Leraren en leerlingen geven elkaar voldoende
Docenten krijgen van leerlingen een dikke 6,5. Leraren hebben voor hun leerlingen ruim een 7 over. Ruim driekwart is tevreden tot zeer tevreden over de middelbare school waarop zij zitten. Ook kunnen leraren goed overweg met de meeste van hun leerlingen.
Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van onderwijsadviesbureau KPC Groep ter gelegenheid van een congres over de relatie tussen leraren en leerlingen. Het congres is 20 maart in Utrecht.
Van de leraren vindt 42 procent dat ze te weinig tijd hebben om de leerlingen voldoende aandacht te geven. De KPC Groep is enigszins verrast door de positieve verhoudingen in het voortgezet onderwijs anno 2002. Op basis van de vergrijzing in het onderwijs, het lerarentekort en de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen jaren had het bureau een negatiever beeld verwacht.
Leerlingen hebben hoge cijfers over voor de vakinhoudelijke kwaliteit van hun leraren. Didactisch is de waardering lager. Zo geven leerlingen een 7,7 voor vakkennis en een 7,0 voor ”goed kunnen uitleggen”, maar voor ”streng zijn” een 6,4, voor ”orde houden” een 6,1 en voor de mate waarin ze weten waar leerlingen mee zitten een 5,7.
Aan de coachende rol van docenten moet in de ogen van de leerlingen nog wel worden gewerkt. Beide groepen vinden dat er niet optimaal naar hen wordt geluisterd. Leerlingen geven hun docenten een 6,5 als het om deze eigenschap gaat en omgekeerd geven leraren hun leerlingen een 6,4.
Een op de tien leerlingen is zonder meer ontevreden. Slechte of onbevoegde leraren is daarvan de oorzaak. Ook worden dan vaak de slechte organisatie van de school, een slechte sfeer en saaie lessen genoemd.
Leraren waarderen in hun leerlingen vooral het feit dat ze aardig zijn en eerlijk. Naarmate docenten ouder zijn en langer lesgeven, kunnen zij minder waardering voor hun leerlingen opbrengen.