Slechts weinig componisten kunnen leven van hun beroep
Slechts weinig componisten in Nederland kunnen leven van hun beroep. Een deel schrijft zijn muziek zelfs helemaal onbetaald.
Dat blijkt uit een artikel van Erik Voermans in Het Parool van woensdag 10 juli.
Eerder waren de Nederlandse uitvoerende musici in het nieuws, die vaak voor weinig geld moeten optreden. Voor hen is onlangs een Fair Practice Code gepresenteerd, waardoor de betaling voor hun muzikale activiteiten beter geregeld moet worden.
Het Parool vestigt nu de aandacht op de componist, degene die de muziek schrijft. Onderzoek uit 2017 heeft uitgewezen dat het voor componisten nauwelijks mogelijk is van hun beroep te leven. Slechts 7 procent van de 300 componisten die zijn aangesloten bij de beroepsvereniging Nieuw Geneco heeft een inkomen dat uitsluitend bestaat uit betaald compositorisch werk, aldus het onderzoek. Ruim 40 procent kan alleen rondkomen als hij of zij een werkende partner heeft. Van de leden van Nieuw Geneco schrijft 8 procent zelfs volledig onbetaald zijn muziek.
In het artikel komt directeur Esther Gottschalk van Nieuw Geneco aan het woord. Ze noemt het „bizar” dat allerlei mensen, van dirigent en musicus tot uitgever en koffieschenker, wél geld verdienen aan de muziek die de componist schrijft, terwijl deze zelf op een houtje moet bijten.
Uit het artikel blijkt ook dat orkesten die door het Rijk worden gefinancierd jaarlijks maar 5 procent aan auteursrechtelijk beschermde stukken van Nederlandse componisten uitvoeren. Van hen is meer dan de helft al overleden. „Kortom, de levende componist kan wel wat meer steun gebruiken”, aldus Voermans. Hij citeert Gottschalk, die pleit voor „méér Nederlandse muziek van nu bij de Nederlandse orkesten.”