Kerk & religie

Juristen: Uitspraak inzagerecht bevat ruimte voor kerken

Een gemeentelid dat kerkelijke stukken over zichzelf wil inzien, kán nog steeds bot vangen bij zijn kerkenraad. Het lid dat de stukken wél krijgt, moet genoegen nemen met geanonimiseerde documenten waarin alleen passages over zijn persoon staan.

19 September 2019 15:57Gewijzigd op 16 November 2020 17:00
beeld RD
beeld RD

Dat zeggen de advocaten Johan de Koning Gans en Auke Dijkstra. Ze reageren op de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag. Dat bepaalde dinsdag dat interne documenten van een kerkenraad onder het inzagerecht vallen van de privacywetgeving. De twee juristen zijn verbonden aan het in Utrecht gevestigde Watermill Tax & Legal. Dijkstra verricht daarnaast promotieonderzoek op het gebied van kerkrecht aan de Theologische Universiteit Kampen.

De uitspraak van het hof onderstreept hoe belangrijk het is dat kerkenraden zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens, stelt De Koning Gans. „In tegenstelling tot de Hoge Raad eerder zegt het hof dat stukken voor intern overleg en beraad niet per se uitgezonderd zijn van inzage. Een kerkenraad moet er dus altijd rekening mee houden dat iemand ze kan opvragen. Ook dat mailtje van die ambtsdrager die ongenuanceerd uit de hoek komt.”

Hoewel het lijkt alsof alle kerkenraadsstukken openbaar móéten worden gemaakt als daarom wordt gevraagd, behouden kerkenraden een zekere speelruimte. Dijkstra: „Het inzagerecht is niet absoluut. Een gemeentelid kan hooguit delen uit documenten krijgen: passages die over hem gaan. En de namen van kerkenraadsleden die wat zeggen, moeten worden weggehaald. Verder mogen kerkenraden een verzoek weigeren, bijvoorbeeld als ondanks anonimiseren uitspraken toch te herleiden zijn. Want ook kerkenraadsleden hebben recht op privacy. De rechter laat de kerk ruimte voor die belangenafweging. Kerkenraden moeten goed opletten wat ze verstrekken. Voldoen aan een verzoek van de een, kan inbreuk maken op rechten van anderen. Bijvoorbeeld ambtsgeheim ten opzichte van een derde.”

De juristen vinden dat kerkenraden niet krampachtig hoeven om te gaan met notulen, onderling mailverkeer en verslagen van huisbezoeken. „Het is niet nodig om het voortaan alleen mondeling over personen te hebben”, meent De Koning Gans. „Die kant gaat het echt niet op. Soms passeren er onderwerpen waarvan het twijfelachtig is of derden dat mogen zien. Kies in zo’n geval altijd voor anonimiseren.” Dijkstra, lachend: „Schaf als kerkenraad een zwarte markeerstift aan.”

Elke kerkenraad doet er goed aan om zich op de uitspraak te bezinnen, vinden beide advocaten. Dijkstra: „In de maatschappij worden transparantie en openheid steeds belangrijker. Vraag je als kerkenraad af hoe de eigen regels zich daartoe verhouden. Het kerkrecht voorziet niet in een dusdanig ruim inzagerecht. Vanouds is de kerk van eigen rechte. Laat die eigen positie die de kerk altijd had niet te snel vallen. Waarom mag een kerk in een dergelijke interne kwestie niet zijn eigen regeling hanteren? Misschien is het ook goed om de vraag te stellen of het niet te gek wordt. Als een kerk 2000 leden heeft en iedereen van zijn rechten gebruik wil maken, dan krijgt een scriba het druk.”

Het laatste woord is waarschijnlijk nog niet gezegd over inzagerecht. Het hof oordeelde deze week anders dan de rechtbank eerder deed. De Koning Gans: „Het is boeiend om het oordeel van de Hoge Raad nog te horen.”

Stop met notuleren

Een kerkenraadsvergadering is openbaar. Maar spreken over personen –bijvoorbeeld als het gaat om het vaststellen van wie er wel of niet op tweetal komt– hoort achter gesloten deuren. Wat leg je wel en niet vast?

„Stop tijdens een discussie over personen met notuleren”, adviseert Dick van Dijk. De Gouwenaar werkt als gemeentebegeleider voor de Protestantse Kerk in Nederland en traint onder meer scriba’s. „Zorg er als voorzitter voor dat discussies op integere wijze verlopen. En bid na afloop voor de mensen over wie je sprak.”

Kerkenraadsleden moeten zich niet geremd voelen om hun bedenkingen tegen een kandidaat-ambtsdrager naar voren te brengen, maar moeten dat wel juist verwoorden. „Kwaadsprekerij past niet in de kerk.”

Van Dijk adviseert kerkenraden ook om contact op te nemen met mensen over wie is gesproken. „Zeg tegen de desbetreffende persoon dat erover is gepraat om hem op tweetal te zetten, maar waarom er uiteindelijk van is afgezien.”

In mailverkeer tussen kerkenraadsleden moet het nooit over personen gaan, vindt de gemeentebegeleider. „Doe dat nooit! Mailen over mensen kan alleen in de mededelingensfeer. Wil je als kerkenraadslid laten weten dat je moeite hebt met iemands kandidatuur? Prima, maar pak de telefoon. De ander hoort dan je toon en kan doorvragen.”

In de uitspraak van het gerechtshof van deze week kan Van Dijk zich volledig vinden. „Terecht dat die vrouw om informatie vroeg. De kerkenraad moet zich schamen. Meningsverschillen in de kerk hoor je volgens Paulus niet voor de rechter uit te vechten. De kerkenraad had naar de vrouw moeten gaan; had moeten uitleggen wat er over haar is besproken, een uitweg uit het conflict moeten zoeken en met haar moeten bidden. Dat is de weg die Jezus ons heeft geleerd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer