Bijbel stimuleert ons aandachtig te leven
Wat kan helpen om het leven te vinden zoals God het bedoeld heeft? Aandachtig leven. Dat is „proeven en zien dat de Heere goed is” (Psalm 34). Hij is al naar je op zoek zo lang als je leeft.
We worden in onze cultuur voortdurend uitgenodigd de buitenkant van ons leven te bewaken. Mensen laten zich niet zo snel kennen en dan komt ”Weet jij mij beter dan ik”, een van de beginregels van een liedje van Trijntje Oosterhuis, wel binnen. Het liedje, geschreven door haar vader Huub, is inmiddels een tranentrekker en wordt gespeeld op bijvoorbeeld begrafenissen. Op sociale media lees ik er de volgende reacties op: „Dit is het moooooiste liefdesliedje oooooit. Dit voel ik bij mijn vriendje.” Of: „Kippenvel.” „Zit me (grote vloek) toch hard te huilen!”
Het liedje verwoordt waar we allemaal naar verlangen: ten diepste gekend én geliefd zijn. Maar we leven in een wereld en in een tijd die daar niet zo geschikt voor is. Bijzonder dat deze woorden nu zo aanslaan. Of juist niet?
Veelheid der dingen
Zijn we inmiddels helemaal klaar met de blinkende lifestyle waarvoor we uitgenodigd worden? Waar je identificatiepunt de maat van je kleren is, de spullen die je hebt of de hoeveelheid citytrips die je dit jaar op de teller hebt? Tijd te kort. Er is immers zoveel leuks te doen. Wat te kiezen? Gretig zoeken we alle mogelijkheden op, om ze daarna te delen via een flikkerende smartphone. Met de hoop op veel duimpjes omhoog. En te midden van de veelheid der dingen moet er ook nog tijd gevonden worden om met dolfijnen te zwemmen, te kitesurfen in de Andes en al die andere dingen waar mensen op sociale media over opscheppen.
Wonderlijk zijn in de context van een voortjagende, onpersoonlijke samenleving de woorden van Psalm 139, een psalm van David waar het liedje van Trijntje Oosterhuis op gebaseerd is. In die psalm ontmoet ik een man die stilvalt. Die zegt: „Heer, U weet alles. U kent mijn gedachten. U weet waar ik mee bezig ben, waar ik sta, hoe ik aan dit jaar begonnen ben. Bij u ben ik veilig. U omgeeft mij van achteren en van voren. U legt Uw hand op mij.” Ja, er is dus écht Iemand die je kent. Die je beter weet dan jijzelf.
Brood
In het Oude Testament maakt God Zich bekend als de ”Ik ben”. Hij is erbij, wat zich ook voordoet in je leven. Juist op die momenten dat je het niet meer weet, als je alleen bent of je alleen voelt, als je overprikkeld bent, of als je in zulke gekke praktijken bent beland dat je je daar ongelooflijk voor schaamt.
In het Nieuwe Testament wordt dat verder uitgewerkt in de beelden die Jezus van Zichzelf geeft. Ik pik er eentje uit. Jezus zegt: „Ik ben het Brood des levens. Brood. Dat komt tegemoet aan de specifiek menselijke behoefte om te eten, maar het beeld herinnert ook aan een geestelijke leegte. Op dat punt kan een specifieke honger bestaan. Dat wordt nog erger als we niet beseffen dat we honger hebben. Honger naar een zinvol bestaan, naar erkenning, geliefd zijn, naar iets wat heel veel voldoening geeft, naar veiligheid. Jezus zegt: „De honger die jij hebt, kan Ik stillen. De leegheid in jouw menselijke bestaan kan Ik vervullen.”
Als ik goed om me heen kijk, zie ik zoveel mensen die leeg zijn. Die wel heel veel herrie maken en altijd online zijn, maar toch leeg. Niet vol, niet vervuld. Met Gods liefde en die van medemensen, met genade, met troost. Jezus zegt: „Daarvoor moet je bij Mij zijn.”
De dingen waar ik het nu over heb, kun je niet ervaren als je opgeslokt wordt door de waan van de dag, door alle prikkels die zich aan je opdringen of door het lawaai dat je zelf maakt om je eigen onzekerheid te overschreeuwen. David spreekt over een ziel die tot rust en stilte moet komen. Innerlijke rust. Vrede. Met God en met jezelf.
Meer mens
Om aan de moordlustige koning Saul te ontsnappen, heeft David een aantal jaren in de wildernis doorgebracht, in de woestijn. Hij heeft daar niet voor gekozen, hij is erheen gejaagd. Hij is er niet naartoe gegaan om foto’s van wilde geiten te maken of bijzonder fraaie bloemen te tekenen. Desondanks ontdekt David de woestijn als een plek van waarheid, van schoonheid, een plek van liefde. Want hij is daar wezenlijk met God bezig. En hoe meer hij met God bezig is, hoe meer mens hij wordt, hoe meer ‘David’ hij wordt. Dat komt door de omgang met de levende God.
Vaak hebben mensen hier heel andere ideeën over. Hoe ‘geloviger’ je wordt, hoe minder er van jezelf overblijft. Maar het tegengestelde is waar. We zijn het meest mens als we met God omgaan. Elke andere manier van leven maakt ons minder mens, minder onszelf. Slaaf van wat iedereen doet.
Wat kan helpen om het leven te vinden zoals God het bedoeld heeft? Ik kom dan uit bij aandachtig leven. Ik haak aan bij een andere psalm van David. Psalm 34, waar het gaat om een engel die zich rondom David begeeft. En dan triggert dat zinnetje „Proef en zie dat de Heere goed is.” Dat is aandachtig leven: erbij stilstaan en er stil van zijn dat God goed is. Hij is al naar je op zoek zo lang als je leeft! Hoe is het mogelijk!
Proeverij
Als je op internet zoekt, vind je allerlei ‘proeverijen’ en kun je verschillende gerechten of dranken keuren en ervaren. Ik hoop dat we als christenen ook proeverijen vormen, waar we de tijd nemen en de aandacht hebben om elkaar te doorgronden, te begrijpen, te bemoedigen en zo nodig te corrigeren, om uiteindelijk te proeven en te smaken dat God goed is voor ieder.
Juist in deze dwaze, ontredderde en tumultueuze wereld vol kabaal is het belangrijk de stilte te beoefenen. En ook daarin regelmatig alleen te zijn. Om niet langer gedreven of misschien wel verscheurd te worden door de meest uiteenlopende impulsen die de wereld aan je opdringt. Dat moeten we dus óók doen met elkaar. De plekken van aandacht zoeken, waar je de stem van God kunt horen. God wil je vertellen hoe je tot volheid kunt komen, hoe je tot groei en bloei kunt komen en hoe je bevrijd kunt worden van wat dwars ligt. Zíjn is belangrijker dan hébben en je bent meer waard dan het resultaat van je inspanningen. Je mag leeg worden van waar je vol van bent, om vol te worden van waar je leeg van bent.
Het gaat erom zelf aandachtig aanwezig te zijn in de aandachtige aanwezigheid van God. Hij is er. Hij is genadig aanwezig. Adembenemend. Onnoembaar aanwezig deelt God ons bestaan. Ontroerend dichtbij. Vandaar Zijn naam: ”Ik ben” en ”Ik zal er zijn”.
De auteur is directeur van de Evangelische Hogeschool (EH) in Amersfoort. Dit artikel is gebaseerd op haar vrijdag gehouden toespraak tijdens de opening van het nieuwe cursusjaar van de EH.