Economische samenwerking als basis voor vrede Israël en Palestijnen
Ze verwachten niets van een politieke oplossing, maar zien veel meer in economische samenwerking van Israël en de Palestijnen. „Wij geloven in vrede tussen ménsen, niet tussen politici.”
Met bulderend geraas scheert een formatie Israëlische straaljagers over de berg Gerizim in Samaria. De felle zon schittert op de cockpits. Ashraf Jabari pauzeert even, want zijn zachte Arabische stem komt niet boven het lawaai van de gevechtsvliegtuigen uit.
Jabari verontschuldigt zich voor zijn late aankomst. Hij mag dan voorzitter van het Palestinian Business Network en een prominente Palestijnse zakenman zijn, dat garandeert nog geen vlotte doorgang bij de controleposten van het Israëlische leger.
Jabari woonde in juni de ”workshop” in Bahrein bij, waar de Verenigde Staten het economische deel van het vredesplan voor het Midden-Oosten presenteerden. Een ambitieus voorstel, dat moet leiden tot investeringen ter waarde van zo’n 50 miljard dollar. Die kapitaalinjectie moet vrede tussen Israël en de Palestijnen bevorderen. Want de Amerikanen zijn ervan overtuigd dat economische welvaart dé basis voor duurzame vrede vormt.
Twee regeringen
De aanwezigheid van Jabari op de conferentie in de Golfstaat was zeer tegen de zin van de Palestijnse Autoriteit (PA), vertelt de zakenman. De PA heeft het Amerikaanse vredesplan al bij voorbaat verworpen. Officieel omdat het vooralsnog geen duidelijke richting voor een politieke oplossing van het conflict biedt. Officieus, omdat de Palestijnse Autoriteit de VS niet langer als betrouwbare bemiddelaar beschouwt. „De PA stond op het standpunt: óf wij vertegenwoordigen de Palestijnen in Bahrein, óf helemaal niemand. Ik was persoonlijk door de Amerikanen uitgenodigd, dus niemand kon me tegenhouden.”
Jabari vraagt zich af wie nu eigenlijk het Palestijnse volk representeert. „Elke staat in de wereld heeft één regering. Wij hebben er twee: één op de Westoever en één in de Gazastrook. De internationale gemeenschap beschouwt de Palestijnse Autoriteit als de legitieme vertegenwoordiger van ons volk. Als de PA serieus werk maakt van corruptiebestrijding en wérkelijk de belangen van de Palestijnen nastreeft, zullen we haar ook respecteren.”
Jabari deelt het Amerikaanse uitgangspunt dat economische welvaart onontbeerlijk voor vrede is. „Mijn visie is, dat we de Palestijnse economie moeten opbouwen door een goede relatie met Israël te onderhouden. We leven op dezelfde plek. We kunnen niet zonder Israël bestaan. We zijn economisch gezien voor 80 procent afhankelijk van de Joodse staat. Honderden Israëlische fabrieken hebben Palestijnse arbeiders in dienst. Als die werkgelegenheid er niet was, zou de situatie op de Westbank dezelfde zijn als in de Gazastrook.”
Yossi Dagan, voorzitter van de Regionale Raad van Samaria, sluit zich bij Jabari aan. „Als er op het grondvlak sprake is van hechte economische samenwerking, bestaat er een goede kans op vrede. Als we het van de politiek moeten verwachten, gaan we alleen maar richting een nieuwe ronde van bloedvergieten. Het is 26 jaar geleden dat de Oslo Akkoorden zijn gesloten. Sindsdien zijn er veel overeenkomsten getekend. Ze hebben tot nu toe alleen maar meer geweld opgeleverd. Wij geloven in vrede tussen ménsen, niet tussen politici.”
Jabari knikt instemmend, maar wijst tegelijkertijd op een principieel probleem. „De ideale oplossing is terug naar de grenzen van vóór 1967. Maar daar is op dit moment geen basis voor. Geen Israëlische premier zal de Palestijnen de gelegenheid geven een eigen staat naast Israël te stichten. Ten diepste is er aan de Palestijnse kant ook niemand te vinden die dat wérkelijk steunt. Dat heeft alles te maken met het islamitische principe van de waqf: geen moslim zal ooit bereid zijn één centimeter van dit land op te geven.”
Sinds twee jaar onderhouden Dagan en Jabari intensieve contacten om economische samenwerking tussen Joden en Arabieren te bevorderen. Die relatie wordt hen niet door iedereen in dank afgenomen. Dagan: „Twee maanden geleden was ik door Jabari uitgenodigd om het einde van de ramadan te vieren. Kort daarop kwam het kantoor van de Palestijnse president Abbas met een officiële verklaring waarin ze die actie veroordeelde. Luister, als Israëliër ben ik heel patriottisch ingesteld. Maar we stammen allebei van Abraham af. Het minste dat Joden en Palestijnen kunnen doen is met elkaar praten.”