Leidse wijk probeert uitzetting Nigeriaan Samuel te voorkomen
Een 67-jarige straatkrantverkoper uit Leiden dreigt te worden uitgezet naar Nigeria. Wijkbewoners, christenen en supermarktmedewerkers voeren nu actie voor hem. „Ook in mijn huidige situatie zal God mij bijstaan.”
Al jaren verkoopt Samuel Oluwatobi Shodipe (67) enkele dagen per week straatkranten in een winkelcentrum in de Leidse Merenwijk. Hij is in het winkelcentrum een bekende persoonlijkheid. Op een groentekratje zit hij naast de ingang van een supermarkt. Voor iedereen heeft hij een vriendelijke blik en nooit is hij opdringerig.
Maar momenteel kan elke dag zijn laatste werkdag zijn, want Samuel dreigt na achttien jaar uitgezet te worden naar zijn geboorteland Nigeria. Hij is uitgeprocedeerd en kreeg nooit een verblijfsvergunning in Nederland.
Enkele Merenwijkers hoorden anderhalve maand geleden van het voornemen dat Samuel uitgezet zou gaan worden en zetten spontaan een actie op touw. Op de tafel naast Samuel liggen daarom formulieren waarop mensen hun steunbetuiging kunnen achterlaten. Ze worden vervolgens op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rondom Samuel.
Mogelijkheden
Daarnaast is er een crowdfundingactie gaande om Samuel financieel te ondersteunen. Herman Kooij is een van de Merenwijkers die betrokken zijn bij de actie. „Samen met een paar andere wijkbewoners werden wij geraakt door de situatie van Samuel en we wilden hem graag ondersteunen. Inmiddels zijn we ruim 2500 steunbetuigingen en ruim 7000 euro verder.” Samuel zet de wijk in beweging, want ook de dichtbij gevestigde geloofsgemeenschap De Regenboog ondersteunt de actie en supermarktmedewerkers laten zich ook niet onbetuigd.
„In eerste instantie was het de inzet om voor Samuel startkapitaal te vergaren, zodat hij bij terugkomst in Nigeria een nieuwe start zou kunnen maken. Maar er wordt door verschillende instanties nu ook gekeken of er nog mogelijkheden zijn voor hem om toch in Nederland te blijven.”
Samuel is blij met alle hulp die hij krijgt, maar beschrijft zijn situatie als dubbel en onbestemd. Hij is blij en verdrietig. „Eerlijk gezegd ben ik niet blij met de situatie waarin ik verkeer. In Nigeria had ik een eigen fotozaak en werd ik gerespecteerd. Maar nu moet ik in leven zien te blijven door straatkranten te verkopen, dat toch voelt als een soort van veredeld bedelen.”
Maar hij is ook intens blij en dankbaar. „De liefde die ik ervaar tijdens mijn werk vind ik bijzonder. De bezoekers van dit winkelcentrum helpen mij om maandelijks mijn huur te kunnen betalen.” Ondertussen wordt hem door een vrouw een flesje vers geperst sinaasappelsap in de hand gedrukt. Hij bedankt haar. „Dit bedoel ik dus. Er wordt goed voor mij gezorgd. Als dezelfde liefde er ook in Nigeria was geweest, dan had ik nooit hoeven te vluchten.”
Halsoverkop
Liever vertelt hij niet nogmaals zijn levensverhaal. „Ik ben erg moe.” Hij pakt het Straatjournaal van deze maand en wijst op het artikel over hem en zijn on- gekende levensverhaal. Hij opent als 21-jarige een fotozaak in Lagos, trouwt en krijgt een zoon. Maar dit geluk is eindig, want zijn vrouw overlijdt. In 1988 trouwt hij met een andere vrouw met wie hij drie dochters en een zoon krijgt. In 2001 breekt een van de donkerste dagen uit zijn leven aan. Hij geeft namelijk leiding aan een groep beveiligers, zeg maar burgerwachten, in zijn woonwijk. Zij doen dit werk omdat de politie zelf weinig werk maakt van criminaliteitsbestrijding. Als een van zijn teamleden een man doodt, wordt Samuel daarop aangekeken. Hij moet halsoverkop vluchten en komt in Nederland terecht.
Na jaren opent hij opnieuw een fotozaak, nu in Den Haag. Maar op een dag wordt hij aangereden door een tram, breekt zijn schedel en ligt enkele dagen in coma. Het is een wonder dat hij het ongeluk overleeft, maar zijn leven verandert wederom drastisch. Hij moet de fotozaak opgeven en in 2007 gaat hij het Straatjournaal verkopen.
Tamara Breton, diaconaal werker bij Diaconaal Centrum De Bakkerij in Leiden, is ook bij de actie betrokken geraakt. „Wij hebben aardig wat kennis over de mogelijkheden die er zijn voor individuele zorg aan mensen en dus ook voor Samuel. Daarbij willen we geen valse hoop bieden, maar wel realistisch op zoek gaan naar de mogelijkheden die er nog zijn in Nederland en anders in Nigeria.”
Job
Samuel brengt op een gegeven moment de Bijbelpersoon Job ter sprake. „Ondanks alles wat Job overkomt, verloochent hij God niet.” Samuel wil zichzelf zeker niet met Job vergelijken, toch ziet hij overeenkomsten. „Ook ik wil God niet verloochenen, maar ik blijf mij aan Hem vasthouden. Hij geeft mij kracht en alles in het leven heeft een reden. Het is een groot wonder dat ik een tramongeluk heb overleefd, en ook in mijn huidige situatie zal God mij bijstaan. Daar ben ik van overtuigd.”