Toenemende onzekerheid in de macro-economie
Onzekerheid vinden de meeste mensen niet leuk. Gemiddeld genomen weet iedereen graag waar hij aan toe is en wat de toekomst brengen gaat. In de macro-economie zie je toenemende onzekerheid.
Dat werd extra duidelijk op Prinsjesdag. De cijfers zien er in grote lijnen mooi uit. Minister Hoekstra presenteerde een begrotingsoverschot, een dalende staatsschuld en stijgende koopkracht. Maar hij vertelde er ook bij dat er geen garanties zijn.
Dat was wel verstandig van hem. Ik herinner me nog de trotse minister Wouter Bos die op 16 september 2008 een begrotingsoverschot presenteerde met goede vooruitzichten voor de komende jaren. Ondanks het feit dat de wereld al in crisis was. Maar Nederland is er beter tegen bestand, merkte hij op. Wij waren resistent tegen de financiële problemen die de wereld overvlogen. Op 3 oktober 2018 moest hij ABN AMRO en Fortis van de ondergang redden. En niet veel later steeg het overheidstekort tot ongekende hoogte.
Vragen genoeg
Verstandig dus van Hoekstra dat hij uitgebreid inging op de onzekerheden. Wat gaat brexit ons brengen? Hoe gaat de handelsoorlog tussen de VS en China zich ontwikkelen? Houdt de EU het droog als je kijkt naar ontwikkelingen in Italië? Vragen genoeg te verzinnen.
Eigenlijk is er maar een goed antwoord op: zorg dat je voorbereid bent. Onzekerheid vindt niemand leuk, maar als je zorgt dat je een appel voor de dorst hebt, hoef je niet gelijk in paniek te raken als het tegen zit. Dat geldt privé en zakelijk, maar dat geldt zeker ook macro.
Wat dat betreft heeft Noorwegen het slimmer gedaan dan Nederland. Terwijl wij de vele miljarden die we verdiend hebben aan gaswinning gebruikt hebben voor het dekken van de overheidsbegroting, hebben de Noren hun energiemiljarden opgepot. Het gaat maar liefst om 900 miljard euro. En dat terwijl er maar zo’n 5 miljoen Noren zijn. Per persoon hebben ze dus een spaarpot van bijna 2 ton.
In Nederland zijn we al blij als de schuld daalt. Maar wil je echt op rozen zitten als het misgaat dan moet je geen schuld, maar vermogen hebben. Dat zag je ook terug in het bedrijfsleven toen de crisis op grote schaal losbrak. Hoe meer weerstandsvermogen bedrijven hadden, hoe makkelijker ze de moeilijke tijden doorkwamen. Ik ken bedrijven die sinds die tijd geen vreemd vermogen meer aantrekken. Ze willen niet nog eens aan de leiband van de bank lopen.
Knoppen
Traditioneel zijn er eigenlijk maar twee echte knoppen waar je aan kan draaien als de tegenwind fors opsteekt. Dat is aan de ene kant het op laten lopen van de schuld en aan de andere kant het laten zakken van de rente. Als je dat voldoende kunt doen zonder in de problemen te komen dan ben je behoorlijk resistent tegen macro onzekerheid. Momenteel zitten we qua schuld nog steeds boven het niveau van voor de vorige crisis. En we hebben gezien hoe hard de schuld dan kan oplopen waardoor pijnlijke bezuinigingen nodig zijn. En wie deze column elke week volgt, weet dat er qua rente al helemaal geen ruimte meer zit. Hopelijk duurt het nog even voor de volgende crisis uitbreekt en gaan politici harder werken aan resistentie.
De auteur is econoom en bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam