Houd als christenvrouw vast aan een toegewijd leven
In het leven van een christenvrouw draait het om toewijding. Daarin heb je jezelf over voor de roeping van God. De beste toerusting hiervoor komt vanuit de omgang met Hem.
Een toegewijd leven heb je als christenvrouw wanneer je inziet dat je levensdoel niet ligt in wat wij als zelfontplooiing zien, maar in dienstbaarheid. In een leven waarin je jezelf óver hebt voor de roeping die God in je leven legt.
Toewijding is er in een gelovig leven allereerst aan de Heere. In de brieven aan Timotheüs klinkt dat steeds als een appel. In 1 Timotheüs 1:5, waarin het heel concreet gaat over het christelijke leven volgens de geboden van God, staat: „Het einddoel nu van het gebod is liefde, die voortkomt uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof…” Een ongeveinsd geloof is van harte gericht op de Heere Jezus Christus. Niet alleen maar tot verzoening van je zonden, maar als iets wat je leven met de Heere stempelt.
Aan Jezus’ voeten
De béste toerusting voor je roeping als vrouw komt van God, vanuit de omgang met God. „Heere, hoe kijkt U naar mij?” Dan is het niet meer zo belangrijk hoe anderen naar je kijken en hoe je naar jezelf kijkt. Dan mag je, vanuit de omgang met de Heere, bij een open Bijbel, je vreugde vinden in God. Dan is je roeping om vrouw naar Gods hart te zijn niet iets om moedeloos van te worden, maar dan roept Hij je om in Hem je vreugde te vinden. En dan vindt God om Christus’ wil vreugde in jou. Omdat je komt tot je bestemming, de toewijding aan Hem.
Als de geloofsband met de Heere Jezus, dat heel persoonlijke leven met Hem, onder druk komt te staan, raak je de vrede en de vreugde kwijt. Leef daarom toegewijd aan de Heere. Tegen Martha zei de Heere Jezus: „Eén ding is nodig – en Maria heeft het goede deel uitgekozen.” Aan Zijn voeten.
Kring om je heen
Direct gevolg van toewijding aan God zal zijn dat je als vrouw ernaar verlangt om toegewijd te zijn aan de nauwe kring om je heen. Wat betekent dat voor je, als je een gezin mag hebben? Dan komt het erop aan dat je je tooit met goede werken, staat in 1 Timotheüs 2:10. Dat „past”, zegt Paulus, bij vrouwen „die belijden godvrezend te zijn.”
Dat staat in tegenstelling tot een leven waarin je voortdurend bezig bent met de vraag hoe je voor de dag komt, hoe je huis eruitziet en wat anderen van je zullen vinden. Je mag er als vrouw zeker goed uitzien. En je mag er alles aan doen om met je huis en met je gezin goed voor de dag te komen. Kijk maar naar de vrouw uit Spreuken 31, die zich op allerlei manieren inspant met het oog op het leven hier en nu. En toch… Waarmee tooi je je? Wat is je sieraad? De christenvrouw siert zich met „goede werken”. In je werken wordt zichtbaar wie je bent, of je een vrouw bent die leeft naar Gods bedoeling.
Op de plaats van de vrouw gaat 1 Timotheüs 2 in. Ze is in Gods ogen volkomen gelijkwaardig aan de man, maar niet gelijk. In vers 15 ligt dan de nadruk op de bestemming van de gehuwde vrouw: dat zij toegewijd is aan haar man en kinderen.
Wanneer je echtgenote zijn mag, wanneer je moeder geworden bent, laat je dan niet wijs maken dat die aspecten secundair zijn in je leven als vrouw. Als God je het huwelijk gegeven heeft, als God je kinderen geschonken heeft, dan ligt daar je eerste roeping. De Heere zegt: Ik roep je om toegewijd te zijn aan diegenen die het dichtst om je heen staan. Als je ongetrouwd bent, als je geen moeder geworden bent, brengt God andere mensen op je weg. „Als je maar blijft in het geloof, liefde en heiliging, gepaard met bezonnenheid” (1 Timotheüs 2:15b).
Vrouw van ambtsdrager
1 Timotheüs 3:1-11 spreekt van ambtsdragers en de vrouwen van ambtsdragers: „De vrouwen moeten evenzo eerbaar zijn, geen kwaadspreeksters, beheerst, trouw in alles.” Eerbaar in de manier waarop je voor de dag komt. Beheerst in die zin dat je weet waar je grenzen liggen en waar je prioriteiten stellen moet. Geen kwaadspreeksters, dus moeten we elke vorm van roddel of leeg geklets van ons weren. Helemaal als je als vrouw van een ambtsdrager soms dingen opvangt of ziet die vertrouwelijk zijn. Leef ook dan toegewijd. Wat is het een ontzaggelijke zegen als een ambtsdrager een vrouw heeft die hem biddend steunt en draagt, die hem soms een kritische spiegel voorhoudt, die zwijgen kan. Om Christus’ wil.
Gebroken leven
Aan de plek van een weduwe in de christelijke gemeente wijdt 1 Timotheüs 5:1-16 veel woorden. Dan gaat het over de zorg vóór weduwen (allereerst de roeping van de kinderen), maar ook over de zorg dóór weduwen: als je weduwe geworden bent, als je kinderen uit huis zijn. Dit kun je breder trekken: als je ongetrouwd gebleven bent, als je huwelijk geëindigd is door echtscheiding, als er een breuk geslagen is met kinderen en het contact verstoord is. Ook dan geldt wat Paulus zegt in vers 5: „Laat zij (die weduwe, maar dus ook elke andere vrouw, in welke omstandigheid ook) hopen op God, volharden in smekingen en gebeden, nacht en dag…”
De strekking van dat Bijbelwoord is dat álle christenvrouwen reden hebben om te hopen op God en biddend te leven. Vanwege de levende God, de opgestane Heere Jezus, is hun leven zinvol. Sterker nog: wie zo als vrouw in het leven staat, toegewijd aan de Heere en aan de roeping die Hij in je leven legt, is als een venster naar de levende God. Dan worden door jouw leven heen anderen ingewonnen voor de liefdesdienst van Koning Jezus. God zegent je, wanneer je dient op de plek waar Hij je roept.
De auteur is hervormd predikant in Oud-Beijerland. Dit artikel is gebaseerd op de lezing die hij donderdag hield tijdens de bondsdag van de Hervormde Vrouwenbond in Barneveld.