Cultuur & boeken

Jeugdboekenschrijfster Annette van der Plas: Recensie is cadeautje

Haar moeder vertelde veel over de Tweede Wereldoorlog die ze als meisje meemaakte. Verhalen die Annette van der Plas (47) altijd zijn bijgebleven. In haar nieuwe jeugdboek krijgt de oorlogsgeschiedenis van haar woonplaats Vuren een prominente plek.

20 September 2019 15:37Gewijzigd op 16 November 2020 17:01
Kinderboekenauteur Annette van der Plas. beeld RD, Anton Dommerholt
Kinderboekenauteur Annette van der Plas. beeld RD, Anton Dommerholt

Een grote banner met de boekcover is het eerste dat opvalt in de ruime woonkeuken van Van der Plas. Twee tieners –hoofdpersonen in ”De geheime schuilplaats”– lijken zo van het doek af te fietsen. Van der Plas strijkt waarderend over de stof. „Zo groot zie je pas hoe goed de schaduwen zijn afgebeeld.”

De banner verhuist zaterdag richting Fort Vuren, waar de presentatie van Van der Plas’ jeugdboek zal plaatsvinden. Geen toevallige locatie: de gebeurtenissen in het spannende verhaal over de Sunny Twins –een samentrekking van hun namen Suus en Niek– spelen zich af in de omgeving van Vuren én hebben alles te maken met de Tweede Wereldoorlog.

Aan het eind van de oorlog raakten veel geallieerde piloten op Nederlands grondgebied verzeild. In een aantal gevallen werden ze geholpen door de lokale bevolking. De vondst van een schuilkelder waarin een parachute van een gestrande soldaat werd verborgen, is voor de tweeling de start van een groot avontuur.

Hoe kwam u op het idee voor dit boek?

„Het kriebelde al langer. Ik heb twee kinderen van negen en twaalf jaar en zit midden in de doelgroep waar ik voor schrijf. Door mijn werk als recensent (onder meer voor het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad, MR) zie ik wat er verschijnt aan kinderboeken. Er is weinig aandacht voor kinderen die niet doorsnee zijn, viel me op. Ook zij hebben identificatiefiguren nodig. Ik wilde iets toevoegen, iets wat kwaliteit heeft. Het thema vrijheid trok me: vrijheid om jezelf te zijn maar ook vrijheid na de oorlog en 75 jaar bevrijding. Na een bezoek met de schoolklas van mijn dochter aan Fort Vuren ontdekte ik dat in deze omgeving tijdens de Tweede Wereldoorlog veel Engelse, Amerikaanse, Poolse en Nieuw-Zeelandse piloten zijn terechtgekomen. Dit stukje geschiedenis sprak me aan. Zo is het een boek geworden over Niek: een jongen die anders is en bijvoorbeeld veel behoefte aan rust heeft. Tegen de achtergrond van de vliegeniers.”

Wat trekt u aan in de oorlogsgeschiedenis van Vuren?

„De regio Rivierenland zat aan het eind van de oorlog in de frontlinie. Brabant was bevrijd, maar dit deel van het land nog niet. Er werden in die tijd geregeld vliegtuigen uit de lucht geschoten; veel piloten hebben hun leven gegeven voor onze vrijheid. Mede door de luchtoorlog hebben de geallieerden gewonnen.

Mijn moeder woonde als kind vlak bij station Hardinxveld-Giessendam. Daarvandaan was een directe aanvoerlijn naar Duitsland. Het station werd diverse keren gebombardeerd door de geallieerden. De verhalen die mijn moeder daarover vertelde, zijn me altijd bijgebleven. Ik vind het belangrijk te laten zien dat er om je heen in je eigen dorp ook allerlei interessante dingen gebeuren of gebeurd zijn. Kinderen hoeven er de deur niet voor uit.”

Hoe kijkt u terug op het schrijfproces?

„Anderhalf jaar geleden ben ik begonnen. Elke woensdagavond ruimde ik in om te schrijven op de zolderkamer: mijn studeer- en schrijfplek. Per woensdagavond schreef ik één nieuwe bladzijde. Na zo’n bladzijde zat ik vaak weer helemaal in het verhaal. Dan wil je door. Ik schreef ook weleens meer pagina’s dan één, of ik ging op zaterdagavond aan de slag.

Op een gegeven moment moet je afstand van je werk nemen. Anders raak je blind voor je eigen verhaal. Toen ik op driekwart was, heeft een vriendin het gelezen. Ergens in het boek vertel ik dat de tweeling Suus en Niek gedoopt zijn in een jurkje van parachutestof. Ze zei: Een tweeling in één doopjurk, dat kan toch helemaal niet? Een frisse blik van een ander is hard nodig.”

Niek, de tweelingbroer van hoofdpersonage Suus, is anders dan andere kinderen. Toch plakt u hem nergens een etiket op.

