JSF operationeel het meest effectief
Industriële en economische motieven overheersen in de discussie over de vervanging van de F-16. Maar vanuit operationeel oogpunt is de keuze voor de JSF juist, vindt Willem Schneider.
De JSF is een ”multi-role” aanvalsvliegtuig voor het Amerikaanse leger, en zou de huidige F-16’s, F/A-18’s en Harriers moeten vervangen. De productie zou dan 2000 tot 3000 vliegtuigen voor het Amerikaanse leger moeten omvatten. Het precieze aantal is niet zeker. De Nederlandse regering veronderstelt een aantal van 4500, waarbij de export naar het buitenland wordt meegerekend. Het Amerikaanse ministerie van Defensie vindt dat zijn leger 2600 vliegtuigen nodig heeft, maar geeft geen garantie. Zoals het er nu naar uitziet zal de Amerikaanse luchtmacht 1763 F-35’s kopen, de Amerikaanse marine koopt er 480, het korps mariniers 609 F-35’s STOVL, die in staat zijn verticaal op te stijgen.Daarnaast is gerekend op de export naar het buitenland, waarbij landen als Nederland, Denemarken en Noorwegen in beeld komen. De laatste twee landen zullen de F-16 ook moeten gaan vervangen en zullen waarschijnlijk de Nederlanders gaan volgen. Zo ver zijn we nog niet, omdat de PvdA opnieuw dwars lijkt te liggen en (nog) niet door de bocht is. Opnieuw, want in 1976 was dit ook het geval. De situatie van 1976 zal zich niet zo gauw herhalen. De PvdA heeft de tijd gehad om zich voor te bereiden op de aanschaf van de JSF. Uit de stukken zie je een geleidelijke ontwikkeling in de denkrichting van de regering.
De Defensienota 2000 was vaag over de opvolging van de F-16. „Bij de beoordeling van de alternatieven zal meewegen dat Nederland goede ervaringen heeft opgedaan met de flexibiliteit van het F-16 ”multi-role” jachtvliegtuig uit het middenspectrum, dat voor verschillende taken kan worden ingezet”, aldus de minister. In maart 2000 heette het: „Alle opties zijn nog open en uiteindelijk zal een zorgvuldige politiek afweging moeten worden gemaakt van de verschillende factoren die in het geding zijn.”
Er zou bij voorbaat niet gekozen worden voor een Europees of een Amerikaans vliegtuig. Geleidelijk richtte premier Kok zich op de JSF, waarvan hij zei dat de JSF „met de kennis van nu de beste papieren” heeft voor de opvolging van de F-16. In een brief van 11 februari dit jaar schreef de minister van Defensie: „De conclusie luidt dat de JSF operationeel het meest effectief is.” En daarmee zitten de regering en de Koninklijke Luchtmacht (Klu) op één lijn.
Rafale
De Volkskrant bracht enige tijd geleden het bericht dat de KLu de afgelopen jaren voor de muziek was uitgelopen, en in feite al had gekozen voor de JSF. Dat was echter geen nieuws. Al langer leeft daar de overtuiging dat operationeel gezien de JSF de beste mogelijkheden heeft voor de toekomst. Reeds in 1997 werd deze voorkeur door luchtmachtofficieren publiekelijk uitgesproken, een mening die volgens betrouwbare bronnen bij hen nog steeds aanwezig is.
Hoewel inmiddels een prototype vliegt, moet de JSF nog verder ontwikkeld worden. Met de snelle ontwikkeling op technisch gebied heeft de belangrijkste concurrent -de Franse en dus geen Europese!- Rafale een nadeel. De Rafale zou in de ogen van luchtmachtofficieren geen serieuze kandidaat zijn, omdat deze werkt op basis van technologie van een aantal jaren geleden. Het Franse vliegtuig is dus verouderd ten opzichte van de JSF, ondanks de wijzigingen die ongetwijfeld in de komende tien tot vijftien jaar doorgevoerd worden.
In dat verband is het terecht dat de ”stealth”-techniek van de JSF bij de regering zwaar weegt. Dat maakt dat het toestel moeilijk te zien is met radar of warmtegevoelige sensoren. De JSF is hiermee in het voordeel bij verrassingsaanvallen en bij luchtgevechten. ”Stealth” betekent geen onkwetsbaarheid of totale onzichtbaarheid. JSF’s uitgerust met ”stealth” zijn altijd in het voordeel ten opzichte van vliegtuigen die deze techniek niet hebben.
Een tweede motief is dat de wapenvoorraad van de KLu van Amerikaanse makelij is. Alle Nederlandse wapens kunnen dus aan de JSF gehangen worden. De Franse luchtmacht heeft een geheel eigen wapenvoorraad die niet overeenkomt met de Amerikaanse. De aankoop van de Rafale betekent dat dit toestel geheel geschikt gemaakt moet worden voor Amerikaans wapentuig of dat de KLu haar voorraad moeten veranderen in Frans wapentuig. Daar hangt ook een prijskaartje aan!
De aanschaf van de JSF levert ook logistieke voordelen op. Als grote aantallen reservedelen worden besteld door de Amerikanen, levert dat een kostenbesparing op ten opzichte van de kleine aantallen voor een Europees toestel. Een ander logistiek argument is dat de onderhoudsfilosofie van de KLu op Amerikaanse manier is ingevuld. We denken dan aan de manier van werken met strakke voorgeschreven procedures, maar ook aan het werken met Amerikaans gereedschap en Amerikaanse data. Verandering hierin brengt met zich mee dat ons grondpersoneel veel omscholing behoeft.
Het zal duidelijk zijn dat toekomstige ontwikkelingen van systemen aan het gevechtsvliegtuig vanuit de Verenigde Staten worden ondersteund. Een aantal F-16’s heeft onlangs de ”midlife update” achter de rug. Dit is in samenwerking met de Amerikanen gebeurd. Doordat de Amerikanen soortgelijke ontwikkelingen uitvoeren, is ook voor de toekomst een enorme besparing -zowel financieel als in tijd- te behalen ten opzichte van een Europese kandidaat. Dit is tevens een belangrijke reden om voor een Amerikaans toestel te kiezen.
Vanuit operationeel oogpunt kan worden geconcludeerd dat de keuze voor de JSF een juiste keuze is.
De auteur is fractiemedewerker van de Tweede-Kamerfractie van de ChristenUnie en schreef dit artikel op persoonlijke titel.