Kunstige kleinigheidjes in de Beurs van Berlage
De Beurs van Berlage in Amsterdam pakt groots uit met kleine kunst. Een tentoonstelling van microkunst, waarbij vergeleken het poppenhuis van het Rijksmuseum kinderspel is. Kunst op een spaghettistaafje, een speldenknop of in een uitgeholde haar.
Een kleinigheidje. De Oekraïense Mykola Syadristy wilde de verjaardag van zijn vrouw niet ongemerkt voorbij laten gaan. Een klein kleinigheidje mag het in dit verband wel heten. De kunstenaar nam een haar en legde die onder zijn microscoop. Met miniem gereedschap doorboorde hij de haar in de lengte. Vervolgens liet hij in de holte een gouden roos op steel zakken. Ongetwijfeld een origineel cadeau. Maar wellicht had Syadristy’s vrouw wel een praktischer geschenk willen hebben.
Oekraïne presenteerde de haar op de wereldtentoonstelling van Montreal in 1967. De sensatie werd nog groter toen Syadristy kans zag een geprepareerde vlo te voorzien van gouden hoefijzertjes. Sindsdien reizen roos en vlo de wereld rond. Murat Bilal, de directeur van de tentoonstelling ”Micro Art Amsterdam” kwam in aanraking met de kunst van Syadristiy in het Turkse Alanya. „Ik was meteen geboeid. Door het extreem kleine formaat, maar ook door de vakbekwaamheid en kunstzinnigheid van de artiest. Ik besloot te proberen het werk van Syadristy, maar ook dat van de Turkse micro-art-artiest Hasan Kale in Nederland te introduceren.” Na kleinschalige tentoonstellingen in Zwolle en Volendam is het nu tijd voor een doorbraak. „In Amsterdam komen zo veel nationaliteiten voorbij.”
Het valt Bilal op dat eigenlijk alle mensen deze kunstvorm waarderen. „Een vader keek hier verbaasd naar zijn dochters van 15 en 17. „In het Rijksmuseum waren jullie na een kwartier uitgekeken en hier bekijk je alles tot in de details”, zei hij. „Dit is heel iets anders”, vonden zijn dochters. Ik denk dat het ook kwam omdat zij met hun iPhones zelf foto’s konden maken.”
De opstelling van de kunstwerken is niet spectaculair; kleine witte lijsten met daarin de kunststukjes. Bijvoorbeeld een speld. Maar kijk je door het bijgeleverde vergrootglas of de loep, dan zie je dat op de speldenknop een stadsgezicht van Istanbul is geschilderd. Het betreft een werk van Hasan Kale (1959). Deze kunstenaar, met de bijnaam Microangelo, zoekt steeds weer een andere ondergrond voor zijn schilderwerkjes. Hij wil er de boodschap mee afgeven dat alle materialen geschikt zijn voor hergebruik.
Kale werkt thematisch, waarbij nationalistische onderwerpen zijn voorkeur hebben: stadsgezichten van Istanbul in een miniboekje, op een theezakje, op spaghetti, suikerklontje en noedel. Op een elastiekje, een visschub, op twee wespenvleugeltjes. En op een kies. Waarbij de Hagia Sofia en de Bosporus vaak een centrale plaats innemen. Een Ottomaanse tulp op een noedel, de Turkse vlag op een suikerkristalletje, Atatürk op een gebroken rijstkorrel. Het werk wordt steeds kleiner bij Kale. Het portret van Che Guevara op een punaise, Van Gogh op een kunstnagel, Einstein, Tsjaikovski en Salvador Dali op luciferkopjes, Charley Chaplin op spaghetti.
Nog steeds probeert Kale zijn grenzen te verleggen. Zijn liefde voor de Nachtwacht van Rembrandt uitte hij door het immense schilderij terug te brengen tot het formaat van een luciferdoosje, zo’n 4 centimeter breed. Nog te groot, vond hij en schilderde de Nachtwacht ook op een schuingezaagd schijfje van een berkentak van zo’n 2,5 centimeter. Leuk, maar Kale was nog niet tevreden, het moest ook kunnen in een schelpje van zo’n 1,5 centimeter. Deze week legt Kale de laatste hand aan een Nachtwacht die, geschilderd op een pompoenpit, nóg kleiner is. Het werkje zal nog aan de presentatie worden toegevoegd. Of het laatste project –De Nachtwacht in een horlogekast van 1 centimeter doorsnee– de tentoonstelling nog haalt, betwijfelt directeur Murat Bilal.
Tegenover het werk van Kale hangt de collectie van de Oekraïner Mykola Syadristy. Voor elke vitrine is een loep geplaatst. Werkt Kale nog met het blote oog, Syadristys projectjes ontstaan onder een microscoop. Zoals een kettinkje, gemaakt van spinnenweb. Topstuk is een windmolen, geplaatst op een half maanzaadbolletje van ongeveer een millimeter doorsnee. De molen is 1,8 millimeter hoog en bestaat uit 203 onderdelen. De vierkantige openingen in het rasterwerk van de wieken meten 0,005 millimeter. Een jaar lang was Syadristy er zes dagen per week en tien uur per dag mee bezig. De kunstenaar zegt dat het enige waardoor hij bij het werken wordt gehinderd het kloppen van zijn eigen hart is.
Het werk van Syadristy is niet te koop. Zelfs een bod van een miljoen euro op een colaflesje van 1,6 millimeter hoog was tevergeefs. Syadristy wil zijn collectie bijeen houden binnen een stichting, die een eigen ”Micro Miniature Museum” exploiteert in Kiev.
Het moet gezegd; de informatie bij de kunstwerken is vertaald in slecht Nederlands, de kwaliteit van de foto’s is niet geweldig en het blijft de vraag of er sprake is van kunst of van perfecte vakbekwaamheid. Je kunt je zelfs afvragen of de nanotechnologie deze vorm van handarbeid al niet heeft ingehaald.
Dat alles neemt niet weg dat in Berlage een parade te zien is van verbluffende kunststukjes.
”Micro Art Amsterdam Exhibition” is tot en met 31 december te zien in de Beurs van Berlage in Amsterdam.
microartamsterdam.com