‘Gevolgen voor pensioenen pas later duidelijk’
De financiële positie van een aantal grote pensioenfondsen is zorgelijk, maar dat betekent niet per se dat ze moeten korten op pensioenen. Dat stellen werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland in een reactie op de recentste kwartaalrapporten van de fondsen.
Uit cijfers van metaalfondsen PME en PMT komt naar voren dat de belangrijke graadmeter voor hun financiële gezondheid, de beleidsdekkingsgraad, respectievelijk onder en dicht bij de vereiste minimumgrens ligt. De kans op pensioenkortingen wordt daardoor een stuk reëler. In het onlangs gesloten pensioenakkoord spraken vakbonden, werkgevers en het kabinet juist af die ondergrens te verlagen om druk van de ketel te halen.
Als pensioenen alsnog verlaagd moeten worden, zou dat voor de onderhandelende partijen een gevoelige tik zijn. De werkgeversclubs benadrukken nu dat pas aan het einde van dit jaar duidelijk wordt of ingrepen echt nodig zijn. „Pas als de dekkingsgraad op 31 december 2019 ook onder de 100 procent ligt, dan zijn er mogelijk gevolgen.”
Ook voor ambtenarenfonds ABP en zorgfonds PFZW, de twee grootste pensioenfondsen van Nederland, dreigen overigens kortingen. Dit heeft te maken met het recente advies van de commissie-Dijsselbloem. Daardoor is de ondergrens voor de zogeheten kritische dekkingsgraad verhoogd. Als de fondsen daar begin volgend jaar onder uitkomen, moeten er ingrepen volgen.