Opinie

Wie lef heeft, gaat op sociale media de dialoog aan

Facebook en Instagram beloven ons in contact te brengen met de sociale gemeenschap. In werkelijkheid versterken ze onze natuurlijke hang naar eigenheid en afwijzing van het vreemde. Berichten ontaarden daarom vaak in ordinaire scheldpartijen. Een goed gebruik vergt de durf de dialoog aan te gaan en onszelf te herzien, opnieuw uit te vinden.

Cees Zweistra
27 September 2019 12:15Gewijzigd op 16 November 2020 17:05
Veiligheid kan een probleem worden via de sociale relatie. Want hoe jammer we dat soms ook vinden, we zijn niet alleen in de wereld. We zijn onderdeel van een gemeenschap mensen die bestaan op de manier waarop we zelf bestaan. beeld iStock
Veiligheid kan een probleem worden via de sociale relatie. Want hoe jammer we dat soms ook vinden, we zijn niet alleen in de wereld. We zijn onderdeel van een gemeenschap mensen die bestaan op de manier waarop we zelf bestaan. beeld iStock

Het sociale spel is door online sociale media ingrijpend veranderd. Online media als Instragram en Facebook verlagen de drempels en barrières die er zijn in het offline sociale verkeer. Daar zitten positieve kanten aan. Een beweging als #MeToo in 2017 kon op gang komen omdat het medium de remmende werking van fysieke sociale structuren wegnam. Bij je uitingen op online sociale media loop je minder risico.

Dat heeft ook schaduwzijden. Berichten op Facebook en Instagram ontaarden vaak in ordinaire scheldpartijen, want ze zijn niet gericht aan een concreet individu die ons zou kunnen corrigeren. Tweets van Trump hebben impact zonder dat hij zich hoeft te verantwoorden voor wat hij zegt. En online complottheorieën zijn epidemisch geworden omdat we in de kritiekloze context van online fora kunnen zeggen en geloven wat we willen. Zo vergaat het ook ons perfecte, gezonde en artistieke leven op Instagram. We kunnen dat eindeloos ”editen” en ”stagen”, zodat we niet het risico lopen dat anderen de rafelranden van ons leven kunnen zien.

Monoloog

Online sociaal verkeer is aan het afglijden richting een monoloog. We spreken steeds meer, maar steeds minder met het idee dat we onderdeel zijn van een kritische gemeenschap. Wat is hier het probleem?

Dat het verkeerd is monologen af te steken, ligt nog niet direct voor de hand. In zekere zin bestaan we als een monoloog. We hebben maar één brein en dat is het onze. Via dat brein hebben we toegang tot de wereld. Alle indrukken die we in contact met de wereld opdoen, verwerken we via ons brein tot een bepaalde overtuiging. Wanneer we die eenmaal hebben, kunnen we terug naar binnen, in de veilige echokamer van de kennis en het weten hoe de vork in de steel zit. In die zin zijn online sociale media niets nieuws; ze versterken onze hang naar binnen, naar veiligheid, naar comfort. Dat is hoe we in de wereld zijn. Hoe kan het dan toch dat de veiligheid van onze binnenwereld tot een probleem kan worden?

‘Moderne ketterij’

Die veiligheid kan een probleem worden via de sociale relatie. Want hoe jammer we dat soms ook vinden, we zijn niet alleen in de wereld. We zijn onderdeel van een gemeenschap mensen die bestaan op de manier waarop we zelf bestaan. Precies daarom houden anderen er perspectieven op na die kunnen afwijken van onze eigen overtuigingen. Het is via het sociale domein dat we gaan zien dat ons perspectief er één is te midden van vele. Dat is niet een argument om ons perspectief op te geven. Wel dwingt het ons om op zoek te gaan naar een dialoog. Zouden we dat niet doen, dan zouden we het bestaan van de ander miskennen. Dat kunnen we wel doen, maar dan belanden we in de wereld van geweld en onderdrukking.

We kunnen bijvoorbeeld, net als Trump en Baudet, vinden dat klimaatverandering een ”hoax” is of ‘moderne ketterij’. Als die positie gelogenstraft wordt door het feit dat er wel degelijk wat aan de hand is, dan kunnen we of ons perspectief aanpassen of de feiten domweg negeren. Dat laatste is een vorm van geweld. Het is het volharden in een monoloog en het afwijzen van de sociale, kritische gemeenschap waar we lid van zijn.

Moeizame weg

De sociale relatie is het moment waarop we inzien dat we alleen in onze monoloog kunnen volharden wanneer we geweld gebruiken in de vorm van het uitsluiten en onderdrukken van afwijkende perspectieven. Uit de geschiedenis leren we dat we meestal die weg bewandelen. Maar tegen die geschiedenis keert zich de ethiek. Want wij mensen hebben iets bijzonders dat we het denken noemen. Dat is de moeizame weg waarop inzichten voortschrijden in kritische interactie met afwijkende perspectieven.

In de dogmatische houding zijn we gestopt met denken. We blijven cirkels draaien in een vertrouwde wereld, maar komen niet meer naar buiten om ons perspectief door de toets van de kritische gemeenschap te halen. Daar betalen we een prijs voor en dat is het opgeven van ons mens-zijn überhaupt. Het wezen van het mens-zijn. Dat wat ons uiteindelijk onderscheidt van de dieren en de planten; dat is ons vermogen tot denken. En precies dat geven we op wanneer we volharden in een dogmatisch standpunt.

Dat klinkt wat zwaar aangezet. Worden we onmenselijk wanneer we er een overtuiging op na houden? Nee, juist niet. Het denken kan alleen voortschrijden wanneer twee eigen perspectieven in en door het contrast met elkaar iets nieuws voortbrengen. Zonder een eigen perspectief te hebben, komen we niet aan het denken toe. Tegelijk zal ons perspectief altijd een opening moeten hebben. Een haakje naar het onmiskenbare gegeven dat we onderdeel zijn van een sociale context. Dat haakje zal onze bereidheid moeten zijn andere perspectieven te erkennen en soms zelfs die van ons te herzien in het licht van nieuwe inzichten.

Moed

Wat heeft dit nog te maken met online sociale technologie? Het argument is dat deze technologieën beloven ons in contact te brengen met de sociale gemeenschap. Onder dat masker lijkt hun aanwezigheid en het gebruik ervan tamelijk onschuldig. In werkelijkheid versterken ze onze natuurlijke hang naar eigenheid en afwijzing van het vreemde. Daarmee ondermijnen ze de toch al fragiele structuur van het sociale domein. Een structuur die fragiel is, omdat er moed voor nodig is onze privéperspectieven door de toets van een kritische gemeenschap te halen. We lopen immers het risico dat ons bestaan op z’n grondvesten gaat schudden wanneer we uit onze dogmatische sluimer getrokken worden, in confrontatie met een afwijkende overtuiging.

Moed is een klassieke deugd. En die leren we alleen door het in de praktijk te brengen. Alleen door moedig te zijn, komen we erachter wat moed is. De moed die wij in onze monologische samenleving nodig hebben, is het aangaan van confrontaties. Ons digitale sociale bestaan is juist succesvol omdat we die confrontaties uit de weg gaan. Maar een nieuwe houding in het sociale verkeer vergt durf. De durf om onszelf uit te spreken en te staan voor wat we zeggen, maar tegelijk in dat alles ook de durf om onszelf te herzien, opnieuw uit te vinden en te verrijken via al het andere dat naast ons ook in de samenleving aanwezig is.

De auteur promoveerde donderdag aan de Technische Universiteit in Delft op een onderzoek naar de relatie tussen technologie en empathie. De titel van het proefschrift luidt ”Closing the Empathy Gap: Technology, Ethics and the Other.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer