De toonaangevende Dow-Jonesindex eindigde 0,4 procent hoger op 25.579,39 punten. De breder samengestelde S&P 500-index steeg 0,3 procent, tot 2847,60 punten. Technologiebeurs Nasdaq leverde 0,1 procent in tot 7766,62 punten.

China dreigde met vergeldingen tegen de Verenigde Staten. Het land liet weten het instellen van handelssancties in september als „een schending” van de eerdere afspraken met de VS te zien.

De opbrengsten op staatsobligaties zakten naar het laagste niveau in jaren. Woensdag daalde de rente voor Amerikaanse tienjarige obligaties al voor het eerst sinds juni 2007 onder die van het tweejarige schuldpapier. Dat is voor beleggers een teken aan de wand dat een recessie aanstaande is.

Industrieel conglomeraat GE maskeert volgens een klokkenluider financiële problemen. GE zou verplichtingen in zijn verzekeringsdivisie hebben onderschat en investeringen in dienstverlener aan de olie- en gasindustrie Baker Hughes niet goed hebben verantwoord. Het aandeel verloor 11,3 procent, het grootste verlies op één dag in elf jaar.

Winkelbedrijven stonden in de aandacht na beter dan verwachte detailhandelsverkopen in juli. Walmart deed bovendien goede zaken in het afgelopen kwartaal. De keten zette een hogere winst en omzet in de boeken, mede dankzij verbeteringen die het recent in zijn winkels doorvoerde en het winnen van marktaandeel. Ook schroefde Walmart zijn prognoses op. Het aandeel steeg 6,1 procent.

De Amerikaanse producent van netwerkapparatuur Cisco verloor 8,6 procent. De prognoses van het bedrijf voor het lopende kwartaal waren teleurstellend.

De euro was 1,1113 dollar waard, tegenover 1,1098 dollar eerder op de dag bij het sluiten van de Europese beurzen. De olieprijzen daalden opnieuw na de koersval van woensdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 1 procent tot 54,66 dollar. Brentolie kostte 1,9 procent minder op 58,33 dollar per vat.