ECB moet wel Japanse centrale bank om advies vragen
Wat bedoelt de nieuwe hoofdeconoom van de Europese Centrale Bank (ECB), Philip Lane, met zijn uitspraak dat de ECB altijd open moet staan voor nieuwe ideeën om het beleid ruimer te maken?
Recent bleek dat de Japanse centrale bank verzoeken uit Frankfurt heeft gekregen om meer informatie over haar monetaire beleid en de effecten ervan te delen.
De ECB maakt zich namelijk in toenemende mate zorgen. De economische groei neemt af en de vooruitzichten verslechteren. Kijkend naar de biologische klok van de economie, zou zelfs een recessie volgend jaar niet verbazen. De gebruikelijke tegenmaatregelen zoals renteverlagingen zijn echter niet of nauwelijks mogelijk.
Geluk bij een ongeluk voor de monetaire ridders in Europa, hebben de monetaire samoerai in het land van de rijzende zon hetzelfde al eens meegemaakt. De Japanse centrale bank verlaagde de officiële rente begin 1999 naar 0 procent. In 2001 begon ze met het opkopen van obligaties, de zogeheten kwantitatieve verruiming.
Wat daarna volgde was niet alleen aanhoudende kwantitatieve verruiming 1.0 maar ook versie 2.0. Daarmee stelde de Japanse bank een plafond in voor langetermijnrentes en probeerde die met onbeperkte aankopen eronder te houden.
De Japanse centrale bank koopt nu zo lang Japanse staatsobligaties dat ze inmiddels de eigenaar is van bijna de helft van al het uitstaand Japans schatkistpapier. Zelfs dat beleidsgeweld was echter onvoldoende om de doelen te bereiken. Vandaar dat ze in april 2013 begon aandelen op te kopen op de beurs in Tokio.
Dat verklaart waarom de ECB aan de zusterinstelling in Japan vraagt om informatie over onorthodoxe middelen. Maar er is meer wat de ridders uit Frankfurt doen.
Onlangs is een bericht verschenen dat binnen de ECB een werkgroep aan het werk is gezet om na te denken over aanpassing van de definitie van prijsstabiliteit. Die luidt momenteel: jaarlijkse inflatie van onder, maar dicht bij 2 procent. Die inflatie zou symmetrisch moeten worden in de toekomst. Dat wil zeggen dat de bank een tijdelijke afwijking van inflatie boven de 2 procent zou tolereren. De kans dat de inflatie in de nabije toekomst zo ver oploopt, is niet zo heel groot. Maar door zo’n aanpassing zou de bank wel het monetaire beleid kunnen verruimen, en lang zeer ruim kunnen houden.
Ook dat is een voorbeeld van de ECB die al voorsorteert op de toekomst. Want het monetaire beleid in de muntunie verruimen, is wat de bank wil. Aankloppen bij de Japanse centrale bank voor advies is dan een must.
Die japanisering van de eurozone kan concreet het volgende betekenen. Wanneer de ECB opnieuw begint met kwantitatieve verruiming, kan de capital key –ofwel de verdeling van aankopen per land– aangepast worden. Net als de zelfopgelegde limieten voor hoeveel maximaal van elke uitgifte en het totaal te kopen. Wat zo goed als zeker is, is dat de rentes in euroland nog een lange tijd zeer laag zullen blijven.
Die wetenschap zal een Nederlander die spaart en pensioen opbouwt –zeg maar gerust het leeuwendeel van de Nederlanders– slapeloze nachten bezorgen.
De auteur is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer