Weerwoord: Wat is waarheid?
Apologetiek gaat niet in de eerste plaats over de ontmoeting met ongelovigen, maar vooral om het ongeloof en de twijfels in ons eigen hart. Wij kunnen verscheurd worden door de vraag: Wat is nu eigenlijk waar?
Dat begint al in de kleine kring om ons heen. We merken dat verschillende predikanten verschillende voorstellingen van het geestelijke leven en het zaligmakende geloof geven. De één veronderstelt dat je gelooft en de ander ziet het geloof als een wonderlijke ervaring. Wat is waar? We zien dat er verschillende kerkverbanden worden verdedigd, terwijl toch maar één gelijk kan hebben. Wat is waar?
We merken dat er onder theologen verschillende manieren van omgang met de Schrift zijn. De één ziet de Bijbel als een verzameling van absolute waarheden, terwijl de ander het historische karakter van de Schrift benadrukt. Wat is waar? We zien dat christenen niet eenduidig zijn in hun duiding van schepping en evolutie. Wat is waar? RD-lezers gaan verschillend om met ethische vragen rond zondagsarbeid en homoseksualiteit. Wat is waar? Tal van refo-jongeren hebben geen moeite met seks voor het huwelijk en zien de Bijbel hierover als een behulpzame mening, terwijl anderen ervan overtuigd zijn dat seks voor het huwelijk tegen Gods bedoeling ingaat. Wat is waar?
Hoe moet je denken over de vrouw in het ambt? En hoe over het kwaad in de wereld dat onschuldige kinderen treft? Waarom heeft God geboden dat kleine kinderen van de Kanaänieten moesten sterven? Is het christelijk geloof ook de absolute waarheid voor aanhangers van andere godsdiensten? Hoeveel dwalingen kan iemand hebben om toch een christen te blijven? Hoe moeten we met al deze vragen omgaan, vooral als ze zo dichtbij komen en voor Gods aangezicht beslissend zijn?
Het is goed om te rade te gaan bij andere christenen en de kerk van de eeuwen, maar uiteindelijk staan wij geheel persoonlijk tegenover de levende God. Deze God zegt dat wij voor Hem ons ganse hart mogen uitstorten, met al onze vragen, twijfels en ongeloof. Dan blijkt Hij de sprekende God te zijn. Wij lezen dan niet meer de Bijbel, maar de Bijbel leest ons. Je zou ook kunnen zeggen dat je gevangen genomen wordt door het Woord van God, in de kracht van de Heilige Geest.
Calvijn heeft daarover een treffende uitspraak gedaan: „Zo dan, de ware zekerheid, die gelovigen hebben van het Woord van God, van hun zaligheid en van de ganse godsdienst, is niet uit het gevoelen van het vlees, noch uit menselijke of filosofische redenen, maar uit de verzegeling van de Geest, welke hun gewetens zo verzekert, dat Hij alle twijfel wegneemt.” Woord en Geest verzekeren ons dus niet alleen van onze zaligheid, maar ook van de inhoud van de dingen die we geloven en doen. Dezelfde Calvijn schrijft dat we zo „zekerder dan zeker” zijn van Gods wil.
Dit is de eerste stap: onszelf overgeven, onze eigen inzichten verloochenen en God overhouden. Dan passen we God en Zijn Woord niet in onze schema’s in, maar passen we ons leven in de orde van Zijn koninkrijk in. Hierachter zit het besef dat we niet van onszelf zijn, maar Jezus Christus is onze Kurios, Heer’ en Meester.
De tweede stap is hiermee nauw verbonden. Hierin vragen wij ons af of God het laatste woord heeft over ons leven. Hebben wij stiekem onze eigen plannetjes, die God mag goedkeuren, of geven we God een blanco papier met onze handtekening, dat Hij mag invullen, omdat Hij goed en wijs is?
Mag het christelijk geloof ons iets kosten en scheve gezichten opleveren, niet alleen vanuit de wereld, maar ook vanuit onze vriendenkring? Is er overgave aan God, om Hem zonder reserve te volgen?
Als we zo gezind zijn, krijgen wij antwoord van God. Dan wandelen we ook vrolijk in Zijn weg en beseffen we dat wij nog maar weinig van Hem kennen. We krijgen niet altijd antwoord op al onze vragen; maar Hij Zelf is ons Antwoord. Met dit laatste Antwoord sluit ik mijn laatste ”weerwoord” af.
De auteur is hoogleraar aan de VU theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme. In deze rubriek worden antwoorden gegeven op vragen over het christelijk geloof.