Mensenrechtenverdragen Raad van Europa gelden ook in Kosovo
Secretaris–generaal Walter Schwimmer van de Raad van Europa en het hoofd van het VN–bestuur in Kosovo, Soren Jessen–Petersen, hebben maandag twee documenten ondertekend waardoor de mensenrechtenverdragen van de Raad van Europa ook geldig worden in Kosovo.
Het ene akkoord betreft de bescherming van minderheden, het andere het voorkomen van marteling. De overeenkomsten voorzien in toezicht op de toepassing van de algemene mensenrechtenbeginselen van de Raad van Europa. Ook maken ze onafhankelijke controle mogelijk van de behandeling van gevangenen door het VN–bestuur in Kosovo.
Schwimmer zei dat de ondertekening grote symbolische waarde heeft. ‘Het bevestigt dat de bevolking van Kosovo dezelfde rechten en bescherming moet genieten als alle Europese burgers.’
Kosovo maakt officieel deel uit van Servië en Montenegro, maar wordt sinds het einde van de oorlog in 1999 bestuurd door de Verenigde Naties. De VN hebben tot nog toe weinig succes geboekt in hun pogingen om de 200.000 Serviërs die de provincie na de oorlog zijn ontvlucht te laten terugkeren. De 100.000 Serviërs die zijn overgebleven wonen voornamelijk in door de NAVO bewaakte enclaves. Zij willen dat Kosovo deel blijft uitmaken van Servië en Montenegro, maar de etnisch–Albanese meerderheid wil van Kosovo een zelfstandige staat maken.