Studenten met een arbeidersverleden
Nederland heeft er een zorggroep bij: de eerstegeneratiestudenten. Het zijn kinderen van wie de ouders geen hbo- of academische opleiding hebben genoten. Van een rugzakje of persoonsgebonden budget (pgb) is weliswaar geen sprake, maar inmiddels wel van een diagnose, en dus een etiket.
Fiona Veraa doet al drie jaar onderzoek naar deze groep studenten. Zij werkt voor het lectoraat ”Kansrijke schoolloopbanen in een diverse stad” van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Veraa is dochter van een tank- en jeepmonteur en haar moeder deed de mulo. Geen academisch nest dus. Veraa spreekt in dit verband van studenten met een „arbeidersverleden.” Zij weet hoe deze eerstegeneratiestudenten met „laagopgeleide ouders” zich voelen. Ze kunnen maar moeilijk hun studentenrol op zich nemen, zo vertelt ze in dagblad Trouw. Op de hbo-opleiding of universiteit voelen ze zich boerenkinkel of -trien, thuis zijn ze de kakkers uit de grote stad. Na college reizen ze naar huis. Ze hebben dus een minder relevant netwerk. Ze besteden gemiddeld meer uren aan een bijbaantje en hebben een grotere aversie om studieschuld op te bouwen. Bovendien zijn ze gemiddeld vaker mantelzorger. Het zijn allemaal ingrediënten die hen hinderen in hun studiesucces.
De Amsterdamse hogeschool biedt daarom aan het begin van dit studiejaar een speciaal programma aan: ”Tune In”. De Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft iets soortgelijks voor eerstegeneratiestudenten: ”Get Ready”. Drie dagen lang krijgen de nieuwkomers workshops en lezingen over wat er allemaal komt kijken bij studeren aan hogeschool of universiteit. Naast de praktische kanten komen ook sociale „handigheidjes” aan bod, zoals een workshop over zelfvertrouwen of ”hoe overleef je een borrel”.
Natuurlijk mag je niet generaliserend oordelen; niet over de eerstegeneratiestudenten, niet over hun ouders en niet over dit onderzoek. Maar het lijkt niet moeilijk om de genoemde hinderpalen juist te zien als positieve voorwaarden voor succes. Wat is er mis als studenten proberen zo min mogelijk studieschuld op te bouwen en daarvoor bijbaantjes niet schuwen? Wat zou er fout kunnen zijn aan mantelzorg door studenten? Kan het zijn dat juist onder deze eerstegeneratiestudenten het aantal doorzetters en vechters die het ver schoppen in de maatschappij, gemiddeld hoger ligt dan onder studenten uit academische milieus?
Vanzelf is het niet verkeerd als er aandacht is voor deze groep studenten. Maar laat het geen zorggroep worden. Workshops en introductiedagen om hen te helpen hun ‘studentenrol’ –beter is het te spreken van studierol– op zich te nemen, zijn ook niet verkeerd. Maar laten deze programma’s vooral beginnen met een ode aan de ouders die niet academisch gevormd of hbo-geschoold zijn, maar zichzelf veel ontzegd hebben om hun kinderen de gelegenheid te geven zich verder te ontwikkelen. En hun de waarden voorhielden van zuinigheid, inzet en naastenliefde.