Haga Lyceum krijgt extra schoolgebouwen
Het Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum krijgt toch meer schoollokalen. In de zomervakantie worden tijdelijke lokalen geplaatst bij het huidige schoolgebouw, laat de gemeente Amsterdam weten. „Met deze uitbreiding is er aan het begin van het schooljaar 2019-2020 voldoende ruimte voor circa 340 leerlingen.” Nu zitten er ongeveer 180 leerlingen op de school.
De gemeente Amsterdam had een beslissing over de aanvullende huisvesting opgeschort omdat er volgens de AIVD mensen op de school rondlopen die de helft van het leerplan aan de salafistische geloofsleer willen wijden. De school verzet zich tegen die conclusies.
De gemeente zegt er donderdag van uit te gaan dat het bestuur van de school „binnen afzienbare tijd zal worden vervangen”, nu onderwijsminister Arie Slob donderdag heeft laten weten het bestuur te willen dwingen op te stappen. Als het huidige bestuur die opdracht negeert en blijft zitten, dan krijgt de school geen geld meer. „Als het huidige bestuur daadwerkelijk weg is, zal daarmee worden overlegd over een permanent schoolgebouw”, aldus de gemeente.
„Er is in Amsterdam behoefte aan islamitisch middelbaar onderwijs en kinderen hebben daar ook recht op als zij dat willen. In Amsterdam hebben we acht islamitische basisscholen, die het volgens de onderwijsinspectie goed doen. De gemeente heeft een goede relatie met deze scholen. Onze zorgen gaan niet over islamitisch onderwijs en ook niet over de school”, schrijft onderwijswethouder Marjolein Moorman aan ouders van wie de kinderen op de school zitten. „Wij willen alleen dat het schoolbestuur vertrekt, zodat we zeker kunnen zijn dat de kinderen goed en veilig onderwijs krijgen.”
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema sprak dinsdagmiddag met vertegenwoordigers uit de islamitische gemeenschap over de school. Het bestuur houdt donderdagavond een bijeenkomst voor „prominente personen van islamitische organisaties, zoals moskeebesturen”, aldus directeur-bestuurder Söner Atasoy, om „uitleg over de hele zaak te geven en te kijken hoe een en ander is geland”.