Bouwen

Mattheüs 16:18

18 July 2019 07:38Gewijzigd op 16 November 2020 16:33

Ds. A. Kos, Middelharnis-Sommelsdijk

„En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.”

Het woord ”bouwen” wordt hier figuurlijk gebruikt. De Heere bouwt Zijn gemeente. Zo ook hier: de Heere Jezus bouwt Zijn gemeente en Hij bewaart haar. Dat sluit onze verantwoordelijkheid en roeping niet uit. De Heere gebruikt mensen: opvoeders thuis, dienaren van het Woord, ouderlingen en diakenen, club- en zondagsschoolleiding, zendingswerkers, evangelisten, buurmannen en buurvrouwen, collega’s et cetera. Toch bouwt Hij Zelf. Dat is een verootmoedigende en vertroostende boodschap.

Show, don’t tell (laat zien, vertel niet) is een bekende uitspraak. We zeggen wel dat de Heere bouwt, maar handelen zo vaak anders. Zowel richting onszelf als richting anderen. Wat is de genade van de Heere in alles nodig. Toch?! Wie zal het Evangelie zelf begrijpen? Wie weet weg met zijn of haar schuld voor de Heere? Wie zal het Woord in het hart brengen? Wie zal de kerk en de gemeente bouwen en bewaren? Indien de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden de bouwers daaraan (Psalm 127).

Kort na zijn belijdenis denkt Petrus dat hij het beter weet. Hij wil de Heere Jezus afhouden van het lijden. Dan wijst Christus hem scherp terecht. Is dat niet verootmoedigend? Wat lopen we de Heere vaak in de weg door het beter te weten dan Hij. U zult Mijn getuigen zijn, zei Jezus. Minder niet en meer niet. Maar we regelen zo vaak toch meer. Het dreigt hier of daar (naar ons idee) fout te lopen en daar gaan we. Ik hoorde eens dat Luther de nacht voor zijn bekende woorden ”Hier sta ik, ik kan niet anders” worstelde met de vraag of hij het werkelijk bij het juiste eind had. Hij vond het antwoord in het Woord alleen. Maar het is wel een terechte worsteling voor Gods aangezicht, die vandaag de dag al te weinig speelt, zo merkte iemand terecht op.

Vertroostend

Vertroostend is deze boodschap juist wanneer we met Josafat moeten zeggen dat in ons geen kracht is en dat wij niet weten wat wij doen zullen (2 Kronieken 20:12b). Dat drijft Josafat uit tot de Heere: Onze ogen zijn op U. Hij is de Heere, de Getrouwe en Almachtige. Ik zal bouwen, zegt Jezus. Dat deed en doet Hij door Woord en Geest. Zo mag er ook verwachting zijn van Hem. Niet om onze ijver, ons staan voor Schrift en belijdenis enzovoort. Maar van Hem Die door nietige, beperkte en zondige mensen heen werkt. Hij is vol van barmhartigheid en genade. Hij zoekt zondaren, die uit zichzelf niet naar Hem vragen. Hij bouwt en draagt zorg voor Zijn kerk. Al lijkt het tegendeel waar, al zien we alles bij de handen afbrokkelen, ja, juist daar: Ik zal het doen! Dat ziet alleen degene die ervaart dat hij zichzelf niet vast kan houden en het van genade alleen moet hebben. Maar die zich wonder boven wonder nochtans zó vastgehouden weet in Zijn doorboorde handen. Al komt de hel zelf, niemand kan Christus’ schapen uit Zijn hand wegtrekken. Inderdaad: „Veilig in Jezus’ armen, veilig aan Jezus’ hart, daar in Zijn stil erbarmen, daar rust mijn ziel van smart.”

Wat we nodig hebben, is zwakheid. Daardoorheen werkt Hij met Zijn kracht (2 Korinthe 12). Soli Deo Gloria!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer