Gastheer Jemima wil geloof met daden laten zien
David Sawayfa groeide op in het Palestijnse gezinsvervangend tehuis Jemima in Beit Jala. Nu is hij er gastheer.
Sawayfa was bijna twee jaar toen hij werd opgevangen in het tehuis Jemima. „Ik werd geboren met een open buik. Het was niet duidelijk of ik een jongen of een meisje was.”
Zijn ouders gaven hem een jongensnaam: Hilmi. Hij werd geopereerd in ziekenhuis Hadassah in Jeruzalem en naar het Caritas babyziekenhuis in Bethlehem gebracht. Dat klopte in 1989 aan bij Ed en Heleen Vollbehr. Dit Nederlandse echtpaar had gezien dat de zorg voor gehandicapte kinderen in de Palestijnse gebieden veel te wensen overliet. Daarom openden zij in 1988 met hulp van Nederlandse sponsors in Beit Jala, ten zuiden van Jeruzalem, het gezinsvervangend tehuis Jemima.
Het echtpaar nam David Sawayfa op en bracht hem naar Nederland om te kijken wat de mogelijkheden waren voor verdere behandeling. Medici konden van hem een meisje ‘maken’. Hij zou dan als Heleen door het leven gaan.
„Ik neem dat het ziekenhuis niet kwalijk”, zegt Sawayfa, terwijl hij van zijn cappuccino geniet. „Ze deden wat ze destijds konden. Maar toen ik als kind opgroeide, voelde ik dat ik een jongen was. Ik wilde met speelgoed voor jongens spelen en ik droeg graag een stropdas en andere jongenskleding. Toen heb ik God om Zijn leiding gevraagd. Ik bad: „Wie ben ik eigenlijk?””
In april 2002 wist hij dat hij als jongen door het leven wilde gaan. „Ik wilde me eerst Ed of Eduard noemen, want ik heette Heleen. Maar uiteindelijk koos ik voor David. Die naam past in de Arabische en Joodse cultuur. Ik heb er ook met anderen over gesproken. Ze zeiden: „We staan achter jouw besluit.””
In juni 2002 ging hij weer naar Nederland om te kijken wat de medische mogelijkheden waren. Een hormoonbehandeling bleek de enige optie. In zijn Palestijnse paspoort staat nu: ”Daoud”, Arabisch voor David.
In Bethlehem gaat Sawayfa naar de presbyteriaanse kerk van ds. Danny Awad. „Er komen niet veel mensen meer naar deze kerk. Veel christenen zijn geëmigreerd, zelfs de broers van de voorganger.”
Het geloof in de Heere Jezus is belangrijk voor de gastheer. „Ik heb geleerd mijn geloof met daden te laten zien, niet met woorden.”
In Jemima is hij als gastheer verantwoordelijk voor het gastenverblijf. Hij vangt de gasten op die het huis willen bekijken en komen logeren. „Donateurs willen graag het leven in Jemima zien. Soms ga ik ook mee met gasten naar Jeruzalem.”
In Jemima wonen nu negentien kinderen en volwassenen. Verder zijn er zestien mensen die het dagprogramma volgen. De belangrijkste verandering die de gastheer in de loop van de jaren heeft gezien, is dat de lokale inbreng is vergroot. Er werken nu 36 lokale krachten in Jemima.