Beurzen wachten op kwartaalcijfers
De Europese beurzen lieten dinsdag een gemengd beeld zien, waarbij de koersuitslagen beperkt bleven. Beleggers deden het rustig aan en keken vooral uit naar de kwartaalresultaten van de grote Amerikaanse banken JPMorgan, Goldman Sachs en Wells Fargo, die later op de dag naar buiten komen.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,3 procent in de min op 567,67 punten. De MidKap steeg 0,3 procent tot 808,30 punten. Parijs en Londen wonnen 0,1 procent. De Duitse DAX daalde 0,1 procent.
Maaltijdbestelsite Takeaway stond onderaan in de AEX met een verlies van 2 procent. Staalconcern ArcelorMittal voerde de stijgers aan met een winst van 2 procent. In de MidKap ging roestvrijstaalmaker Aperam aan kop met een plus van 3,1 procent. Technologiegroep TKH won 0,7 procent na verkoop van de meerderheid van zijn industriële connectivity-activiteiten. Bouwer BAM sloot de rij met een min van 1,3 procent.
In Frankfurt kreeg Bayer er 1,6 procent bij. De boete die het Duitse chemieconcern moet betalen aan een man die zegt kanker te hebben gekregen van onkruidverdelger Roundup is door een rechter in San Francisco verlaagd van omgerekend 71 miljoen euro naar 22 miljoen euro.
Osram Light steeg een fractie. De Oostenrijkse sensormaker AMS (min 2,6 procent) ziet af van een overname van het Duitse verlichtingsbedrijf. De onderneming had een rivaliserend bod uitgebracht op Osram, dat echter al had ingestemd met een bod van investeerders Bain Capital en Carlyle Group.
In Londen zag frisdrankfabrikant A.G. Barr een kwart aan beurswaarde verdampen na een winstalarm. Burberry won 11,5 procent dankzij beter dan verwachte verkoopcijfers van het Britse modehuis. Ryanair klom 1,5 procent. De Ierse budgetmaatschappij groeit komende winter en in de zomer van 2020 waarschijnlijk minder hard dan gehoopt door de problemen met de Boeing 737 MAX. De prijsvechter verwacht wel dat nog dit jaar weer met de toestellen kan worden gevlogen.
De euro was 1,1236 dollar waard, tegen 1,1256 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,2 procent meer op 59,72 dollar. Brentolie steeg ook 0,2 procent in prijs tot 66,64 dollar per vat.