„Dat klopt. Mijn jongste zoon zit op het speciaal onderwijs. Daardoor heb ik veel contact met kinderen die anders denken en anders zijn. Ze krijgen al vaak genoeg te horen dat ze niet doorsnee zijn. Ik wil daar geen vergrootglas op zetten, zoals in andere kinderboeken vaak gebeurt. Dat noem ik kommer-en-kwelboeken: de hoofdpersoon heeft een bepaalde aandoening en daar gaat het boek over. Terwijl kinderen zoveel meer zijn dan hun stempel. Ze willen er gewoon bij horen, maar dan wel met de ruimte om zichzelf te mogen zijn. Ik hoop dat kinderen los van etiketten naar elkaar kijken. Niet meteen een stickertje opplakken: die heeft ADHD, die is hoogbegaafd, die heeft autisme.”

U schrijft vanuit het perspectief van een jong meisje, in de ik-vorm. Hoe zorgt u ervoor dat haar verhaal geloofwaardig is?

„Mijn kinderen zijn ongeveer van dezelfde leeftijd. In de groep 8 waarin mijn dochter zit, heeft de meester het boek aan de klas voorgelezen. Op die manier ontdekte ik wat kinderen van die leeftijd aanspreekt, en welke woorden ze gebruiken. Ik had bijvoorbeeld geschreven dat de Facebookpagina van de Sunny Twins drie reacties en drie vind-ik-leuks had gekregen. Dat noem je gewoon likes, zeiden die kinderen. Ik laat Niek en Suus ook woorden als ”kak” zeggen. Die gebruiken kinderen nu eenmaal.”

U bespreekt boeken voor diverse kranten en heeft in de jury van Het Hoogste Woord gezeten, de prijs voor het beste christelijke kinderboek. Hoe is het om zelf een boek te schrijven, na er zoveel te hebben beoordeeld?

„Twintig jaar geleden heb ik al twee jeugdboeken uitgebracht, ook spannend en voor dezelfde leeftijdsgroep. Daarna kwam het leven ertussendoor. Nu schrijf ik minder onbevangen dan toen, vermoed ik. Ik denk meer na over hoe ik schrijf, welke plot ik kies. Al die dingen waarop ik andere boeken screen, daar wil ik zelf in mijn boek op een goede manier mee omgaan. Ik heb meer waardering gekregen voor andere auteurs. Ben misschien milder geworden bij het recenseren van andere kinderboeken.”

Wat ligt u meer, zelf een boek schrijven of schrijven over een boek?

„Ik vind het allebei leuk. Het zijn twee heel verschillende bezigheden. Als recensent lees ik een boek in een uurtje; in eigen werk leg ik mijn hart. Mijn ervaring als recensent hielp me wel bij het schrijven van mijn boek. Bij het teruglezen ging ik mezelf recenseren.”

Bent u tevreden over het eindresultaat?

„Moeilijke vraag. Het kan altijd beter. Voor dit moment ben ik tevreden. Kinderen geven aan dat ze het verhaal leuk vinden; dat is het belangrijkste voor mij. Ook volwassenen vinden het boeiend om te lezen, hoor ik. Recensies houd ik goed in de gaten; tot nu toe zijn ze gelukkig positief. Aan de ene kant vind ik beoordelingen spannend, omdat ik zelf recensent ben. Als ik bij andere auteurs weet te benoemen wat kwaliteit is, wil ik die zelf ook laten zien. Anders ben ik een schilder die het verfwerk van een ander beoordeelt maar wiens huis er niet uitziet. Aan de andere kant is een recensie een soort cadeautje. Daar kan ik alleen maar van leren.”

Is het nog wel van deze tijd om jeugdboeken uit te brengen, nu kinderen zo weinig lezen?

„Misschien is het juist nu nodig. Door een boek ziet een kind de wereld vanuit een ander perspectief, kruipt het even in het hoofd van een ander. Dat blijft belangrijk. Goede boeken kunnen kinderen verleiden tot lezen. Het is belangrijk dat jeugdboeken op de doelgroep aansluiten. Illustraties bijvoorbeeld zijn een must voor deze leeftijd. Daarom heb ik ervoor gekozen om afbeeldingen toe te voegen, van illustrator Irene Berbee. Kinderen hebben die nodig om een beeld te krijgen bij een verhaal.”

De toevoeging ”Sunny Twins” aan de titel lijkt een hint naar een serie. Komen er meer delen over de avonturen van de tweeling?

„Wie weet. De personages zitten nog steeds in mijn hoofd. Aan het begin moest ik alles ontwikkelen: de omgeving, de karakters. Die zijn er nu allemaal. Ik laat het van de ontvangst van het boek afhangen of er een vervolg komt. Ideeën heb ik genoeg. Onlangs werd er uit de buurt een herinneringsbord voor een vliegenier gestolen. Dat zijn avonturen voor de Sunny Twins, dacht ik meteen.”

Sunny Twins. De geheime schuilplaats, Annette van der Plas; uitg. Buddy Books; 128 blz.; € 12,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer