinderboekenmaand zou worden. Een geschenkboek was er niet, in 1994, wel kregen ouders tijdens de Kinderboekenweek bij de christelijke boekhandel een informatieboekje over omgaan met angst bij kinderen. Dit alles onder het motto ”Je hoeft niet bang te zijn”, waarmee het als „duister” aangemerkte thema van de Kinderboekenweek een vriendelijker klank kreeg.
Serieus alternatief
Het jaar erop, in 1995, was de Christelijke Kinderboekenmaand een feit – de eerste van een rij die inmiddels 25 afleveringen telt. Met een eigen actieboek: ”Andersom”. Er was een serieus alternatief ontstaan voor de Kinderboekenweek, zeker toen het aanbod in de loop der jaren werd uitgebreid tot drie actieboeken per keer, een cd, een werkmap om op school mee aan de slag te gaan en allerhande promotiemateriaal.
Is er wel reden voor een feestje? De aanleiding tot het ontstaan van de Christelijke Kinderboekenmaand was niet per se leuk.
Coen Verboom, directeur van de BCB, organisator van de Christelijke Kinderboekenmaand: „Die gedachte vind ik wel heel kort door de bocht. Dat men niet altijd even goed uit de voeten kon met CPNB-materiaal was een van de redenen. Maar wat dan nog? Wat is er mooier dan op verschillende niveaus met kinderboeken bezig zijn? De Kinderboekenmaand wordt ervaren als een feest. Door boekhandels en scholen.”
Treurig zijn is niet nodig?
„Nee, nee. De aanleiding was misschien negatief, maar dat is 25 jaar geleden. We merken nu trouwens nog altijd dat er een toename is in de aandacht voor wat wij doen als de Kinderboekenweek een thema heeft dat moeilijker ligt. Zoals twee jaar terug met ”Gruwelijk eng”. De afname van materialen is dan groter. Ook door algemeen-christelijke en soms openbare scholen.”
Hoe bedenkelijker het thema, hoe fijner voor jullie, zou je haast denken.
„Ik zou het breder willen zien: onze hoofdtaak is promotie van het christelijk boek en campagnes zijn goed om aandacht te geven aan het christelijke boek en de christelijke boekhandel. Die heb je nodig.”
Hoe urgent is zo’n eigen Kinderboekenmaand? Het gros van de thema’s is toch prima geschikt voor christenen?
„Daarom proberen we ook aan te sluiten bij het thema. De CPNB heeft zo’n slagkracht, je zou dom zijn als je dat niet deed. Als wij een ander thema zouden kiezen, kunnen we dat nooit op dezelfde manier in de markt zetten.
Daarbij doen we iets extra’s: we maken in ons materiaal de verbinding met de christelijke identiteit, leggen eigen accenten.
En wij hebben met drie actieboeken voor elke leeftijdsgroep iets. Dat is bij het Kinderboekenweekgeschenk niet zo.”
Eén keer, in 2013, deden jullie hetzelfde als de CPNB: een gratis geschenk bij aankoop van een boek.
„Veel boekhandels waren daar niet gelukkig mee. Dat geluid was zo sterk dat we het bij één keer lieten. Afgelopen voorjaar hebben we weer gevraagd: vinden jullie de huidige opzet goed? Ook nu was de meerderheid voor een betaald actieboek.”
De Kinderboekenweek biedt ook steeds meer onlinemateriaal aan, zoals filmpjes van auteurs. Gaan jullie wel genoeg mee met de tijd?
„Dat is een goeie vraag. We hebben dat ook aan de boekhandelaren gevraagd. Het is belangrijk dat zij uit de voeten kunnen met wat wij leveren. We doen nu al wel wat op dat gebied. We komen voor de Kinderboekenmaand bijvoorbeeld met een filmpje waarin een kind een boek koopt. Zulke uitingen zullen zeker toenemen.”
En hoe zit het met de samenwerking met het Platform Christelijke Kinderboeken? Dat organiseert een christelijk kinderboekenfeest, als start van de Kinderboekenmaand.
„Zo’n feest is niet onze corebusiness, wij richten ons op de boekhandel. We ondersteunen het feest wel. We zorgen dat er aandacht voor is in nieuwsbrieven en op sociale media, we geven wat weg voor de goodiebag. We zijn geen concurrenten van elkaar, al wordt het soms wel zo neergezet.”
We zouden het liefst alle kinderboekpromotie, dus Kinderboekenweek en Kinderboekenmaand, onder één dak brengen, stelt de organisator van de Kinderboekenweek CPNB in een reactie. Realistisch?
