Forse verliesbeurt voor Wall Street
De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met stevige minnen gesloten. De vrees voor recessies werd aangewakkerd door tegenvallende cijfers over de staat van de Duitse en Chinese economie. Die angsten werden verder gevoed door de ontwikkeling van rentes op de obligatiemarkt. Op bedrijfsgebied kwam warenhuisketen Macy’s met kwartaalcijfers.
De Dow-Jonesindex sloot 3,1 procent lager op 25.479,42 punten. De breed samengestelde S&P 500 leverde 2,9 procent in tot 2840,60 punten en techbeurs Nasdaq werd 3 procent lager gezet op 7773,94 punten.
De Duitse economie kromp in tweede kwartaal ten opzichte van de voorgaande drie maanden, waarbij vooral de buitenlandse handel op de prestaties drukte. Onder andere de handelsvete tussen de Verenigde Staten en China speelde de Duitse economie parten. China meldde een afzwakking van de industriële productie.
Ook de obligatiemarkten waren niet goed voor het vertrouwen van beleggers. De rente voor Amerikaanse tienjarige obligaties doken onder die van tweejaars schuldpapier. Die zogenoemde omgekeerde rentecurve wordt gezien als een voorbode van een recessie.
De olieprijzen daalden eveneens stevig. Een vat Amerikaanse olie kostte 3,6 procent minder op 55,08 dollar. Brentolie werd 3,4 procent goedkoper tot 59,23 dollar per vat.
Winkelbedrijf Macy’s zag de winst over het voorbije kwartaal flink lager uitvallen. Het bedrijf is nu ook negatiever over de winstverwachting en werd ruim 13 procent lager gezet.
Farmaceuten Mylan (min 8,5 procent) en Teva (min 10,8 procent) werden door Amerikaanse volksvertegenwoordigers beschuldigd van het achterhouden van informatie. Dat zou gebeurd zijn bij een onderzoek naar verboden prijsafspraken voor medicijnen waar geen patent meer op zit. Maker van donzen jassen Canada Goose (min 7,5 procent) haalde een beter dan verwachte omzet, maar hield zijn verwachtingen voor heel 2019 gelijk.
Uber ging 6,8 procent omlaag en bereikte de laagste stand sinds de beursgang eerder dit jaar. Volgens analisten zijn er te veel vraagtekens rondom de tegenvallende vooruitzichten.
De euro was 1,1134 dollar waard, tegen 1,1146 dollar bij het slot van de Europese markten.