Kerk & religie

Gevallen

Psalm 4:3

4 September 2019 10:49Gewijzigd op 16 November 2020 16:52

„Gij mannen, hoe lang zal mijn eer tot schande zijn? Hoe lang zult gij de ijdelheid beminnen, de leugen zoeken?”

Helaas zijn de zonen van God veranderd. Ze zijn almaar slechter geworden en hebben hun eer prijsgegeven. Om de beschuldiging aan hun adres nog groter te maken, herinnerde Hij hen eraan dat zij Hem eertijds gevreesd hadden en liet Hij hen zien dat dit het grootste punt van hun schuld was. Maar op een andere plaats zegt God: „U bent goden en allen zonen van de Allerhoogste. Maar u sterft als mensen” (Psalm 82: 6-7). Ziehier het scherpe inzicht van de profeet. Nadat hij eerst de macht van God heeft laten zien en wat Hij allemaal doet, Zijn alwetendheid, Zijn goedheid en barmhartigheid, richt hij het woord vervolgens tot degenen die in boosheid leven. En dan zegt hij bijna het volgende: Als we zo’n God hebben, Die zo voortreffelijk, barmhartig en machtig is, hoe hebben jullie je dan (ooit) tot goddeloosheid kunnen begeven?

En zie zijn wijze raad, hoe vol verontwaardiging die is, maar ook vol vriendelijkheid en hoe vol liefde voor de wijsheid. Want wat zegt hij? Zonen van de mensen, hoelang bent u nog traag van hart? En zo komt de vermaning, die reeds langere tijd ernstig toegesproken wordt.

Johannes Chrysostomus, priester te Antiochië (”Homiliën”, ca. 390)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer