Buitenland

’Bureaudader’ Krnojelac hoort vrijdag zijn vonnis

De tweede strafkamer van het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag wijst vrijdag vonnis tegen de Bosnische Serviër Milorad Krnojelac. Aanklagers van het VN-hof beschuldigen hem van misdaden begaan in het Oost-Bosnische Foca.

ANP
12 March 2002 16:43Gewijzigd op 13 November 2020 23:27

De voormalige wiskundeleraar, die tussen april 1992 en augustus 1993 commandant van de gevangenis KP Dom in Foca zou zijn geweest, is misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden ten laste gelegd.

In het gevangeniscomplex werden zonder enige vorm van proces duizenden niet-Servische bewoners van de stad, onder wie ook verstandelijk gehandicapten, invaliden, ernstig zieken en bejaarden, onder onmenselijke omstandigheden opgesloten. Velen werden vermoord en zijn nooit meer teruggevonden. Anderen werden gemarteld, mishandeld en gedwongen slavenarbeid te verrichten.

De aanklagers houden de nu 61-jarige Krnojelac zowel als individu als commandant hiervoor verantwoordelijk. Hij deed willens en wetens niets tegen de erbarmelijke omstandigheden en misdaden, zo betoogden de aanklagers tijdens het proces. „Het was zijn baan en hij heeft het extreem goed gedaan. Er is geen bewijs dat hij ooit de rechten van de gevangenen heeft beschermd”, zei aanklaagster Peggy Kuo tijdens haar slotpleidooi in juli vorig jaar.

De in juni 1998 door SFOR gearresteerde Krnojelac werd tijdens het proces door de aanklagers afgeschilderd als een ijskoude en gewetenloze ’manager’ van de misdaden die in en rond de gevangenis werden begaan. „De verdachte, Milorad Krnojelac, maakte zijn handen niet vuil. Hij viel nooit fysiek een gevangene direct aan, en was nooit aanwezig of werd niet gezien als mensen werden mishandeld. Hij was de typische bureaudader”, aldus de Duitse aanklaagster Uertz-Retzlaff.

Krnojelac wist volgens de aanklagers door zijn „complete en gewetenloze egoïsme” zijn leidende positie uit te buiten voor persoonlijk gewin. Dwangarbeiders werden onder meer ingezet voor het opbouwen van zijn huis en de zaak van een van zijn zonen.

Anderen die zich ’vrijwillig’ meldden voor dwangarbeid, kregen gevaarlijker opdrachten zoals het aanleggen van loopgraven voor de Serviërs aan het front en het voor de troepen uitrijden om mijnen te ruimen. Gevangenen die werk weigerden, werden op een hongerrantsoen gezet en hing eenzame opsluiting of mishandeling boven het hoofd. Het motto van KP-Dom onder Krnojelac had volgens Uertz-Retzlaff - in een verwijzing naar de concentratiekampen van de nazi’s - kunnen luiden: „Arbeit macht Frei”.

De verdachte wordt door de aanklagers in de twaalf punten tellende aanklacht onder meer beschuldigd van vervolging, marteling, mishandeling, moord, het illegaal en onder onmenseljke omstandigheden opsluiten van personen en het tot slaaf maken van mensen. Na 76 zittingsdagen (tussen oktober 2000 en juli 2001) en het verschijnen van 45 getuigen voor de aanklagers en 31 voor de verdediging, eisten de aanklagers van het tribunaal een straf van ten minste 25 jaar tegen Krnojelac.

De verdediging van Krnojelac pinde zich tijdens het proces vast op het standpunt dat de verdachte helemaal geen commandant van de KP Dom is geweest, maar slechts het hoofd van een economische afdeling van de gevangenis. Hij was in zijn functie verantwoordelijk voor de productie van de ongeveer dertig reguliere gevangenen die er al sinds voor de oorlog zaten.

Hij zou geen enkele zeggenschap hebben gehad in het kamp, verkeerde niet in de positie iets te doen aan de erbarmelijke omstandigheden waaronder de gedetineerde niet-Serviërs vastzaten, en was onwetend van de gruweldaden, aldus de verdediging. Alle andere hem ten laste gelegde misdrijven zijn eveneens niet bewezen, beweerden zijn advocaten Bakrac en Vasic. Ze vroegen derhalve om vrijspraak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer