Onderzoek naar asbest in babypoeder J&J
Het Openbaar Ministerie in de Verenigde Staten onderzoekt of Johnson & Johnson (J&J) het publiek heeft voorgelogen over mogelijke kankerrisico’s rond het gebruik van babypoeder van het bedrijf. Dat meldt persbureau Bloomberg op basis van ingewijden.
Het medische concern is al meerdere keren veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen aan zieke gebruikers van het babypoeder, dat asbest zou bevatten. J&J moest daarvoor in totaal al meer dan 5 miljard dollar ophoesten. Het strafrechtelijke onderzoek is een nieuwe wending in de kwestie.
J&J verkoopt al decennia babypoeder, maar het bedrijf verdient inmiddels veel meer geld met andere producten zoals medicijnen. Het bedrijf houdt al lang vol dat uit eigen testen niets is gebleken van risico’s door het gebruik van babypoeder. Asbest zou daarbij nooit zijn gevonden.
Uit interne stukken die bij de rechtbank zijn ingediend zou echter blijken dat het bedrijf mogelijk al sinds de jaren zestig en zeventig op de hoogte was van de aanwezigheid van asbest én de bijbehorende gezondheidsrisico’s. Wetenschappers in dienst van het bedrijf waarschuwden voor de juridische gevolgen daarvan, zo kwam onlangs aan het licht.
J&J zegt geld opzij te hebben gezet voor juridische kosten, maar niet hoeveel. Bloomberg schat dat de kosten aan schikkingen kunnen oplopen tot 15 miljard dollar. Volgens het bedrijf is er geen sprake van aansprakelijkheid omdat alle producten van het bedrijf veilig zouden zijn.