Johnson sluit nieuwe schorsing niet uit
De Britse premier Boris Johnson zou kunnen besluiten het parlement opnieuw naar huis te sturen, ook als het hooggerechtshof oordeelt dat de oorspronkelijke schorsing onrechtmatig is. Dat blijkt uit documenten die zijn gedeeld door een advocaat uit het oppositiekamp.
Het hoogste Britse rechtscollege houdt donderdag voor de derde en laatste dag een hoorzitting over de schorsing van het parlement. De opperrechters moeten beslissen of Johnson zijn boekje te buiten ging toen hij de koningin vroeg de volksvertegenwoordigers vijf weken naar huis te sturen.
De schorsing is volgens de regering een normale procedure in de aanloop naar de troonrede op 14 oktober. Dan wordt de nieuwe beleidsagenda onthuld. Tegenstanders vinden echter dat Johnson zijn bevoegdheden misbruikt om het parlement op een zijspoor te zetten in de aanloop naar de brexit, die in principe over 42 dagen moet plaatsvinden.
Het omstreden besluit is de inzet geworden van een juridisch steekspel. Tegenstanders vingen bot bij een gerechtshof in Londen, maar kregen wel gelijk van Schotse rechters. Daarom moet het hooggerechtshof nu een definitief oordeel vellen over de rechtsgeldigheid van de schorsing.
De magistraten informeerden eerder wat de regering zou doen bij een nederlaag. Die heeft volgens een betrokken advocaat inmiddels laten weten dat, afhankelijk van hoe zo’n uitspraak is onderbouwd, de deur mogelijk nog openstaat voor een nieuwe schorsing.
Als de opperrechters de premier terugfluiten, kan dat tot gevolg hebben dat het parlement eerder wordt teruggeroepen. Daar leed de Conservatieve regering, die geen parlementaire meerderheid meer heeft, eerder een serie nederlagen.
Het is onduidelijk wanneer het hof uitspraak zal doen. Dat kan later op donderdag al gebeuren, maar ook in de komende dagen.