‘Thomas Cook had tot begin oktober geld’
Het Britse reis- en luchtvaartbedrijf Thomas Cook had op het moment van zijn faillissement nog maar genoeg geld in kas om het tot begin oktober uit te houden. Die conclusie trekt topman Peter Fankhauser in een getuigenis over het bankroet van het bedrijf, die is ingezien door Financial Times.
Terwijl hoteleigenaren en andere crediteuren nog vorderingen van een half miljard pond hadden uitstaan bij het 178 jaar oude reisimperium, waren de kasreserves teruggelopen tot net geen miljoen pond. Op bankrekeningen had Thomas Cook 31,2 miljoen pond staan. „Het bedrijf zal door zijn geld heen zijn op 4 oktober 2019, mogelijk eerder”, verklaarde Fankhauser daarover.
Na mislukte pogingen luchtvaartactiviteiten te verkopen, werd de situatie in de zomermaanden nijpend. Thomas Cook, zijn Chinese aandeelhouder Fosun en een groep schuldeisers tuigden daarop een reddingsplan op ter waarde van 900 miljoen pond. Later bleek er meer geld nodig te zijn, maar Fosun weigerde daarmee over de brug te komen.
Berichtgeving over financiële malaise zorgde er tegelijkertijd voor dat leveranciers vooruitbetaald wilden worden en er een „overweldigend aantal telefoontjes” binnenkwam van bezorgde klanten. Die vroegen onder andere om boekingen te schrappen. De zoektocht naar nieuw geld, onder andere bij de regering en hoteleigenaren, liep vorige week op niets uit met het faillissement tot gevolg.