„Dat weet ik niet. Waar je elkaar kunt versterken moet je het zeker doen. Ik merk dat er een andere wind waait bij de CPNB. Leesbevordering is nu een speerpunt. Ik kan me voorstellen dat we daarin ook als partner kunnen aansluiten. De nieuwe directeur (Eveline Aendekerk, MO) zou het leuk vinden om te kijken waar we kunnen samenwerken. Vroeger was de CPNB een wat gesloten bolwerk. Nu zijn de luiken er wel opengegaan. We hebben inmiddels aan elkaar gesnuffeld, dat moet een vervolg krijgen.”
Is de Christelijke Kinderboekenmaand een intern feestje of draagt het ook wat uit naar kinderen buiten de christelijke wereld?
„Dat laatste klinkt wel heel erg missiegericht. Zo zou ik het niet willen zeggen. Maar een intern feestje is ook niet ons doel. We willen laten zien wat we te bieden hebben. Soms zie ik iets van het calimero-effect in de christelijke wereld: we zijn klein, we kunnen niet veel. Maar er verschijnen mooie kinderboeken en we mogen best trots zijn op wat er is.”
Terugblik op 25 jaar Kinderboekenmaand
Theo Aerts, betrokken bij het opzetten van de Christelijke Kinderboekenmaand: „25 jaar Kinderboekenmaand is een mijlpaal in het christelijke boekenvak. Het kinderboek is belangrijk, zowel ideëel als qua omzet. Daarom koos ik destijds ook voor dit initiatief, samen met de Stichting Samenwerkende Christelijke Boekhandels. Zakelijk was het niet het makkelijkste project om kostendekkend te maken, maar het plezier dat we eraan beleefden en de invloed die het had in de markt waren enorm.”
Annemarie Prins van de voormalige Werkgroep Christelijke Kinderboeken: „Als ik aan de Christelijke Kinderboekenmaand denk, kijk ik met veel plezier terug op de jaarlijkse publieksdagen in Zwolle. Het was genieten, in een roezemoezerige hal, met veel leesminnend publiek, een tafel vol nieuwe materialen van de Kinderboekenmaand, prijsuitreikingen en gezellige ontmoetingen.”
Els de Jong-van Gurp, voormalig BCB-directeur: „Het spannende van de Kinderboekenmaand vond ik het bedenken van het thema. We moesten wachten tot de CPNB het Kinderboekenweekthema bekendmaakte. Dan startten we onmiddellijk de brainstorm voor een eigen thema. Het creatieve proces dat daarna volgde, samen met uitgevers, schrijvers en anderen, vond ik het mooiste.”
Vrouwke Klapwijk, voorzitter Platform Christelijke Kinderboeken en auteur: „Ik mag al ruim vijftien jaar bijdragen leveren aan de Kinderboekenmaand. Werkboeken maken, actieboeken schrijven, scholen bezoeken. Ik geniet ervan om te vertellen over mijn schrijfwerk. Tips te geven over boeken. En telkens die ademloze gezichten te zien als ik voorlees.”
Kinderboekenweek en -maand
De Kinderboekenweek (dit jaar van 2-13 oktober) is de grootste leesbevorderingscampagne van Nederland en bestaat sinds 1955. Zijn christelijke evenknie, de Christelijke Kinderboekenmaand in oktober, werd voor het eerst georganiseerd in 1995 en bestaat dit jaar 25 jaar. Het thema ”Op reis!” sluit, zoals gebruikelijk, aan bij het motto van de Kinderboekenweek ”Reis mee!”, waarbij voertuigen centraal staan.
Organisator van de Kinderboekenweek CPNB, ziet de activiteiten vanuit christelijke hoek als een „aanvulling”, zegt directeur Eveline Aendekerk in een schriftelijke reactie op het jubileum. „Wij zijn in contact met de organisatoren en zien de boodschap en promotie van specifieke christelijke kinderboeken als een aanvulling om christelijke kinderen extra te inspireren. Hoe meer alles aansluit op de boodschap van de Kinderboekenweek hoe beter.”
Maar liever nog zou Aendekerk zien dat alle activiteiten onder één vlag waren. „We kiezen zorgvuldig een thema dat veel kinderen aanspreekt en waar een breed scala aan boeken onder valt. Iedereen kan daar verder op zijn eigen manier invulling aan geven. Hoe meer we vanuit één duidelijke boodschap en één bekend merk werken, des te meer impact we hebben. Natuurlijk zouden we het liefst alles onder de boodschap en het merk Kinderboekenweek brengen, met als doel: kinderen meer boeken laten lezen. We blijven daarover met elkaar in contact.”