Cultuur & boeken

Karen Blixen was op latere leeftijd een bizarre barones

Titel:

Marie van Beijnum
18 August 2004 10:34Gewijzigd op 14 November 2020 01:32

”Maanvrouw”
Auteur: Dolores Thijs
Uitgeverij: Mozaïek, Zoetermeer, 2004
ISBN 90 239 9112 5
Pagina’s: 206
Prijs: € 16,50. Haar werk werd meermalen genomineerd voor de Nobelprijs voor de literatuur. Ze schilderde en schreef. Na haar dood werd een museum te harer nagedachtenis ingericht. Ze droeg een adellijke titel en was de hoofdpersoon van de film ”Out of Africa”, die ook nog eens leidde tot de zogenaamde ”safari look” in de mode. Dat alles viel de Deense Karen Blixen ten deel, tijdens haar leven en postuum. Het boek van Dolores Thijs over deze succesvolle dame maakt min of meer een einde aan de romantisering van Blixen. In ”Maanvrouw” leren we haar kennen als een vrouw die het geluk wanhopig zocht maar niet vond.

Dolores Thijs is schrijfster en journaliste en won lang geleden, in 1981, de prijs voor het beste literaire debuut in Vlaanderen. Vorig jaar leverde zij twee verhalen voor de bundel ”Ik kan je niet vergeten”. Thijs vond in de huishoudster van Karen Blixen een geschikt personage voor een roman: de in 2003 overleden Caroline Carlsen.

In ”Maanvrouw” schetst Thijs een beeld van Blixen vanaf het moment dat Carlsen huishoudster op Blixens landgoed Rungstedlund wordt. Aan de hand van haar eigen ontmoetingen met Carlsen spint Thijs een verhaal over Blixen met alles wat er om haar heen gebeurt. Aan de hand van de ikpersoon Carlsen wordt de laatste levensfase van Blixen geschetst.

Heimwee
Blixen komt naar voren als een grillige barones die met haar bizarre kuren haar omgeving bij tijd en wijle tot wanhoop drijft. Iedereen vergeeft haar haar gedrag omdat men weet dat haar leven niet gemakkelijk was. Ze verloor haar vader aan suïcide, trouwde een boemelende edelman en ging met hem in 1914 naar Kenia. Daar, in de wondere wereld van Afrika, verloor ze haar hart aan een Engelsman, Denys Finch-Hatton, die zich niet wilde binden aan de Deense. In 1926 raakte ze zwanger van hem, maar ze moest op last van hem de geboorte en komst van de baby ’annuleren’. Finch-Hatton kwam op het leven bij een vliegtuigongeluk en Blixen keerde na zeventien jaar Kenia ontgoocheld terug naar Denemarken. Ze had haar leven, liefde en uiteindelijk ook God verloren en moest verder leven met een allesverterend heimwee naar wat was geweest.

Carlsen zoekt voor zichzelf en haar zoontje Nils eind jaren vijftig een rustige baan en vindt die op Rungstedlund, op dat moment gerund door Karen Blixen. Aan de hand van informatie van de mensen om haar heen, leert ze de barones steeds beter kennen. Ze is eenzaam en heeft haar nukken. De kinderloos gebleven Blixen werpt zich op als een tweede moeder van Nils, iets wat Carlsen met moeite accepteert. Blixen weet bij tijden heel haar personeel te mobiliseren voor haar eigenaardigheden, zoals het offeren aan de maan met een pannetje soep. Carlsen heeft daar zo haar eigen gedachten over.

Blixen organiseert party’s en feesten, waarbij ze zelf als een koningin van de bellettrie glorieert. Ook trekt ze er af en toe op uit, naar Venetië, naar Parijs en naar de Verenigde Staten, en komt dan als een uitgewrongen vaatdoek terug op Rungstedlund. Ze knoopt een wonderlijke relatie aan met de dichter Bjoernvig, die zich met veel pijn aan haar magische aantrekkingskracht kan ontworstelen.

Revolver
Thijs weet spannende elementen in haar boek aan te brengen. „Uit haar diepe zak van haar badjas had ze een revolver gehaald en op hem gericht.” In haar wanhoop weer een ideaal te moeten prijsgeven aan een desillusie, jaagt Blixen haar jonge liefde Bjoernvig de stuipen op het lijf met een revolver. De geestestoestand van de barones laat steeds sterker te wensen over. De ziekte waaraan de barones lijdt, weet Thijs geheim te houden tot het laatst. Het blijkt syfilis te zijn.

Thijs maakt korte metten met het geromantiseerde beeld van Blixen en zet haar neer als een oude dame die af en toe niet de gemakkelijkste was, maar die zeker ook bewondering ten deel mag vallen omdat ze niet de eerste de beste was. De schrijfster hanteert een prettig leesbare stijl. In de loop van het verhaal doen zich soms kleine onregelmatigheden voor. Op bladzijde 144 is er opeens de tiende verjaardag van Nils, „de tijd vloog voorbij.” Terwijl de tijd op bladzij 155 opeens vertraagt tot een slakkentempo. Op bladzijde 166 meldt een constructie met ”zowel als” een meervoud, terwijl dat enkelvoud behoeft. Wat mij nieuwsgierig maakt en wat Thijs maar even aanstipt, zijn de oorlogsjaren.

Het boek bevat drie foto’s - iets meer foto’s van Carlsen en Blixen zouden niet hebben misstaan. Het nawoord ademt meer de geest van Thijs dan van Carlsen. De schrijfster besluit met de moralistische vraag van Pilatus: „Wat is trouwens ’de’ waarheid? Misschien was mijn eigen geheugen, dat ik ondanks mijn leeftijd nog als volkomen helder beschouwde, uiteindelijk ook niet meer dan een blik in een oude, uitgeslagen spiegel.”

Vervolgens komt er nog een soort epiloog van Thijs en een korte beschrijving van Karen Christentze Dinesen, 1885-1962, alias Karen Blixen. Al met al is Thijs er in deze roman in geslaagd het verborgen leven van Blixen op een originele manier weer te geven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer