Mix aan zorgen zet Wall Street lager
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag flink lager gesloten. Beleggers hielden de aanhoudende protesten in Hongkong en de politiek-economische crisis in Argentinië nauwlettend in de gaten. De steeds verder dalende rendementen op staatsleningen deden het sentiment evenmin goed. Daarbij speelde het slepende handelsconflict tussen China en de Verenigde Staten weer op, na een rapport van bankiers van zakenbank Goldman Sachs.
De Dow-Jonesindex eindigde uiteindelijk 1,5 procent lager op 25.896,44 punten. De bredere S&P 500-index zakte 1,2 procent tot 2882,69 punten, terwijl schermenbeurs Nasdaq 1,2 procent kwijtspeelde tot 7863,41 punten.
De marktkenners bij Goldman verwachten dat een handelsdeal tussen de Verenigde Staten en China pas na de presidentsverkiezingen in 2020 plaatsvindt. Ook waarschuwden ze dat de aanhoudende handelsoorlog een groter negatief effect heeft op de Amerikaanse economie dan eerder gedacht. Het risico op een recessie in de VS is volgens de analisten aan het stijgen.
De bankensector wist de aandacht op zich gericht. Zij zijn gevoelig voor de steeds verder dalende rendementen op staatsleningen en noteerden in het rood. Zo speelden Goldman en Citigroup 2,7 procent kwijt. Morgan Stanley zakte 2,8 procent en Bank of America en JPMorgan daalden respectievelijk 2,4 procent en 1,9 procent.
De ontwikkelingen in Hongkong hadden hun weerslag op producenten van luxegoederen. Hongkong is een belangrijke afzetmarkt voor dure spullen en de protesten die al tien weekenden op rij aan de gang zijn ontwrichten onder meer de detailhandel en de reissector. Aandelen van bijvoorbeeld Tiffany, Estee Lauder en Movado gingen omlaag. Eerder lieten Europese sectorgenoten als LVMH, Richemont en Burberry ook al minnen zien.
Alphabet stond in de schijnwerpers. Het moederbedrijf van Google verloor 1,2 procent, nadat Google een waarschuwing kreeg van de Russische overheid over het adverteren voor „illegale protesten” via YouTube. Cannabisbedrijf CannTrust kelderde bijna 28 procent nadat een toezichthouder een productiefaciliteit afkeurde.
De euro was 1,1213 dollar waard, tegen 1,1218 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,5 procent meer op 54,79 dollar. De prijs van Brentolie stond vlak op 58,51 dollar per vat.