Met aanval op Saudisch olieveld, wordt het link in de Golf
Aanvallen op het hart van de Saudische olieproductie brengen de oplopende spanningen in de Golf in een nieuwe fase. Zodra er olie in het geding is, kan het zomaar oorlog worden.
Het leek allemaal met een sisser af te lopen. De afgelopen weken zagen de Verenigde Arabische Emiraten het licht. Met een oorlog tegen Iran zou het welvarende Golfstaatje niets te winnen hebben en dus sloegen de emirs verzoenende taal aan richting de ayatollahs. Ook Saudi-Arabië hield zich redelijk gedeisd. Iran mag dan wel de grote regionale vijand zijn, maar op een totale oorlog zitten ook de Saudiërs niet te wachten.
Tot afgelopen weekend. Met de aanvallen op grote olie-installaties in Saudi-Arabië gaat het conflict in de Golf een nieuwe fase in. Het hoofdstuk ‘olie’ is geopend – en dat is een inktzwart hoofdstuk, zo leert het verleden. Denk aan de Golfoorlog van 1990, toen Irak Koeweit binnenviel. De inzet van die inval was olie. De uitkomst was een grote tegenaanval door regionale en westerse bondgenoten.
Denk ook aan de Irakoorlog van 2003, toen de Verenigde Staten met geallieerden Saddam Hussein onttroonden. Die strijd zorgde voor een chaos, waar onder meer Islamitische Staat uit voortgekomen is. Later is door Amerikaanse beleidsmakers toegegeven dat ook de Irakoorlog voor een belangrijk deel om olie te doen was.
Olie, kortom, is een wapen dat in de context van het Midden-Oosten heel snel tot de inzet van andere wapens kan leiden. Dat geldt zeker in het geval van Saudi-Arabië, het koninkrijk dat letterlijk en figuurlijk op olie drijft. Nu de aanvallers de Saudische olieproductie grote schade hebben toegebracht, móéten de Saudiërs wel reageren.
De grote vraag is nu hoe ze dat gaan doen en tegen wie. Hoewel zowel Saudi-Arabië als bondgenoot Amerika roept dat Iran de schuldige is, kunnen de aanvallen wel degelijk door de Huthi’s uit Jemen zijn verricht. Die hebben immers al veel soortgelijke (zij het kleinschaligere) aanvallen op hun naam staan. Ze hebben de aanvallen van afgelopen weekend bovendien opgeëist.
Het is nog niet te laat om een grote regionale oorlog te voorkomen. De spanningen kunnen nog steeds worden bezworen. Het bewind in Saudi-Arabië, met kroonprins Mohammed bin Salman voorop, heeft nu een uitgelezen kans om staatsmanschap te tonen.
Maar wat is écht staatsmanschap in dit geval? In ieder geval niet: Iran rechtstreeks aanvallen. Dat zou onvermijdelijk tot een enorme escalatie leiden.
De Huthi’s in Jemen, die door Iran worden gesteund, zijn makkelijker te pakken. Het kan daarom maar zo gebeuren dat het opnieuw Jemen is waar de rekening zal worden betaald. Dat is immers het land waar Saudi-Arabië en Iran nu al jarenlang hun vete uitvechten.
Daarmee wordt een pijnlijke waarheid duidelijk: zolang de zeer dodelijke en uitzichtloze oorlog in Jemen voortduurt, blijft de bron van de huidige spanningen in de Golf in stand. Een staatsman die als écht groot in de geschiedenisboeken terecht wil komen, hetzij van Iraanse of van Saudische of nog andere zijde, zorgt er dan ook voor dat het drama in Jemen zo snel mogelijk tot een einde komt. Dat is de echte inzet. Wie daarin slaagt, kan het zomaar beleven dat hij als bijvangst ook de angel uit het conflict tussen Iran en Saudi-Arabië heeft gehaald.