Opinie

Korte metten

Wat is er over van de erfenis van Fortuyn? Als het over zijn ideeën gaat: veel. In de partijprogramma’s van bijna alle partijen zijn zijn thema’s terug te vinden en de huidige politieke agenda zou er zonder Fortuyn niet zó hebben uitgezien.

24 August 2004 11:29Gewijzigd op 14 November 2020 01:33

Maar de organisatie die Fortuyn heeft opgezet, ligt aan gruzelementen. Zo veel is inmiddels wel duidelijk. Waar Fortuyn zich onder meer keerde tegen ondoorzichtigheid, tegen een politiek systeem dat vooral met zichzelf in de weer was, en tegen een politiek die vooral uit woorden, spelletjes en intriges bestond, doen zijn erfgenamen niets anders dan zich met dit soort zaken inlaten.

Konden alle perikelen ten tijde van Balkenende I nog vergoelijkt worden met de term ”groeistuipen”, inmiddels kan de partij zich daarachter niet meer verschuilen. Of bestaat er ook nog zoiets als ”krimpstuipen”? De partij die ooit met 26 man glorieus bezit nam van een deel van het kamergebouw, is gereduceerd tot een fractie van 8 en loopt gevaar straks geheel van het politieke toneel te worden weggevaagd.

Toch is er ook verschil tussen de troebelen ten tijde van de coalitie tussen CDA, VVD en LPF en de huidige onrust. Destijds lagen alle geledingen van de partij onderling én met elkaar overhoop. De ministers Heinsbroek en Bomhoff konden elkaars bloed wel drinken. In de kamerfractie was het een gemopper, geruzie en gekonkel van jawelste. Winny de Jong, Wijnschenk, Hoogendijk -wie kent hun namen nog?- vertegenwoordigden ieder een eigen stroming, met een overigens gelijke naam: ikke-ikke-ikke. En bijeenkomsten van de partij waren Poolse landdagen.

Al snel na de verkiezingswinst van de LPF in mei 2002 bleek dat niet alleen de kiezers van Fortuyn een samenraapsel waren van allerlei standen, rassen en bevolkingsklassen, maar dat ook zijn partij een verzamelbak was van egotrippers, raddraaiers en fortuinzoekers.

Daarin is nog niet veel veranderd. Maar wat wel enigermate veranderd lijkt, is het optreden en presteren van de kamerfractie. Weliswaar worden daar nog steeds fouten gemaakt, maar er zijn toch enkele kamerleden, zoals Eerdmans, Van As en Nawijn, die het ambt van volksvertegenwoordiger enigszins in de vingers lijken te krijgen. Partijdirecteur Both mag dan smadelijk spreken van een „inkapseling in het politieke systeem”, in feite gaat het hier om broodnodige aanpassing aan de Haagse mores, zonder welke aanpassing een fractie niets presteert.

Ook intern lijkt de fractie haar zaakjes op orde te hebben. Meningsverschillen tussen kamerleden worden niet meer op straat uitgevochten en de woordvoering over bepaalde dossiers verloopt ordelijk en zonder innerlijke tegenspraken. En al zullen lezers van deze krant het totale gedachtegoed van Fortuyn niet omhelzen, onderdelen van zijn program -een nadruk op veiligheid en zelfredzaamheid, een reëler omgaan met vreemdelingen- verdienen wel degelijk waardering.

In elk geval lijkt het verstandig dat, wil de LPF als beweging overleven, de Tweede-Kamerfractie breekt met de oude partijorganisatie en een totaal nieuwe opzet. Het gezonde deel moet korte metten maken met het verziekte deel. Breekt de fractie niet radicaal met de partij, dan is het aannemelijk dat straks de kiezer breekt met de fractie.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer