Britse minister Amber Rudd stapt op
De Britse premier Boris Johnson moet weer afscheid nemen van een minister. Amber Rudd zegt in haar ontslagbrief niet langer te geloven dat de EU verlaten met een deal het hoofddoel is van de regering. Ook is ze boos dat 21 partijgenoten uit de fractie zijn gezet.
Rudd had als minister onder meer Werkgelegenheid en Pensioenen in haar portefeuille. Ze schrijft dat de regering veel werk maakt van de voorbereidingen voor een brexit zonder deal, terwijl de onderhandelingen met de EU in haar ogen minder prioriteit lijken te krijgen.
De premier heeft eerder gezegd dat hij bij voorkeur met een deal de EU verlaat, maar sloot een no-deal brexit nadrukkelijk niet uit. Hij wil in elk geval geen nieuw uitstel meer van het Britse vertrek uit de EU. Dat staat gepland voor 31 oktober.
Johnson kreeg deze week ook al een tegenslag te verduren toen het parlement een wet goedkeurde waarmee hij toch kan worden gedwongen brexituitstel te vragen. 21 Conservatieve parlementariërs werden tot woede van Rudd uit de fractie gezet omdat ze met de oppositie meestemden.
Rudd, zelf ook parlementariër, verwijt Johnson in haar brief „getalenteerde en loyale” partijgenoten te hebben ontslagen. Ze spreekt over een „aanval op fatsoen en de democratie”. Rudd stapt nu ook uit de Conservatieve fractie.
De politica steunde in de aanloop naar het brexitreferendum in 2016 het remain-kamp, dat tegen een Brits vertrek uit de EU was. Aartsbrexiteer Nigel Farage vroeg zich zaterdagavond op Twitter af waarom „Boris in de eerste plaats ministersposten heeft gegeven aan deze remainers”.
Eerder deze week stapte ook de broer van premier Johnson al uit de regering. Jo Johnson ging als onderminister onder meer over universiteiten en wetenschap. „In de afgelopen weken ben ik verscheurd geraakt tussen de trouw aan mijn familie en het nationale belang”, schreef hij op Twitter.