„Scorebordpolitiek” loslaten moet meer zijn dan goed voornemen
Zelden stelde een politicus zich zó kwetsbaar op als GL-leider Klaver deze week. Alleen daarom al verdient zijn zelfkritiek lof. Maar let wel: de politiek geheel ontpolitieken gaat hem niet lukken.
Het vermogen tot zelfkritiek is, helaas, zeldzaam onder de mensen. Ook onder politici. Zo bezien zorgde GL-leider Klaver deze week, tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, met zijn verregaande zelfkastijding voor een aangename verrassing.
Klaver hekelde de Haagse „scorebordpolitiek”: het verschijnsel dat politici altijd debatten willen winnen, successen claimen en collega’s de loef proberen af te steken. Terwijl door dit haantjesgedrag de belangen van burgers ongemerkt op het tweede plan geraken.
Het sterke aan het betoog van Klaver was dat hij zichzelf en zijn eigen partij hierbij volledig insloot. „Ikzelf doe er volop aan mee.”
Hoe deze mentaliteit werkt en doorwerkt, liet de GL-leider in een mooi voorbeeld zien. Had hij er niet maandenlang aan gesleurd dat Rutte zijn heilloze plan om de dividendbelasting af te schaffen zou laten varen? En wat gebeurde er toen de premier dit voornemen ten slotte inderdaad losliet?
Klaver betrapte zichzelf op een licht gevoel van teleurstelling. Zo van: Hè, wat jammer, waar moet ik het kabinet nú op aanvallen? Een sentiment dat meteen gevolgd werd door de gedachte: Dit is toch eigenlijk te gek voor woorden. Zó moeten we toch geen politiek bedrijven? Het gaat er toch niet om dat ik steeds „de zwakke plek van de tegenstander” weet te vinden, maar dat ik „Nederland verder help?”
Het resulteerde woensdag in een oproep van Klaver aan alle politici om met dit zinloze wedijveren te stoppen en vanaf nu constructief de problemen van burgers te gaan oplossen.
Naïeve oproep? Hypocriet zelfs, aangezien nu net díé politicus die zich in het verleden door de mannetjesmakers van GroenLinks als een merk liet verkopen, zich tot serieuze politiek bekeert?
Nee, laten we nu niet gaan zuurpruimen. Het is toch alleen maar mooi dat Klaver blijk geeft van voortschrijdend inzicht? En dat hij nu het gelijk erkent van zijn tegenstander, FVD-leider Baudet, die vorig jaar om een soortgelijk pleidooi nog werd weggehoond?
Daar komt bij dat GroenLinks recent de daad bij het woord voegde door al haar debatverzoeken over oude en achterhaalde incidenten in te trekken.
Toch is er één ”maar”: het zal moeilijk, zo niet onmogelijk blijken dit voornemen compleet en standvastig uit te voeren. Politici zijn voor hun voortbestaan immers afhankelijk van verkiezingen. En om verkiezingen te winnen, moeten zij zich profileren. En van profileren is het slechts een miniem stapje naar wedijver en scoringsdrift.
Volgens een oude fabel vroeg een schorpioen aan een kikker of hij op diens rug mee mocht varen naar de overkant van een rivier. „Want ik kan niet zwemmen.” „Zul je me dan niet doodsteken?”, vroeg de kikker bang. „Echt niet”, zei de schorpioen, „ik beloof het.”
Eenmaal onderweg stootte hij desondanks genadeloos toe. En terwijl de rochelende kikker samen met de schorpioen naar de bodem zonk, vroeg hij zijn moordenaar: „Waarom dééd je dat nu?” „Sorry”, zei de schorpioen, „het spijt me zeer, maar het is nu eenmaal mijn aard.”
Zó kan ook de politicus nooit geheel loskomen van wedijver en scoringsdrift.
’t Is de aard van het beestje.